~Chapter 2.10~
‘’You can have it. As a present.‘’
‘Draken?’ riep ze geschrokken uit. Hij keek om zich heen om te zien of niemand haar gehoord had.
‘Ja, draken. Houd het stil, alsjeblieft.’ Ze knikte beschaamd en keek hem aan.
‘Maar draken zijn écht heel gevaarlijk… Ik heb eens gelezen over een Hungarian Horntail, als je die krijgt, dan… dan ben je er geweest!’ zei ze paniekerig.
‘Maak je geen zorgen, het komt wel goed met me.’ Ze knikte en lachte. ‘Daar kun je maar beter voor zorgen, ja,’ grinnikte ze. Ze keken elkaar even lachend aan en ze zuchtte.
‘Maar ja, uhm, doe je best, dus…’ stommelde ze. ‘Ik sta aan jouw kant.’
Het was dinsdagmiddag en Louise, Blaise, Draco, en nog een grote groep Slytherins liepen langs de rand van het Forbidden Forest, op weg naar de tribunes om de eerste opdracht te zien.
Louise was de enige die wist van de draken, ze had het niemand verteld, zelfs Blaise niet, dus de discussies over wat de kampioenen te wachten stond ging gewoon door.
‘Ik blijf bij die trol, hoor,’ zei Pansy toen ze plaats namen op de tribune. ‘Een bergtrol! Kijk maar naar al die stenen en rotsen!’
‘Dan moeten ze jou daarin gooien, Parkinson,’ zei Theodore lachend tegen Pansy, die nu beledigd haar mond hield.
Louise was nu misschien wel net zo zenuwachtig als de kampioenen zelf, ze was oprecht bang voor wat er komen ging, en ze was vooral bang dat Cedric iets overkwam. Terwijl de anderen lachend grapjes maken die vooral over Potter gingen, staarde ze voor zich uit en zag ze hoe de draak de arena in werd gebracht, en hoorde ze hoe mensen ongelovige kreetjes van angst en enthousiasme slaakten. Even later kwam Cedric de arena in en toen begon het gevecht om het gouden ei.
Het commentaar van Ludo Bagman maakte alles veel erger dan het was. Maar er waren niet veel mensen die daarop letten, het geschreeuw, gejoel en angstige gesnak naar adem was daar veel te hard voor.
Uiteindelijk had Cedric het gouden ei weten te bemachtigen en was hij er – bijna zonder kleerscheuren – vanaf gekomen. Hij had alleen een grote brandwond in zijn gezicht.
Louise had totaal geen aandacht meer voor Fleur Delacour, die haar draak in slaap probeerde te krijgen, en sloop stiekem van de tribune af, de tent in, waar Cedric werd behandeld door Madam Pomfrey. Die deed een of ander iets met haar toverstok, waardoor de brandwond er al iets minder angstaanjagend uitzag, en smeerde er daarna een dikke, oranje smurrie op.
Toen Cedric Louise de tent in zag komen, verscheen er een brede grijns op zijn gepijnigde gezicht.
‘Hé,’ zei hij, zodra ze bij hem was, uit het zicht van iedereen op de tribune. Ze probeerde zich nog in te houden, maar dat hield ze niet lang vol; ze omhelsde hem zo stevig dat hij bijna geen lucht meer kreeg en liet niet meer los tot Madam Pomfrey zei dat ze voorzichtig met hem moest zijn.
‘Sorry,’ mompelde ze blozend. ‘Ik ben zo blij dat je nog oké bent. Je deed het super!’
‘Dank je… Dat was me even een adrenalinekick,’ grijnsde hij vrolijk. Ongelofelijk hoe hij zo opgewekt kon zijn nadat hij aan een draak was ontsnapt.
De volgende dag, na de lessen, kwam Louise Cedric weer tegen op de gang. Ze zei tegen Blaise dat hij maar vast naar de Great Hall moest gaan, en liep met Cedric naar een verlaten lokaal.
‘What’s up?’ vroeg ze zodra hij de deur sloot. Hij grijnsde ondeugend en zijn hand ging in zijn zak. Hij haalde er een miniatuurdraakje uit, dat hij liet rondlopen op zijn hand en daarna op die van Louise zette. Ze keek naar hem op.
‘Wat is dit?’ vroeg ze stomverbaasd.
‘Het kleine miniatuur modelletje van de Swedish Short Snout waar ik het ei van heb,’ legde hij glimlachend uit. ‘Je mag hem hebben. Cadeautje.’
Ze streek over de rug van het blauw-grijze draakje en lachte. ‘Dank je! Wat lief!’
Met het draakje stevig in haar hand, zodat hij niet zou ontsnappen, liep ze samen met Cedric naar de Great Hall, die al overvol was met mensen die zaten te lunchen. Nog een laatste keer zwaaide ze naar hem en ging daarna naast Blaise zitten, die zich vol zat te proppen met sandwiches.
‘Hullo,’ mompelde hij met volle mond. Ze zette haar draakje neer en keek hoe hij rondliep over het tafelblad.
‘Kijk eens wat ik heb gekregen,’ zei ze met een grote grijns. Ze aaide het beestje nog eens over zijn rugje en hij spuwde een klein vlammetje uit.
‘Van wie?’ vroeg Blaise, nu wel met lege mond.
‘Cedric.’ Blaise’ gezicht betrok meteen en om zichzelf een houding te geven schonk hij nog wat pompoensap in. Louise keek hem bedachtzaam aan.
‘Waarom vind je hem niet aardig?’ vroeg ze toen, terwijl ze voor zichzelf een pannenkoek pakte en die rijkelijk bestrooide met suiker. Ze rolde hem dicht en nam een hap. Daarna scheurde ze een stukje van de pannenkoek af en probeerde die aan het draakje te voeren, maar die hield zijn mond stevig dicht.
'Dan niet,’ mompelde ze beledigd, tegen de draak en Blaise tegelijk.
December brak aan en sneeuw begon te vallen. Het werd steeds kouder en iedereen keek uit naar de vakantie. Dit jaar zou er ook een Yule Ball worden gehouden op eerste Kerstdag, en iedereen, vooral de meiden, zat al te giechelen over met wie ze zouden gaan en wat ze zouden dragen.
Op de eerste dag van de Kerstvakantie kwam Louise met haar grootste glimlach op haar gezicht de Slytherin Common Room in, waar Draco, Blaise, Crabbe, Goyle en Pansy bij de haard zaten te kletsen.
‘Raad eens,’ grijnsde ze vrolijk, en ze hield halt voor de bank. Iedereen keek haar verwachtingsvol aan. Ze hield haar hoofd schuin.
‘Kom op, raad nou!’
‘Uh, oké… Snape heeft shampoo gebruikt?’ riep Blaise meteen. Ze schudde haar hoofd.
‘Zou hij wel eens moeten doen, maar nee.’
‘Je hebt een date met Potter?’ vroeg Draco spottend. Iedereen barstte in lachen uit.
‘Zou ik dan zo vrolijk zijn?’ zei Louise sarcastisch.
‘Vertel dan wat er aan de hand is!’
‘Ja man, laat ons niet zo in spanning zitten!’
‘Vertel!’
Louise nam nog even de tijd om hen één voor één grijnzend aan te kijken, voordat ze zei; ‘Cedric Diggory heeft me meegevraagd naar het Yule Ball!’
Crabbe, Goyle en Pansy hadden hun interesse al meteen verloren, maar Draco keek op een vreemde en verdachte manier naar Blaise, die haar woedend en tegelijkertijd geschokt aankeek. Haar grijns vervaagde en was nu meer een grimas terwijl ze toekeek hoe Blaise plotseling opstond en naar zijn slaapzaal ging, zonder nog een woord te zeggen.
‘Waar heeft hij nou last van?’ bracht ze stotterend uit. De blik die Draco op haar wierp voordat hij achter hem aan ging beviel haar maar niets.
Ze ging naast Pansy op de bank zitten en staarde in het vuur.
‘Niet te geloven dat je met een Hufflepuff gaat,’ zei Pansy met een spottende ondertoon.
‘Van jou had ik ook geen begrip verwacht,’ snauwde ze, waarna ze meteen weer opstond en naar de slaapzaal ging. Ongelofelijk, wat was er met Blaise aan de hand? Oké, ze wist dat hij Cedric niet aardig vond, maar waar was dit gedrag voor nodig? En Draco dan! Die had ook wel even uit kunnen leggen wat er aan de hand was…
Woelend en nog steeds kwaad viel ze in slaap.
Reageer (11)
Oei...
1 decennium geledenPOTTER SUCKT in dit verhaal
Louise zo moelijk is het niet! Blaise is jaloers!
1 decennium geledenik lees zóóóó vreemd! in plaats van Crabbe lees ik krabben, en in plaats van woelend lees ik voelend
1 decennium geleden@girltough Haha nope, dit is namelijk nog steeds deel 2 van het hele verhaal. (:
1 decennium geledennice snel verder Xx
1 decennium geleden