Hoofdstuk 3

Sanne pov
Ik voelde me vreselijk. ik ging op een bankje zitten.
Gaat het vroeg Jiliana.
Ja hoor zei ik.
Het was een top vriendin ze was ook super aardig.
Toen we samen uit school fietsten stopte
ik opeens. Ik zag vel licht. Jiliana kom.
We dumpten onze fietsen.
En renden naar het felle licht. We verstopte ons snel.
Ik keek er naar.
Voorzitig liep ik er naar
toe. Opeens zag ik een soort poort.
Allemaal vreemde soort van marsmannetjes
liepen er in.
Jiliana kwam bij me staan. Kom
we moeten naar binnen gaan
zei ik. We renden naar de achterkant van de rij.
Toen de mannetjes voor ons er door
waren gestapt. Pakte ik mijn vriendin haar hand ik tel tot 3.
En dan moeten we naar binnen gaan. 1,2,3 go! we renden naar binnen