Foto bij Een nieuwe start.

Door xjoelley als esme.

Ik zie al de verhuisdozen al klaar staan om verplaatst te worden in de vrachtwagen die naar ons nieuwe huis gaat. Mam, moeten we hier echt weg? Ja lieverd dit is veel te klein voor ons, we hebben geen andere keus en daarbij kom je op een hele leuke nieuwe school. Ja dat zal wel, ik blijf liever hier. Maar dat kan niet. Hoor ik pa van achter de dozen zeggen. Help even met in laden Esme. Ja mam. Als de laatste dozen eenmaal in geladen zijn, hebben we een lange reis te gaan. Van een klein dorpje ergens achter in Nederland naar een grote stad. In de auto, vraagt mijn overdreven vrolijke moeder: Esme vind jij het ook zo leuk een nieuw huis, een nieuwe omgeving, alles nieuw dus dat we opnieuw kunnen beginnen? Nee, ik vind er niks aan mam. Mijn vader begint te grinnike en zegt: Ja, Esme ik snap je, maar wil je het proberen voor mij. ik lach een typische opmerking voor mijn vader. Hij weet inmiddels dat ik hem meer mag dan mijn overdreven vrolijke moeder die meestal die grote nep lach vertoonden. Mijn vader begreep dat, ik was net als hem, eerlijk in gedrag en gevoel. Geen nep lach of nep vrolijkheid. als het niet ging, ging het niet en stond mijn gezicht niet vrolijk. Dat gelde ook voor mijn vader. We reden zo'n twee uur en ik word moe van al dat overdreven gedoe van mijn moeder, dus doe mijn oortjes in met muziek. Tot we stopte in een grote wijk een soort villa wijk. Er ligt een park vlak langs de straat waar wij in stoppen. Mijn ouders waren helemaal blij, hun waren er al geweest en ik nog niet. Ik had er ook geen behoefte aan. Mijn zusje daarin tegen stond bijna te springen. Mijn ouders stapte uit en ik bleef zitten, terwijl mijn zusje de auto uit vloog. Ik kijk op tegen een heel groot huis met een grote oprit gewoon te groot. Er loopt een pad naar achter, ik denk dat die naar de tuin lijd. Mijn moeder komt aangelopen. Esme kom je ook, jij mag als eerste je kamer uit kiezen. Oké, ma ik kom. Ik loop de grote oprit op en zie dat achter een schuur staat waar denk ik wel twee auto's in kunnen. Mijn vader doet de voordeur open, ik loop een hoge en lange gang in. Boven me, op het plafon zie ik een engel hangen en het lijkt of die ieder moment naar beneden gevlogen komt. Een stukje verder zie ik een glaze schuifdeur, met daar achter ons bankstel. Waar onze veel te dikke kat zich al op had geplant. Kom ik laat je eerst boven zien. Zegt mijn moeder. Ik loop een lange trap naar boven alles is zo groot! Ik kom op een verdieping met een kantoor en een slaapkamer, het kantoor word voor je vader, die daar zijn werk dan rustig kan doen. oké is goed mam, wil je een verdieping omhoog? ja graag. oké. zegt ze. We lopen weer een hoge trap op naar boven. Waar mijn oog valt op een kamer waar van de deur open staat. Het heeft een heel groot raam, dat uitkijkt op het park, met oude bomen en grote bomen. Ik loop de kamer in loop meteen naar het raam. Ik zie mensen lopen in het park. Ik zie dat er bankjes staan langs een meertje en er is nog meer maar dat verdwijnt achter al die bomen. mijn moeder staat in de deur opening en vraagt wil jij deze kamer? Ja als het mag wel. Het is de grootste slaapkamer in dit huis en die is nu van jou. Ik dat je hiermee je zelf kan plaatsen en je plekje hebt. zegt mijn moeder. Ja, mama ik denk het wel. Oké dan is het goed. Pa zet zo je bed, je bureau en je stoel hier weg. Dan heb je al iets, de rest moet je zelf uitpakken oké? Ja mam, mooi ik ga naar beneden. Kom jij ook zo? Dan gaan we eten, want het is al laat. ja ik kom er zo aan. zeg ik. Ik kijk nog even uit het raam en loop dan naar beneden, ik zie mijn moeder op de bank zitten en ik loop de huiskamer in, de glazen deuren hebben ze open gelaten voor mijn onoplettende zusje die er zo doorheen loopt. Mijn pa zet het eten bijna meteen voor me weg en we drinken iets. Op een nieuwe start zegt mijn moeder. Op dat Esme nieuwe vrienden krijgt! Roept mijn vader. We eten allemaal ons bord leeg. Het is al laat, dus ik vraag of mijn bed er al staat. Ja, die hebben ze net geplaatst. Zegt mijn vader. Oké, mooi ik ga naar bed tot morgen. Tot morgen, vergeet je je wekker niet voor school? Nee, ma die vergeet ik niet. ik loop naar boven dit keer één trap meer dan ik gewent ben, plof op mijn bed neer en val piekerend in slaap. De volgende ochtend word ik gewekt door een harde piep op mijn wekker ik moet naar school. Ik kleed me rustig aan en loop naar beneden alles leek een slechte droom maar dat bleek het niet te zijn. Ik pak een boterham en eet die op. Dan pak mijn tas, die kennelijk al klaar stond en liep naar achter om mijn fiets te pakken. nu pas zag ik hoe groot die schuur was er kunnen wel drie autos in! Langzaam fiets ik een lange en saaie weg een paar bochten en ik stond voor de school. Ik zet mijn fiets in de stalling in de derde rij, rek zes. ik zet dat in mijn telefoon, zodat ik het niet vergeet. ik loop de school in die is groot! Ik moet lokaal vierentwintig C hebben en ik begin te zoeken. uiteindelijk vind ik het lokaal. De les begint bijna meteen, de klas beviel me niet ik werd raar aangekeken en mensen begonnen te lachen. Wat deed ik verkeerd? Drie dagen gingen moeilijk voorbij en ik moest meteen al drie keer naar meneer Jansen. De directeur. Ik word thuis aangesproken door mijn vader. Vandaag gaat het goed hè Esme? Ja, pap ik doe mijn best. Onderweg naar school bedenk ik me dat ik al die dingen niet gedaan heb. Waarom zou ik alle computers uitzetten en werkstukken stelen van Janik? Hopen dat vandaag mijn werkstuk goed is. Ik zet mijn fiets weer op de zelfde plek als de eerste keer en loop naar lokaal vierentwintig C. Mevrouw van Bommelen zit achter haar bureau. Ik zit bij aan komst al meteen in mijn tekening verdiept en mevrouw van Bommelen hoor ik op de achtergrond praten, Janik lever jij je werkstuk in? alstublieft mevrouw. Dat is mooi een werkstuk Janik, over kunst en cultuur. Ik schrik op, heeft hij nu alweer mijn werkstuk gestolen? ik kijk op de hoek van mijn tafel nee he niet alweer..
Esme lever jij je werkstuk in? O, nee alsjeblieft niet alweer, dit is al de derde keer bedenk ik me. Aarzelend loop ik naar voren richting mevrouw van bommelen. Dank je Esme, hè heb je nu alweer je werkstuk gestolen van Janik? Esme, ik dult dit niet meer! je krijgt een één voor de moeite en nu ga jij je melden bij de directeur! Achter me hoor ik gelach. Ik loop naar mijn tafel en zie mijn tekening liggen. Ik zie er iets op staan dat ik zelf niet heb gedaan, ik pak mijn tekening en zie er een één voor de moeite op staan. Weer, hoor ik gelach en gegier in de klas. Ik pak mijn spullen en gooi ze in mijn tas. Ik loop naar de deur en mevrouw van Bommelen zegt, op een pesterige toon je weet het wel te vinden hè of moeten we je helpen? Iedereen begint te lachen. Waarom moesten mijn ouders dan ook zo nodig verhuizen op mijn oude schooltje ging alles goed. Ik loop door een erg lange gang wat is deze school toch groot! Die van mij was veel kleiner, dan woonde ik ook in een klein dorpje en nu in een grote stad maar als nog. Mee zie ik het bordje "directeur" o, jeej dit is al de derde keer deze week. Wat zal die zeggen. Ik klop aan en een zwaren stem roept "ja". Ik moet mijn lach in houden voor het kleinen ielige mannetje die daar zit heeft hij een erg zware stem. Ik loop naar binnen. Esme, Esme toch hoe vaal is dit al deze week? Nou vertel wat heb je nu weer gedaan? Nou meneer Jansen, mevrouw van bommelen zegt dat ik mijn werkstuk gestolen heb van Janik. Maar ik weet zeker dat ik dat niet gedaan heb! Esme dit is al de derde keer dit kan geen toeval zijn! Je gaat nu naar huis en je meld je morgen bij mij begrepen? Ja, meneer jansen. Ik wil opstaan en naar de deur lopen mee gaat de deur open en komt er een super knappe jongen binnen lopen, hij heeft blauwen ogen met langen wimpers en een beetje kastangje bruin haar. hij is lang en gespierd dat verbergen zijn kleren niet. Jayden wat doe jou nou weer hier? Vraagt de directeur.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen