Hoofdstuk 1.2
Mikayla keek lachend naar de baby die tegen haar borst lag te drinken. Het was 3 weken na de geboorte van Melody. In al die tijd had Hera de relatie tussen Zeus en haar die leidde tot dit halfbloed kind nog niet ontdekt. Elke keer als ze aan Hera dacht overviel haar een angst die ze niet kon beschrijven. Maar het wekte ook een gevoel bij haar op. Een naar gevoel. Ze keek naar haar tuin die er dit jaar prachtig bij stond. Er stonden allerlei bloemen van Rozen tot Hortentia's. En de komende jaren zou haar kind daartussen spelen. Opeens zag ze tussen de rozen een fel wit licht verschijnen. Het werd groter en groter totdat het een grootte had van een volwassen man. Uit het licht verscheen er een man in een charmant zwart pak en tot haar grootste verbazing stapte Aphrodite er ook uit. Haar aandacht ging weer naar de man. Dit was de man van wie ze hield. De vader van haar baby. Ze liepen naar binnen waarna de man gelijk op haar en de baby afkwam. "Mikayla" zei hij blij en hij kuste haar op de mond. Daarna keek hij naar de baby. Melody zat tevreden op haar schoot. "Lieve lieve Melody." zei hij en hij tilde haar op. Mikayla verwachtte dat Melody zou gaan huilen maar het enige wat ze deed was vrolijk kraaien. "Ze lijkt op je." zei hij en hij gaf een kus op Melody's wang. Hij wiegde haar langzaam in slaap en toen ze eindelijk sliep legde hij haar in haar slaapbox. Hij draaide zich om en keek naar haar. Ze zag dat hij ernstig keek. "We moeten praten."
Er zijn nog geen reacties.