Als de film gedaan is besluiten we nog even een twitcam te doen. Of ja, Nils en Daan gaan een twitcam doen. Ik ga op de bank de Hitkrant lezen. Daan en Nils gaan op de bank er naast zitten en zetten de laptop op een klein tafeltje. 'Hoi mainiacs!' roepen ze in koor. Ik blader wat door het magazine maar erg interessant is het niet. Oh wacht, was dat Daan niet? Ik blader terug en lees een artikel over MainStreet. 'Daan,' fluister ik. Hij kijkt op en ik geef hem de Hitkrant aan. Nils tikt Daan aan en wijst naar de laptop. 'Ja hier is iemand,' lacht Daan terwijl hij naar de webcam kijkt. Hij leest het artikel in de Hitkrant. 'Daan, ze vragen wie hier is,' zegt Nils. Daan antwoordt niet maar begint snel over het artikel. 'Hebben jullie allemaal de Hitkrant al?' Een paar minuutjes later zucht Daan en hij kijkt me aan. 'Oliv, kom even,' zegt hij. Ik ga naast Daan zitten en kijk onzeker naar de webcam. 'Olivia is hier,' zegt Daan glimlachend. Ik kijk naar het scherm waar we ons zelf kunnen zien en naar de kader waar in reacties van Mainiacs verschijnen. Ik kan er enkele snel lezen.
'Oh jezus, niet weer dat lelijk kind'
'Die Olivia is altijd bij je ofzo?'
'Zijn jullie nu nog steeds samen? Daan maak het toch gewoon uit.'
'Ahhh ik ben echt jaloers zij is zo mooi'
Er komen ook enkele vragen voor me voorbij. Bijvoorbeeld deze: 'Olivia: is het leuk om met Daan te hebben?' 'Ja, het is heel leuk om met Daan te hebben!' zeg ik glimlachend. Daan drukt een kus op mijn wang. Nils staat op en loopt naar de keuken. 'Wat is die van plan?' fluistert Daan in mijn oor. Ik haal mijn schouders op. 'Ik ga wel even kijken,' zeg ik stil. Daan knikt en richt zich weer naar de webcam. Ik loop naar de keuken en zoek Nils. Hij is er niet. Oh ja, hij kan in de tuin zijn. Ik loop de achterdeur uit. Ik hoor van ver wat takjes kraken. Ik loop in de richting van het tuinhuis en vind Nils daar. Hij zit op de grond en breekt takjes door 2. Ik ga naast hem zitten en kijk naar zijn bruine krulletjes. 'Nils, wat is er?' vraag ik zacht. Ik zei het zo zacht dat ik bijna fluister. 'Niets.' 'Zal wel. Ik weet dat je me niet moet maar je mag het altijd zeggen hoor,' zeg ik. Hij denkt toch niet dat ik geloof dat er niets is? 'Het is beter van niet,' zegt hij voor hij opstaat en weer naar binnen loopt. Zei ik iets fout of zo?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen