Foto bij 18. Luna Anderson

Joey trok me ruw achter een struik. Ik wilde iets naar hem schreeuwen dat hij eens normaal moest doen, maar hij legde zijn hand over mijn mond en wees met de andere vooruit. Ik keek naar waar zijn vinger heen wees maar zag niks. Toen ik hem met een vragende blik aankeek, trok hij zijn hand terug en legde zijn vinger voor zijn lippen ten teken dat ik stil moest zijn. Daarna haalde hij rustig zijn hand van mijn mond en fluisterde heel zachtjes in mijn oor. Mijn ogen werden groot en mijn hart begon sneller te kloppen. Mijn ademhaling werd sneller en ik moest moeite doen om mezelf te beheersen en niet opeens weg te rennen. Want zo’n 20 meter voor ons stond een man, gehuld in een gewaad dat over de grond sleepte als hij liep. Hij zag er oud uit, maar iets aan zijn manier van bewegen maakte mij bang. Joey stond op en gebaarde mij om te blijven zitten, en me vooral niet te verroeren. Even later kwam hij terug met een boog en een paar pijlen.
“Hoe ga je hem vanuit hier raken?” Fluisterde ik, zachtjes zodat de man ons niet zou horen, maar dat Joey mij nog net kon horen.
“Niet ik, jij.” Fluisterde hij terug. De blik in zijn ogen vertelde mij dat hij er niet blij mee was. Hij had dit veel liever zelf gedaan.
“Wat, ik?!” Ik raakte in paniek, ik had nog nooit een boog vastgehouden.
“Shhhtt!” Hij trok me weer naar beneden achter de struiken en wachtte een tijdje tot hij zeker wist dat de man mij niet gehoord had. “Doe wat in je opkomt, je instinct zal je de goede weg wijzen. Twijfel niet, want dan zal het nog eens slecht af kunnen lopen. Ik kan je niet helpen.”
“Maar ik weet niet eens hoe ik zo’n ding vast moet houden?” Mijn stem trilde en ik was verstijfd van angst.
Joey pakte de boog, deed het voor hoe ik de pijl erop moest leggen en gaf het vervolgens weer terug.
“Concentreer je en zorg ervoor dat je zeker weet dat je hem wilt raken. De rest zal vanzelf gaan, alsof je het al jaren doet. Zorg ervoor dat hij niet weet waar je bent, magiërs zijn slim.”
En met deze laatste woorden gaf hij mij zachtjes een zetje om aan te geven dat ik nu echt moest gaan. Ik ademde een keer diep in en uit, sloot mijn ogen kort en rende vervolgens gebukt tussen de struiken door naar de volgende boom. Mijn hersenen maalden over wat ik moest doen, en hoe ik dat ooit voor elkaar zou krijgen. Het leek alsof er een steen in mijn maag lag, en die met elke stap die ik zette zwaarder werd.
Al kruipend en tijgerend was ik steeds dichter bij de magiër gekomen. Ik wist dat ik snel moest zijn, maar ook weer niet te snel want dan zou ik mezelf verraden. De magiër was nog maar 10 meter van me vandaan, en de bomen en struiken waar ik me achter kon verschuilen hielden nu zo’n beetje op. Ik ging achter een boom staan, probeerde mijn ademhaling onder controle te krijgen en spande de boog zoals ik Joey had zien doen. Ik bewoog langzaam en richtte de boog op de man, die met zijn rug naar mij toe stond. Ik ademde in en liet de pijl gaan. Meteen liet ik me op de grond vallen en bleef zo een tijdje liggen. Ik hoorde geen kreten van schrik of van pijn, de pijl was hartstikke mis geweest. Ik stond weer op, deed hetzelfde als de vorige keer en liet me weer op de grond vallen nadat ik de pijl had geschoten. Dit keer hoorde ik het ergens tegenaan ketsen, alweer mis dus. Ik wilde weer opstaan om nog een pijl te schieten, maar dacht aan wat Joey had gezegd. Hij mocht er niet achterkomen waar ik was. Dus ik tijgerde naar een paar bomen verderop, daar probeerde ik het opnieuw. Maar dit keer zag ik ook voor me dat de pijl de magiër raakte, in zijn been. Ik spande de boog zover als ik kan, richtte en liet los. Dit keer bleef ik staan kijken of het raak was. Ik zag de tovenaar zich verschrikt omdraaien en vervolgens stak de pijl uit zijn rechter been. Een kreet van pijn kwam uit zijn keel, en hij greep naar zijn been. Ik kroop weer naar een andere boom en schoot daar weer een pijl af, dit keer in zijn arm. Vanbinnen voelde ik een sprankje hoop dat dit misschien toch nog wel ging lukken. Maar het volgende moment besefte ik me dat de magiër op had gekeken en mij gezien had. Hij had me recht in mijn ogen aangekeken en ik voelde een rilling over mijn rug lopen. Dat sprankje hoop was ook net zo snel weer verdwenen als dat het gekomen was.
De magiër begon iets te mompelen en stak zijn handen in de lucht. Van schrik stond ik daar nog steeds, niet in staat om iets te bewegen. Er verscheen een soort rode bol tussen zijn handen dat hij vervolgens naar beneden liet zakken. De bol werd langzaam steeds groter, totdat hij net zo groot was als hem en hij erin stapte. Het volgende ogenblik zag ik een fel licht, en de bol was verdwenen.
Ik liet me op de grond vallen en kroop naar een boom die verder van hem vandaan stond. Ik wilde hier weg. Hijgend van schrik en vermoeidheid liet ik me tegen de boom aan zakken. Als ik nu weg zou gaan, zou ik Joey in moeilijkheden brengen. Hij had gezegd dat ik de enige was die hem kon verslaan. Maar ik was zo bang geworden dat alle moed in mijn schoenen was gezakt. Hij was veel krachtiger dan ik. Tranen welden op in mijn ogen, ik kon dit niet.
En toen stond plots Joey voor mijn neus, hij trok me omhoog en keek me streng aan.
“Je moet.” Was het enige wat hij zei.
“Maar… Maar…” stamelde ik.
“Jij bent de enige die dit kan doen, Luna! Je moet ervoor zorgen dat hij niks meer kan, pas dan kan ik je helpen om hem uit te schakelen.”
“Maar ik wil niemand doden..” En opnieuw prikten de tranen in mijn ogen. Het idee dat ik iemand zou moeten doden was vreselijk, het voelde niet goed.
“Je hoeft hem ook niet te doden, zorg dat hij niks meer kan en ik doe de rest.” Joey keek me nog steeds streng en bevelend aan. Maar toen hij merkte dat het niet werkte gaf hij me opeens een knuffel en fluisterde in mijn oor: “Je kan het, ik geloof in je!”
Mijn wangen begonnen te gloeien en verlegen staarde ik naar mijn schoenen terwijl ik met mijn handen wat aan de boog prutste. “Dank je” zei ik zachtjes en voor ik nog wat kon zeggen was hij al weer weg. Hopelijk klaar als ik hem nodig had.
Ik concentreerde me weer op de magiër, want al die tijd had hij nog steeds daar gestaan, niet wetend waar ik naartoe was gevlucht. Ik sloot mijn ogen, en zag hoe de pijl richting zijn hart bewoog, maar hij zou niet in zijn hart terecht komen. Dat liet ik aan Joey over.
Ik spande de boog, richtte en liet los. Daar zoefde de pijl, recht op zijn doel af. Maar in plaats van dat de pijl in het vlees van de magiër kwam, ging het dwars door het lichaam heen. Zo gauw ik dat zag, liet ik me weer op de grond vallen en hoorde een bulderende lach. Ik wist niet hoe het kon, maar het zou vast iets te maken hebben met die rode bol. Terwijl ik weg kroop uit mijn schuilplaats, opzoek naar de volgende dacht ik na hoe ik hem dan klem moest zetten, de pijlen zouden niet werken.
Terwijl ik verder kroop over de grond voelde ik iets in mijn been prikken, ik keek omlaag en zag daar het heft van een mes. Die had er eerst nog niet gezeten, dat wist ik zeker. Maar ik kon het goed gebruiken voor het plan dat zich nu langzaam in mijn hoofd begon te vormen. Ik kroop verder terwijl ik naar de magiër keek en wat er zich om hem heen bevond. De magiër was ondertussen onder een boom gaan zitten, hij had al die tijd in de volle zon gestaan op de open plek en hij had waarschijnlijk ook last van de wonden die de pijlen aangericht hadden. De boom waar hij tegenaan zat, zag er al wat ouder en krakkemikkig uit, een goede klap van een bijl en hij zou omvallen. En dat was precies wat nodig was. Ik kroop dichter naar de boom toe, zodat ik er recht voor zou zitten. En toen pakte ik het heft van het mes vast, concentreerde me net zoals ik had gedaan toen ik de messen gooiden bij de elven. Ik ademde rustig in en uit, en zag voor me hoe het mes zijn doel zou raken. Dit was mijn enige kans om hem klem te zetten. Ik sloot mijn ogen en gooide. Ik durfde niet te kijken, mijn hart ging tekeer en leek wel uit mijn ribbenkast te komen. Ik hoorde gekraak, een kreeg van schrik en vervolgens een doffe klap. Ik schrok van de klap en opende meteen mijn ogen. Mijn plan was gelukt, de boom was doormidden gespleten en de magiër lag onder een van de helften van de boom. Hij had met gekruiste benen onder de boom gezeten, met zijn handen op zijn schoot zodat zijn gewonde arm ondersteund werd. Hierdoor lag hij nu dubbel geklapt onder de boom en kon zijn armen niet gebruiken om de stam weg te halen en ook geen magie uitoefenen. Vanuit de bosjes zag ik opeens Joey aan komen rennen, ik wilde nog gillen dat het gevaarlijk was maar er kwam geen geluid uit mijn keel en ik kon alleen maar toekijken.

- - - - - - - - - - - - - -

Door FlyingMinds

Reageer (1)

  • Kobyla

    Hoe kan een enkel mes een boom splijten?
    Maar owke, ik ben wel benieuwd wie die magiër dan is...
    Snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen