•song•

Louis

Iedere dag ben ik bang. Bang voor de klappen die iedere keer harder aan lijken te komen.
Iedere dag ben ik boos. Boos op de mensen die dit mij aandoen, maar zelf kan ik er niks tegen doen.
Iedere dag ben ik verdrietig. Verdrietig dat mijn ouders niet zien hoe slecht het met me gaat.
Iedere dag ben ik blij. Blij om die speciale jongen weer te zien, die voor mij veel betekent maar ik voor hem niks.


Dat is wie ik ben. Daar is niks aan te veranderen.
Met moeite loop ik altijd naar huis, het hele jaar door. Door regen, door zonneschijn, door sneeuw.
Iedere keer moeilijker omdat de klappen me zo erg slecht laten voelen.
Ik vraag me af of dit ooit zal stoppen.
Ik zal er altijd aan herinnerd worden. De littekens op mijn lichaam kunnen niet meer weg.
Ik kan niks. Ik ben waardeloos, een misbaksel, dik. En zo zou ik nog wel een uur door kunnen gaan.
Dat is wat hun mij hebben laten geloven.
Altijd zeggen: "Trek je er niks van aan. Ze spreken niet de waarheid."
Maar dat doen ze wel. Anders zouden ze het ook niet zeggen.


Mijn haar valt een beetje voor mijn ogen terwijl ik afwezig naar het bord staar. Iedereen heeft een vaste plaats. De nerds vooraan, de populaire achteraan.
De nerds in de middelste rij, de populaire aan de linker en rechter.
School is vreselijk. Iedereen word behandeld als dieren.
Het is al helemaal vreselijk als jij de enige bent. De enige die uitvalt. De enige die nooit gekozen word, of gekozen wil worden.
Laatste jaars zijn is leuk. Je bent bijna van alles af. Dan hoef ik hun nooit meer te zien.
Ik word wakker uit mijn gedachten als er een propje tegen me aan word gegooid. Ik kijk uit mijn ooghoeken naar achter en zie Zayn en Harry me lachend aankijken.
Ik went mijn hoofd weer naar het bord en zucht even zachtjes. Het ging altijd hetzelfde.
Ik stond op, at wat. Ging naar school en daar begon het gepest. Uitschelden tijdens de lessen door en dingen naar me gooien tijdens de lessen. Na school moest ik naar huis en word vaak in elkaar geslagen door Zayn, Liam en Harry. Als ik dan thuis kom doe ik alsof er niks gebeurt is. Op de vraag: "Was het leuk op school?" antwoord ik altijd ja. Nooit nee.
"Meneer Tomlinson let u ook even op?" Vraagt de leraar aan me zodat ik wakker lijk te worden. Ik hoor wat mensen lachen en ik ga ongemakkelijk iets beter zitten. Ik kijk naar de wijzers van de klok terwijl ik wat tekeningetjes maak in mijn schrift.
Als de leraar even de klas uit loopt beginnen verschillende mensen tegen me te schelden en dingen naar me te gooien. Een hoop gelach ook tussendoor.
Als de leraar terug komt stoppen ze en doen ze alsof er niks is gebeurt.
Ik steek mijn vinger op en de leraar komt naar me toe gelopen. "Meneer, ik voel me niet zo lekker, mag ik naar huis?" Vraag ik. Ik zet zo'n moeilijk mogelijk gezicht op en de leraar trapt erin. Hij geeft me een briefje waarmee ik me af kan melden bij de concierge. Ik stop mijn boeken in mijn tas en loop zonder iemand nog maar een blik waardig te gunnen het lokaal uit. Ik denk even na en ga een stukje verderop op de trap zitten. Het was een grote lange trap naar beneden. Soms kon je eruit om naar een andere etage te gaan. Daarom zat de leuning ook in het midden. Je kon nog verder omhoog. Ik besluit omhoog te lopen totdat ik op de bovenste etage ben. Ik ril even als ik het raam uit kijk. Het is heel erg hoog. Iets wat ook wel nodig is. Ik leg mijn tas neer op de grond en pak een briefje uit mijn tas. "Goodbye, I've loved all who've been nice to me. x Louis" Schrijf ik erop. Ik doe het briefje in mijn zak. Ik kijk even om me heen en zie dan een deur die naar het dak leid. Ik zucht even en haal alles uit mijn zakken wat ik bij mijn tas leg, behalve het briefje. Ik druk op het knopje hoe het brandalarm aan kan. Gelijk hoor ik een geloei door de school heen gaan en klim ik op het dak. Ik ga dicht bij de rand zitten en kijk hoe iedereen naar buiten gaat. Ik zie hun wel maar hun mij niet. Nog niet. Ik zie hoe onze mentor iedereen telt. Maar erachter komt dat ik er niet ben. Ik zie hoe er wat verwarring ontstaat. Ik pak het briefje uit mijn zak en laat dat naar beneden vallen. Hij komt precies neer voor Harry en ik zie hoe hij het opraapt. Hij kijkt om zich heen maar ziet mij niet. Hij geeft het briefje aan mijn mentor en ik deins een beetje achteruit als ze aanstalten maakt om omhoog te kijken. Ik sluit mijn ogen even en ga staan. Heel dicht bij de rand. Ik kijk naar Harry die met Zayn en Liam staat te praten. Niall was er normaal ook nog bij maar hij is ziek. De mentor kijkt omhoog en roept dat ik naar beneden moet komen. Dat zal ook gebeuren. Eerst naar beneden en dan omhoog. Naar boven. Weg van hier. Iedereen kijkt me nu aan en sommige meisjes staan met hun hand voor hun mond. Ik kijk naar Harry die opeens weg is.
Ooit, ooit waren we vrienden. Maar een stomme ruzie moest alles verpesten. Een ruzie die nergens over ging.

We deden truth or dare met Zayn, Liam en Niall. Echte jongens truth or dare. Het was meer dare or dare. Als je het niet wilde, moest je een fles alcohol leegdrinken. Harry kreeg de opdracht mij te kussen, en toen zijn lippen iets te lang op de mijne zaten voor mijn gevoel zoende ik hem. Iets wat hij niet kon accepteren. Iets in zijn hoofd zei tegen hem dat het niet goed zat waardoor de stop doorsloeg. Gelijk werd de wereld in gestuurd dat Louis Tomlinson op jongens valt, jongens leuk vind. Sinds dien ging iedereen mij haten. Waarom? Ik heb hun nooit gehaat.

Ik hoor hoe iemand de trap op klimt en ik ga met mijn rug richting de mensen van mijn school toe staan. Het is nu of nooit. Ik spreid mijn armen en kijk naar de lucht. Een heleboel vogels vliegen voorbij. Als een kolk om mijn en Harry heen. Zodat niemand ons meer kan zien. "Louis, niet doen." Zegt hij. Ik schud mijn hoofd. "Waarom zou ik niet? Niemand houd van me." Zeg ik. De vogels die om ons heen zweven fluiten naar ons. Ik zet nog een stapje naar achter zodat ik op de rand sta. Hij komt dichterbij. "Ik houd van je." Zegt hij. Ik schud mijn hoofd. "Ik geloof je niet. Ik zou je nooit meer kunnen geloven." Zeg ik. Ik voel de wind die de vogels veroorzaken. Nog één stap en ik ben voor altijd van Harry af. Ik stroop mijn mouwen op en laat een hele rij littekens aan hem zien. "This is what you did to me. I could never ever forgive you Harry Styles!" Zeg ik terwijl ik het laatste bijna schreeuw. "C'mon Lou. Kom met me mee en ik maak alles goed." Zeg ik. Ik schud mijn hoofd. "Je kan het nooit meer goed maken." Zeg ik. Ik pak zijn handen vast. "Als je het goed wil maken, laat me dan niet gaan." Zeg ik. Ik zet een stapje achteruit en val dan een stukje naar beneden. Maar ik heb Harry's handen nog altijd vast zodat ik niet te ver kan vallen. Ik ben heel licht omdat ik haast niks eet. En dan ook echt helemaal niks. Als ik iets moet eten gooi ik het er meestal al snel weer uit. Ik kijk naar beneden en voel mijn voeten bungelen. Ik kijk omhoog naar Harry die op zijn knieën is gaan zitten. De vogels vliegen nu boven ons zodat iedereen ons kan zien. Ik kijk Harry aan. "Niet loslaten. Alsjeblieft." Zeg ik zachtjes. "Ik zou je nooit loslaten. Nooit. Voor geen goud." Zegt Harry. Hij glimlacht naar me. Ik heb eindelijk de lieve Harry weer gezien. Ik slik even en voel mijn handen een beetje los glijden. Ik bijt op mijn lip en kijk naar beneden. Hij blijft mijn handen goed vast houden en pakt een van mijn polsen vast en dan mijn andere zodat hij me omhoog kan trekken. Samen vallen we op het dak en ik zie hoe alle vogels weg gaan.


We werden weer vrienden, en na een paar dagen ook vriendjes.
Het ging allemaal heel snel.
We haalden ons examen en daarna had Harry me gevraagd om te trouwen. Ik had ja gezegd. Na anderhalf jaar samen te zijn waren we getrouwd. Een jaar later hadden we twee kindjes. Een jongen en een meisje. De rest van ons leven waren we samen.

The end.


Ik zat te twijfelen of ik het goed of slecht zou laten eindigen, maar heb voor goed gekozen omdat het Larry is en nou ja, anders werd het geen Larry.

Reageer (1)

  • LarryIsLove

    Wauw....super <3
    xxxx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen