#3
Op m’n dooie gemak liep ik naar de supermarkt. Ik was blij dat ik iets te doen had. Daar in dat huis zitten was ook geen optie want ik verveelde me dood. Nu kon ik in ieder geval iets doen. Ik wist nog precies waar de supermarkt zat. Eigenlijk herinnerde ik me nog best wel veel van Waalre. De school waar ik op zat, de winkels die er zaten en de mensen waar ik dicht bij in de buurt woonde. Toen ik de supermarkt binnenliep kocht ik wat mama me had gezegd. Drie pakken melk en twee dozen met eieren. Toen ik alles had liep ik met twee plastic tassen de winkel weer uit. Eigenlijk had ik nog helemaal geen zin om naar huis te gaan. Dan kon ik daar weer gezellig zitten doen terwijl ik er helemaal niks aan vond. Ik besloot nog even wat rond te lopen en ging in plaats van rechtdoor linksaf. Ik liep langs m’n oude school heen wat er nog precies hetzelfde uitzag. Ook liep ik nog even langs verschillende winkels en door gewone woonstraten. Toen ik heel Waalre doorgelopen was, besloot ik om toch maar terug te gaan. M’n moeder zat waarschijnlijk te wachten op de melk en eieren om het beslag alvast klaar te maken. Ik dacht even na hoe ik het beste thuis kon komen en besloot rechtsaf te gaan. Dat had ik alleen beter niet kunnen doen want ik botste keihard tegen iemand op. Van schrik liet ik de tassen vallen waardoor de eieren en de pakken met melk kapot vielen. Zelf wankelde ik ook en viel toen met m’n kont in de melk en eieren. ‘O sorry.’ Zei een stem toen. Ik keek boos op en schrok toen ik Rein voor me zag staan. Shitshitshit. Dit had ik weer hoor. Van iedereen die hier in Waalre woonde moest ik juist Rein van Duivenboden tegen het lijf lopen. Letterlijk. Ik keek snel weer naar beneden in de hoop dat hij me niet herkent had. ‘Sydney? Ben jij dat!?’ vroeg hij toen. Shit, hij had me dus wel herkent. ‘Nee… eh wat? Uhm… Wie is Sydney? Ik ken geen Sydney’ Stotterde ik terwijl ik naar de grond bleef kijken. Ik hoorde hoe Rein in de lach schoot. ‘Niet te geloven.Sydney. Dat ik jou hier tegenkom. Dat had ik nooit verwacht, wat doe je hier in godsnaam?’ Ik keek hem met een woedende blik aan. ‘Familiereünie.’ Antwoordde ik kortaf. ‘Ahaa.’ Zei hij terwijl hij zijn hoofd schudde van het lachen. Eikel. Toen hij zag dat ik nog steeds tussen de eieren en melk zat stak hij z’n hand uit. ‘Hier, pak m’n hand.’ ‘Ik hoef je hand niet.’ Zei ik toen terwijl ik hem wegsloeg en zelf opstond.’En wat doe jij hier? Moet je niet ergens optreden ofzo?’ snauwde ik toen. ‘Nee, ik heb lekker een paar weekjes vrij.’ Zei Rein vrolijk. Fijn, waarom moest hij nou precies deze week vrij hebben als ik familiereünie had? Dat had ik weer hoor. Ik stond op het punt gigantisch chagrijnig te worden en toen Ik naar de ravage op de grond keek en zag dat er niks meer te redden viel werd ik nog chagrijniger. Er zat niks anders op dan terug te gaan naar de supermarkt en nieuwe eieren en melk te halen.Rein zag dat ik naar de ravage keek. ‘Sorry van dat. Het is mijn schuld dus ik zal het wel betalen.’ Ik schudde m’n hoofd. ‘Hoeft niet. Ik heb nog wel genoeg geld.’ ‘Ah nee, maar het is mijn schuld dus ik betaal het wel.’ Ik schudde weer m’n hoofd. ‘Nee, dat doe je niet.’ Rein moest weer lachen en bekeek me toen van top tot teen. ‘Van de buitenkant ben je erg veranderd maar je bent nog even koppig als altijd.’ Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Positief bedoeld, hoop ik.’ ‘Ja, natuurlijk.’ Zei Rein toen lachend. Treurig keek ik weer naar de ravage op de grond en toen naar mijn broek die ook onder zat. ‘Ik ga naar huis.’ Zei ik toen. ‘Eerst even een schone broek aandoen en daarna snel nog even naar de supermarkt om melk en eieren te halen, want de winkels gaan bijna dicht. Doei.’ Ik wilde weglopen maar Rein pakte me bij de arm. ‘Waarom ga je niet met mij mee? Wij hebben vast nog wel melk en eieren in huis. Dan mag je die wel. Anders voel ik me zo schuldig.’ Ik geloofde helemaal niks van wat hij zei. Hij meende het niet. ‘Nee Rein. Ik red me wel. Echt.’ Ik trok m’n arm terug en liep snel weg, zodat Rein me niet weer kon tegenhouden. ‘Doei Sydney!’ riep hij me na. ‘Tot snel!’ Tot snel? Haha, ik dacht het toch niet. Ik keek niet op en liep snel door, bang dat hij me nog weer in zou halen. Ik had er spijt van dat ik niet gelijk naar huis was gegaan.
Er zijn nog geen reacties.