~Chapter 2.4~
BTW, kennen jullie deze al? Duurt maar 5 seconden en je lacht je rot!
https://www.youtube.com/watch?v=CwN9gN1gW_Q
‘’What on earth did you give that Muggle boy?’’
Ze voelde hoe ze steeds langzamer langs de verschillende haarden raasde en stak haar armen uit om tot stilstand te komen. Ze verloor haar evenwicht en viel voorover in de keuken van de volle maar gezellige keuken van de Weasleys. Ze kuchte, schudde haar hoofd even om weer helder beeld te krijgen en zag een paar voeten voor haar staan. Een hand vol schroeiplekken zweefde voor haar gezicht en ze keek omhoog.
‘Hey, ik ben Charlie,’ zei de roodharige jongeman die boven haar uit torende. Ze pakte zijn hand vast en liet zich overeind trekken. Nu ze beter keek zag ze dat hij heel veel brandplekken had. Toen herinnerde ze zich dat hij natuurlijk met draken werkte, in Roemenië.
‘Hey, leuk je eindelijk te ontmoeten!’ zei ze vrolijk, en ze klopte haar kleding af. ‘Ik ben Louise.’
‘Ah, ja, over jou heb ik ook genoeg gehoord,’ zei hij lachend, met een blik op Fred en George, die stonden te grijnzen met haar koffer achter zich. Ze trok haar wenkbrauwen op, maar voor ze nog iets kon zeggen kwam mevrouw Weasley de keuken binnen, met een bezem achter zich aan die alles schoonveegde. Ze mopperde in zichzelf tot ze Louise opmerkte.
‘Oh, hallo, schat, ben jij er ook weer? Leuk je terug te zien!’ zei ze vrolijk. Ze liep op haar af om haar stevig te omhelzen en een zoen op haar wang te geven.
‘Ook erg leuk om u weer te zien, mevrouw Weasley,’ beaamde Louise, en dat meende ze; bij de grote familie van de Weasleys voelde ze zich pas écht thuis.
Ze was door mevrouw Weasley naar boven gestuurd met haar koffer en mocht met Hermione op de kamer van Ginny slapen de komende twee weken. Hermione en Ginny waren ook erg blij om haar te zien en met z’n drieën kletsten ze de hele tijd door.
‘Ja, Harry komt ook zo, om vijf uur zouden ze hem gaan halen,’ legde Hermione uit toen Louise vroeg wanneer hij kwam. Ginny werd licht rood. Ze grijnsden en ze werd nog roder.
Vervolgens, na het opzetten van de bedden, gingen ze terug naar beneden om Harry op te wachten. Beneden zat nog een jongeman, met zijn rode haar in een staartje gebonden en een oorbel met een tand eraan hangen. Hij was best knap, vond Louise, en hij glimlachte toen hij haar zag.
‘Hey, Louise! Hermione, Ginny,’ voegde hij er nog aan toe.
‘Hi! Ben jij… Bill?’ vroeg ze een beetje weifelend. Hij knikte en grijnsde zijn tanden bloot. Ze ging naast hem zitten en startte een gesprek, toen er vier mensen via het haardvuur de keuken binnen kwamen; Fred, George, Ron, en als laatste Harry. Louise had niet eens gemerkt dat Fred en George weg waren geweest, hoewel het wel lekker rustig was geweest in de tussentijd.
Ze lachten hard en hadden het ergens over, een of ander snoepgoed dat Fred en George hadden uitgevonden. Blijkbaar had Harry’s neefje Dudley het opgegeten en nu kwam een woeste meneer Weasley binnen.
‘Dat was niet grappig!’ riep hij woedend, wat alleen maar meer gelach opleverde. Er volgde een heel gesprek over Ton- Tongue Toffee, en over hoe lastig en gemeen Dudley was, en dat hij het had verdient om een tong van vier meter te krijgen (‘Vier meter lang?’ werd er gefascineerd gemompeld), maar meneer Weasley was niet tot bedaren te brengen.
‘Wacht maar tot jullie moeder dit hoort!’ dreigde hij, net op het moment dat mevrouw Weasley binnen kwam.
‘Wacht maar tot ik wát hoor?’ vroeg ze. Meneer Weasley was meteen stil en stotterde een antwoord. Blijkbaar was het alleen dreigend bedoeld, en wilde hij de jongens niet echt verklikken. Hermione, Ginny en Ron namen Harry mee naar boven om zich buiten de ruzie te houden, maar Louise bleef naast Bill zitten; dit wilde ze absoluut niet missen. Fred en George deden zich nog steeds de grootste moeite om hun lach in te houden, zelfs nu mevrouw Weasley hen zo furieus aankeek, en Bill en Louise maakten een wedje.
‘Tien Sickles als Fred en George er zonder straf onderuit komen,’ fluisterde ze in zijn oor. Hij lachte.
‘Is goed, maar ik ken ma maar al te goed, die twee krijgen problemen,’ antwoordde hij. Ze schudden elkaar de hand en wachtten af.
‘Ik heb jullie nog zo gezegd; Stop met dat uitvinden van die snoepjes en fopartikelen! Het is gevaarlijk, zo zien jullie maar weer! Die jongen had wel…’ Mevrouw Weasley praatte steeds harder, totdat ze schreeuwde toen George per ongeluk een van de zelfgemaakte snoepjes uit zijn zak liet vallen. Na een halfuur was ze uitgeraasd en wisten Fred en George zonder straf weg te komen. Louise stak haar hand uit naar Bill en grijnsde.
‘Komt u maar, betalen,’ zei ze, en met een neppe boze blik gaf hij haar het geld.
De avond was snel gevallen en het was tijd voor het avondeten. Iedereen hielp mee, er was een tafelgevecht tussen Bill en Charlie in de tuin, en uiteindelijk hadden ze een heerlijke maaltijd. Na het eten moesten ze meteen naar bed, want ze zouden de volgende ochtend vroeg op moeten staan om naar de Quidditch World Cup te reizen. Louise ging samen met Hermione en Ginny naar boven, deed haar pyjama aan, en viel in een diepe slaap.
De volgende ochtend naderde veel te snel, en mevrouw Weasley was veel te luidruchtig met wakker maken. De zon was nog niet eens op, en vermoeid vielen de meiden weer terug in bed, tot mevrouw Weasley een paar minuten later weer terug kwam om ze het bed uit te sleuren. Met tegenzin kleedden ze zich aan en gingen naar beneden.
‘… zullen Verschijnselen,’ hoorde Louise meneer Weasley nog zeggen.
‘Wie?’ vroeg ze. Hij keek haar kant op, ze ging de laatste treden af en nam plaats aan tafel.
‘Bill, Charlie, en Percy. Dus die kunnen nog iets langer slapen,’ legde hij uit. Gemeen! Kon zij maar Verschijnselen, dat zou veel makkelijker zijn.
Twee minuten later stond iedereen weer op om te vertrekken, en George werd weer betrapt met zelfgemaakte snoepjes, wat een driftbui van mevrouw Weasley opleverde. Uiteindelijk stonden ze goed en wel buiten en gingen ze op pad in het schemerige ochtendlicht.
Het was nog een beetje fris buiten, en de zon was nog nauwelijks op, maar toch bleven ze lopen. Uiteindelijk liepen ze een steile berg op, op zoek naar de Portkey, toen er een stem van achter hen klonk.
‘Arthur! Hier zo!’ riep een mannenstem. Ze draaiden zich om en keken naar een bruinharige man met een oude laars in zijn hand. Achter hem kwam Cedric Diggory tevoorschijn, een zeventienjarige Hufflepuff. Een zeventienjarige Hufflepuff die erg aantrekkelijk was. Hij lachte en iedereen begroette hem.
‘Jongens, dit is Amos Diggory. Ik denk dat jullie zijn zoon Cedric wel kennen?’ De meiden giechelden en de jongens rolden met hun ogen. Louise bleef maar naar Cedric staren en kwam daar pas achter toen Fred en George haar meesleepten.
‘Hou je een beetje in, wil je,’ mompelden ze lachend in haar oor. Ze werd rood en trok zich los. Cedric had het opgemerkt, wat het alleen maar erger maakte. Moest hij maar niet zo leuk zijn. Ze werden voorgesteld aan Amos Diggory, die zoals gewoonlijk even gefascineerd keek bij Harry’s naam, en toen begon op te scheppen over die keer dat zijn zoon Harry had verslagen. Ja, zo kon hij wel weer.
‘Harry viel van zijn bezem af, hij kon er niks aan doen,’ probeerden Ron nog, maar de man was niet meer van zijn enthousiasme af te brengen.
‘Uhm, ja, ik denk dat het tijd is. Jullie hoeven de Portkey alleen maar vast te pakken, en dan komt alles goed,’ zei meneer Weasley tegen de kinderen. Ze knikten en grepen de oude, vieze laars vast. Meneer Weasley telde af, en ze werden mee gerukt, alsof iemand hen heel hard bij hun buik greep en meetrok. Geen al te fijn gevoel. Maar ze waren er; door de mist waren er honderden tentjes te zien.
Reageer (10)
nice snel verder! abo er bij ^^ Xx
1 decennium geledenSnel verder!!!
1 decennium geledenNew Abo! Net alles gelezen, ik wil even zeggen dat je echt een heel mooi schrijft ook je eigen stukjes tussendoor natuurlijk
1 decennium geledenWauw, echt een leuk verhaal!
1 decennium geledenJe hebt er een nieuwe abo bij! (:
VERDERHEID?
1 decennium geleden