#12
Rein
Oké, die was boos. Ik schudde m’n hoofd terwijl ik de deur met een klap dicht gooide. Daarna liep ik sloffend naar de bank en liet me toen neervallen. Ik had het eigenlijk ook wel verwacht. Ze haatte me, hoe kon ze dan blij zijn dat ik haar zoende? Ik haatte haar ook. Tenminste, ik dacht dat ik haar haatte. Ik werd steeds weer in twijfel gebracht door dat mooie gezichtje van haar die steeds weer voor m’n netvlies verscheen. En door mijn tong, die steeds weer de smaak van haar lippen proefde. Ik sloeg met m’n vlakke hand tegen m’n kop aan en sloot even hopeloos m’n ogen. Dit was heel fout. Zo mocht ik niet gaan denken. Ik – Rein Van Duivenboden – moest wraak nemen, voor wat ze me toen had aangedaan. Voor dat gênantste moment in mijn leven. Toen ik daar weer aan dacht borrelde de haat weer wat op. Ik zuchtte opgelucht. Gelukkig, de haat was er nog. Anders was het zinloos om met het plan door te gaan. Ik pakte m’n mobiel uit m’n broekzak en toetste het nummer van Nils in. Lachend nam hij op. ‘Duif hoe ging het?’ ‘Jullie kunnen komen, ze is weg.’ Zei ik, zijn vraag negerend. Met jullie bedoelde ik hem en Daan.Daan barstte in lachen uit. ‘Nu al?! Gaat lekker of niet?’ Ik zuchtte. ‘Kom nou maar gewoon, dan leg ik alles uit.’ Dat liet hij zich geen twee keer zeggen. ‘We komen eraan.’ Zei hij en hij hing op.
Er zijn nog geen reacties.