Nikita! Stay Calm!
Ik kijk Naminé even heel serieus aan, knipper een paar keer met mijn ogen en kijk dan naar de man. Ze kan ook nog eens gelijk hebben!
‘Oké meneer, ga gewoon weg en bemoeit u zich niet met ons leven,’ zeg ik nog een beetje vriendelijk. De man kijkt me strak aan.
‘Maar je wilt toch niet dat ik er per ongeluk wat uitflap?’ Ik knipper met mijn ogen.
‘Oké, nu heb ik er genoeg van!’ Ik storm op de man af, waarvan ik nu zeker weet dat hij de stalker is en haal uit. Jammer genoeg heeft Naminé goede reflexen en weet ze me net tegen te houden.
‘Nikita, doe het niet! Je weet dat je niet meer in de problemen mag komen!’ sist ze tegen me. De man lacht schamper.
‘Verstandig.’ Ik slaak een kreet.
‘Rot gewoon op! Val van mijn part dood neer! Laat ons gewoon met rust!’ roep ik. Mensen kijken ons verstoord aan. Naminé trekt aan mijn arm.
‘Kom Nikita, we gaan,’ fluistert ze bang als ze ziet dat het hoofd van de man een beetje rood aanloopt. Mij maakt hij niet bang. Ik hoop juist dat hij me slaat, want dat geeft mij juist een reden om hem terug te slaan.
‘Wat is hier aan de hand?’ klinkt een zware mannenstem langs me. Ik krijg bijna een hartverzakking en kijk meteen langs me. O mijn God, die is knap! Hij is rond de 25 jaar, heeft ietwat langer zwart haar, helderblauwe ogen en is ontzettend gespierd. Een paar tatoeages sieren zijn armen. De stalker neemt hem even in zich op, maar loopt er dan vloekend vandoor.
‘O mijn God,’ zucht Naminé zacht en laat zich trillend op de grond zakken. Ik ga langs haar op de grond zitten en sla mijn armen om haar heen.
‘Rustig maar, hij is alweer weg.’ Ze knikt met een kleine glimlach op haar gezicht en sluit dan haar ogen. Ik krabbel weer overeind en richt me op onze reddende engel.
‘Gaat het een beetje met je vriendin?’ vraagt hij bezorgd. Ik knik.
‘Ja, bedankt voor ons redden van die engerd.’ Hij lacht.
‘Ik vond de situatie al raar. O, laat ik me maar even voorstellen, ik ben Simon.’ Ik neem zijn uitgestoken hand aan.
‘Nikita, en dat is mijn beste vriendin Naminé.’
‘Aangenaam.’ Hij glimlacht zijn helderwitte tanden bloot. Naminé trekt me aan mijn mouw.
‘Nikita, gaan we alsjeblieft?’ Smekend kijkt ze me aan. Ik kijk Simon verontschuldigend aan en help Naminé overeind. Ik pak mijn motor en wil samen met haar naar de auto lopen, maar word gestopt door een hand op mijn arm.
‘Mag ik je nummer?’ vraagt Simon. Ik glimlach en dicteer mijn nummer, die hij meteen in zijn mobiel zet.
‘Ik zie je wel weer,’ grijns ik en stap dan op mijn motor. Naminé is er stiekem al vandoor gereden. Ik laat mijn motor brullen en scheur haar achterna.
Reageer (1)
Snel verder!!!!
1 decennium geleden