~Chapter 2.18~
Kijken jullie al uit naar Deel 3? (:
‘’To Cedric Diggory!‘’
Louise’s wereld stond op z’n kop. Dood. Hij was dood. Ze keek naar de gillende mensen en richtte haar blik op Harry.
‘Jij hebt hem vermoord!’ gilde ze, terwijl tranen over haar wangen stroomden. ‘Jij! Jouw schuld! Je hebt hem vermoord zodat je kon winnen!’
Ze was helemaal over haar toeren en liep dichter naar Harry toe, alle mensen die haar probeerden tegen te houden negerend. Hoe dichter ze bij Cedric’s levenloze lichaam kwam, hoe kwader en verdrietiger ze werd.
Ze trok haar toverstok en richtte die op Harry. ‘Het is JOU schuld! Je zult hiervoor boeten!’
Maar nog voordat ze de kans kreeg om over een goede vloek na te denken, nog voor ze hem een harde trap had kunnen verkopen, nog voordat ze bij Cedric had kunnen komen, voelde ze twee stevige armen om haar middel die haar mee terug de menigte in trokken.
Ze schreeuwde hard, stribbelde tegen, probeerde de armen weg te krijgen, maar niets hielp. Ze voelde haar lichaam zwak worden en haar ogen vielen dicht.
Ze opende haar ogen weer en keek naar het witte plafond van de Hospital Wing. Voor even had ze geen idee wat er gebeurd was, maar toen ze Professor Dumbledore en Blaise zag kwam alles weer terug.
‘Cedric…’ kreunde ze, en voordat ze zichzelf kon tegenhouden begon ze weer te huilen. Blaise pakte meteen haar hand vast en keek haar bezorgd aan, terwijl Professor Dumbledore haar toesprak.
‘Juffrouw Carty, gezien de gebeurtenissen van deze avond krijgt u geen straf voor uw daden, maar ik verzoek u vriendelijk om de volgende keer uw toverstok achterwegen te laten, akkoord?’
Ze knikte braaf en Dumbledore verliet de Hospital Wing. Haar aandacht ging nu naar Blaise.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ze. Hij leek even in de knoop te zitten met zijn gedachten, maar besloot het toch te vertellen.
‘Nou, uhm- toen je Cedric zag… Toen was je niet meer te houden… Het was best beangstigend. Toen probeerde ik je bij Harry weg te trekken – wie weet hoe erg je hem vervloekt zou hebben als ik dat niet deed – en nou ja… dat liet je natuurlijk niet gebeuren, en toen heeft Dumbledore je Verlamt.’
Hij sloot zijn verhaal af met een korte knik en keek nu naar haar gezicht, terwijl hij haar reactie afwachtte. Toen ze niks zei ging hij zelf maar verder.
‘Het spijt me echt dat dat gebeurt is, Louise… Van Cedric, van het Verlammen… Harry ligt aan de andere kant van de zaal, hijzelf heeft ook heel wat meegemaakt.’
‘Hij ligt hier ook?!’ riep ze uit. ‘Ik zal hem-‘ Ze sprong overeind; iets wat ze beter niet had kunnen doen. Alles om haar heen begon te draaien en misselijkheid overspoelde haar. Blaise duwde haar rustig terug op het bed.
‘Doe nou niet, alsjeblieft…’
‘Waarom niet? Hij heeft Cedric-‘
‘Louise!’
Ze was meteen stil en keek angstig naar haar beste vriend, die nu zijn controle leek te verliezen.
‘Je kán hem niet beschuldigen van zoiets! Je weet niet wat er is gebeurd- niemand weet dat, behalve hijzelf en Dumbledore!’
Opnieuw knikte ze en voelde zich schuldig. Hoewel ze nog steeds niet geloofde dat Harry niets gedaan had, besloot ze er maar niet over door te gaan.
Bovendien hadden ze nog ongeveer een week school te gaan, en in die week had ze haar beste vriend hard nodig.
Het was tijd om afscheid te nemen van Hogwarts. De Great Hall zat vol met leerlingen voor het Leaving Feast, dat normaal gesproken een en al vrolijkheid was voor de afdeling die de Cup had gewonnen, maar dat deze jaar helemaal ter nagedachtenis van Cedric was.
De hele Great Hall was in het zwart versierd en met name de Hufflepuff tafel was erg stil. Louise zelf zei ook geen woord en wachtte in stilte tot het feestmaal kon beginnen, zodat ze kon eten en dan naar bed kon gaan.
Eindelijk stond Professor Dumbledore op en begon aan zijn gebruikelijke speech.
‘Het einde van nog een jaar,’ zei hij dramatisch, terwijl hij de zaal rondkeek. ‘Er is veel dat ik tegen jullie zou willen zeggen vanavond, maar ik begin met het verlies van een aardige jongen, die aan die tafel zou moeten zitten.’
Hij wees naar de doodstille Hufflepuff tafel en Louise kreeg een steek in haar hart bij het zien van alle verdrietige gezichten.
‘Ik zou graag willen dat jullie allen opstaan, en jullie glas omhoog houden voor Cedric Diggory.’
De hele zaal, behalve sommige eigenwijze en kinderachtige Slytherins, stonden op met hun glas in hun hand en mompelden; ‘Op Cedric Diggory’.
Louise deed hetzelfde en voelde ondertussen de drang om te huilen, maar op de een of andere manier waren haar tranen zo goed als op.
‘Cedric was een persoon die veel kwaliteiten had waar Hufflepuff bekend om staat. Hij was een goede vriend, een harde werker. Zijn dood heeft jullie allen geraakt, of jullie hem nou goed kenden of niet. Ik denk dat jullie daarom het recht hebben om te weten hoe het gegaan is.’
De mensen in de Great Hall werden zo mogelijk nóg stiller en velen schuifelden zenuwachtig heen en weer op hun stoelen.
‘Cedric Diggory is vermoord door Lord Voldemort.’
Een paniekerig gefluister vulde de stilte, ten eerste omdat Dumbledore zijn volledige naam uitsprak, en ten tweede omdat natuurlijk niemand dat wilde geloven.
‘The Ministry of Magic heeft liever niet dat ik dit aan jullie vertel. Ik ben er zeker van dat sommige van jullie ouders geshockeerd zijn dat ik dat wél heb gedaan. Misschien omdat ze niet willen geloven dat Lord Voldemort echt is terug gekeerd, of juist omdat ze niet willen dat hun kinderen hieraan blootgesteld worden. Maar ik vind dat jullie dit mogen weten, en niet gaan denken dat Cedric’s dood een ongeluk was, of zijn eigen fout. Dat zou een belediging zijn aan de herinnering aan hem.’
Bijna iedereen keek naar Dumbledore, maar Louise ergerde zich dood dat Malfoy respectloos tegen Crabbe en Goyle zat te fluisteren. Ze pakte haar servet, maakte er een propje van en gooide dat tegen Malfoy’s blonde hoofd. Beledigd keek hij woest naar haar op, zag hoe hij ‘’Mudblood’’ mompelde, en ze richtte zich weer op Dumbledore, die onverstoord verder was gegaan.
‘Ik denk, en ik heb nog nooit zo gehoopt dat ik fout zat, dat er duistere tijden aan zullen komen. Sommige van jullie hebben al moeten leiden door Lord Voldemort’s acties. Familieleden verloren. En een week geleden, is ook een medestudent van jullie weggenomen.’
De tranen begonnen toch weer te stromen en Blaise sloeg troostend een arm om haar schouder.
‘Denk aan Cedric. Maar denk ook, dat als de tijd komt dat je een keuze moet maken tussen wat goed is en wat makkelijk, herinner je dan wat er is gebeurd met een jongen die goed was, en aardig, en dapper, maar die op het pad van Lord Voldemort kwam. Herinner je Cedric Diggory.’
Louise had samen met Blaise een coupé weten te krijgen in de trein en nu zaten ze samen te wachten tot ze naar huis konden gaan. Beiden zeiden ze geen woord tijdens de lange terugreis, en pas toen de trein tot stilstand kwam kon Louise haar mond opentrekken.
‘Laat me alsjeblieft bij jou wonen deze zomer, Blaise…’ mompelde ze, toen ze hem omhelsde.
Hij schudde medelevend zijn hoofd. ‘Nee, je kan zo vaak komen als je wilt, maar wonen zal mijn moeder niet zo accepteren. Bovendien, daar staar je ouders al op je te wachten.’
Ze draaide zich om, in de hoop om Rose en Dave te zien, maar wist dat dat natuurlijk niet waar kon zijn. Zij waren immers haar ouders niet meer. In plaats daarvan zag ze Narcissa en Lucius Malfoy, die Draco verwelkomden.
‘Nou, Blaise,’ zei ze. ‘Als je me zoekt, dan zit ik in Malfoy Manor…’
Reageer (8)
Ik wil meer!!!
1 decennium geledenIk zit te leren voor mijn laatste proefwerken van het jaar en als ik dan als ik een pauze neem en zie dat je een stukje hebt gepost, word ik meteen weer wat vrolijker.
Dus nog een stukje?? ^^
Wauw!
1 decennium geledenHypnose werkt het werkt echt!!!! Felix Fortunatis ook (1 theelepel bij het ontbijt ) duss nog een stukje? je schrijft btw echt geweldig
1 decennium geleden