Crash eight

Ik word wakker doordat de matras naast me wat inzakt. De kracht en zin om mijn ogen open te doen heb ik niet dus hou ik ze gesloten en draai me om. Ik hoor Liam grinniken gevolgd door een zoen op mijn neus. Met mijn ogen nog steeds gesloten, glimlach ik en draai me terug naar de andere kant. Ik hoor hoe Liam opstaat en de kamer verlaat. Een kleine zucht verlaat mijn mond waarna ik opnieuw in slaap val.

De heerlijke geur van ontbijt dringt mijn neusgaten binnen waardoor ik mijn ogen open. Het is nog donker in de kamer maar dat veranderd al snel als ik uit bed stap en de gordijnen opentrek. De zon staat al tamelijk hoog aan de hemel wat betekent dat het al bijna middag is.
Als ik beneden kom kan mijn maag het niet houden om te grommen. Ontbijt-time!
In de keuken tref ik Harry, achter het fornuis aan en Niall, die naast hem op de kast zit.
"Zaayn!" Zegt Niall meteen vrolijk als ik binnen kom.
"Niaall!" Doe ik hem op dezelfde manier na.
"En Haz, dat ruikt goed" zeg ik als ik mijn hoofd op Harry's schouder leg en de heerlijke geur opsnuif.
"Maar goed ook want we gaan eten. Wil je enkel Lou gaan wakker maken? Hij wilt niet uit zijn bed."
"Graag"
Met een grijns verlaat ik de keuken en op de badkamer vind ik een kleine emmer. Het is nog maar de eerste ochtend. Klein beginnen. Ik vul de emmer en klop op de deur van Louis' kamer. Ik krijg geen antwoord dus ga ik maar naar binnen. Stilletjes sluit ik de deur achter me en laat mijn ogen even wennen aan het donker. Als ik wat zie ga ik naar het bed. Ik hurk voor Louis neer en kijk hem aan. Zijn ogen zijn gesloten en hij slaapt nog diep. Het is een heel schattig zicht de lakens zijn tot net onder zijn neus getrokken en kleine pareltjes zweet glinsteren op zijn voorhoofd omdat het te warm is onder de lakens. Hij zal wel snel afgekoeld zijn.
"Louis?" Vraag ik zachtjes, "Louis" fluister ik nogmaals. Zijn oogleden trillen en niet veel later kijkt hij me aan.
"Goeiemorgen!!" Zeg ik vrolijk wanneer ik recht ga staan en de emmer over hem uitgiet.
"Zaayn!!"
Meteen is hij klaarwakker en staat hij naast zijn bed. Met een kwade blik kijkt hij me aan.
"Ik krijg jou nog wel terug!"