Ik loop door de stad. Waar was die tempel ook alweer? Met moeite kom ik vooruit. Het is vandaag druk in Jeruzalem. Aan de mens merk je niet, dat er buiten een heel leger te wachten staat. Misschien is het maar beter. Ik sla een steegje in. Zo, nu kan ik tenminste doorlopen. Ik begin te rennen. Al snel kom ik bij een muur aan. Achter deze muur ligt de tempel. Ik zet een paar stappen naar achter. Ik neem een aanloop, en klim zo naar boven. Ik land op de grond, en ga weer recht staan. Ik kijk rond. Het is hier zo harmonieus. Ik houd van deze plek. Het is hier zo rustig. Er is hier een hogere macht aanwezig, ik voel het. Ik adem even diep in. Ik loop naar de tempel, en begin eromheen te lopen. Waar was die slang ook alweer? Ik kom aan bij de achterkant. Gevonden! Ik laat mijn hand over de tekening glijden. Er staat weer iets bijgeschreven. 'De ergste duivel, is de duivel in jezelf. Met een kracht sterker dan een orkaan, vliegt hij door je heen.' Ik laat mijn hand over de tekst glijden. Die eerste twee zinnen...Het is niet deel van het verhaal. Zou het dan de verkeerde slang zijn? Ik haal de rol perkament tevoorschijn, en kijk even. Nee, dit moet hem zijn. Wat een rare tekst is dit. 'De ergste duivel, is de duivel in jezelf,' zeg ik hardop. Zijn wij onze eigen ergste vijand? Ik kan maar beter verder lezen. 'Er is een donkere plek in je ziel, waar de duivel heerst. Stukje bij beetje, wordt die plek groter. Hij voedt zich met leugens, verraad en onwetendheid.' Ik kijk nog eens naar de slang, en ril even. Ik kijk op het stuk perkament. Wat is het volgende teken? Het volgende teken is een oog. Wat zou het betekenen? De bergen, de ster en de slang kan ik nog volgen, maar een oog? En waar zou het zitten? Waar zit een oog normaal gesproken? Ik bekijk de muur. Ik zie niks. Ik gebruik mijn arendsoog weer. Hm, de slang ligt rood op, maar verder niets. Ik besluit nog eens om het gebouw te lopen. Ik inspecteer alle muren. Uiteindelijk kom ik aan bij de voorkant. Ik zie iets rood oplichten. Boven de poort, bij een soort balkon. Hm, ik moet naar boven klimmen. Ik neem een aanloop, en klim zo naar boven. Ik kom aan bij het balkon. Bingo, het is het oog. Ik sluit mijn ogen, en open ze weer. De wereld ziet er weer normaal uit. Ik laat mijn hand over het oog glijden. Er staat weer een tekst bij. 'Het oog is de poort naar de ziel. Het is als een doolhof. Alles kan erin, maar niets komt er zomaar uit. Open je ogen voor het goede, sluit je ogen voor het kwade. Laat de duivel in jezelf niet ontwaken.' Ik bekijk het oog nog eens. Het is heel gedetailleerd uitgewerkt. Mijn hart begint sneller te kloppen. Wat is er mis met deze tekens? Waarom zijn ze hier? Wat betekenen ze? En wat heb ik ermee te maken? Ik voel weer hoofdpijn opkomen. Ik buig door mijn knieën en sluit mijn ogen. Het wordt weer zwart voor mijn ogen.
Ik ben weer in het Paradijs. Hoewel? Het ziet er zo anders uit. De lucht is donker, en ik zie Adam en Eva weer. Ze zitten bij elkaar. Ze zitten niet meer in een mooi bos. Ze zitten in een soort woestijn. In de verte brandt licht. Ik loop ernaartoe. Ik zie een muur. En daarachter zie ik bomen. Natuurlijk, ze zijn uit het paradijs geschopt. Ik hoor iets sissen. Ik draai me om. Ik zie de slang, met de appel in zijn mond. Hij glijdt door het zand. Ik loop achter hem aan. Hij glijdt richting de zee. Vanuit de zee steekt een grote rots. Die komt me bekend voor. Voor de zee ligt een soort ravijn, waar de slang inglijdt. Opeens begint de hemel om me heen te vervagen. Ik draai me om naar Adam en Eva. Zo te zien hebben ze niks door. Opeens zie ik een bliksemflits! 'Jullie hebben je onwaardig getoond,' zegt een stem. Wie zegt dat? Ik kijk rond, maar zie niemand. 'Vind de appel, en het Paradijs zal terugkeren. Maar voor nu, zal jullie leven een stuk zwaarder zijn. Jullie zullen werken voor jullie bestaan. Dat is mijn straf.' Was dat God? Nee, dat kan toch niet? Dat is onmogelijk. Het is bijna helemaal zwart voor mijn ogen. 'Vind de appel, en het Paradijs zal terugkeren. Vind de appel...'
Met een schok word ik wakker! Ik ga recht zitten, en kijk om me heen. Jachtig haal ik adem. De appel is in Acre, dat is zeker. Ik moet er als de donder naartoe. Wat zou Gaspard al weten? Hoe verloopt zijn zoektocht? Heb ik wel tijd om terug naar Masyaf te gaan? Volgens mij niet. Ik weet nu zeker dat de appel zich in Acre bevindt. Hij moet zich dan onder de basiliek bevinden. Maar hoe kom ik daar? Ik wrijf even door mijn gezicht. Er moet een manier zijn. Ik zal het onderzoeken, zodra ik in Acre ben. Ik kan er nu over tobben, maar dat is alleen maar vertraging. Ik sta op, en klim naar beneden. 'Hé jij daar! Hoe kom jij hier?' Ik draai me om, en zucht. Wachters. Natuurlijk, net wat ik nodig had. Ik hef mijn handen. 'Mijn excuses. Ik verdwijn al.' Ik loop rustig naar ze toe. Ze trekken hun zwaarden. Ik zet een paar stappen naar achter. 'Heren, moet dit echt met geweld?' vraag ik ze. 'Je staat onder arrest!' zegt de langste. Verbaasd kijk ik hem. 'Onder arrest? Wat heb ik dan gedaan?' 'Dit is verboden grond. Alleen monniken mogen hier komen. Het is hier verboden voor assassijnen.' Ik trek mijn zwaard. 'Dan laat je me geen keus. Schuif, of sterf. De keuze is aan jou.' Ze komen op me af. Vliegensvlug steek ik mijn zwaard in iemand's strot. De andere heb ik ook snel uitgeschakeld. Goed, nu moet ik hier weg, voordat er anderen komen. Ik begin te rennen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen