De volgende dag was het heerlijk zonning.
Na de strenge poolwinter zorgden het mooie weer en de zachtere temperatuur voor vrolijkheid in het hart van de kasteelbewoners.
Als de zon scheen was het makkelijker om fit en vrolijk te worden.
In de grote keuken op de tweede verdieping stonden twee kokkinnen Arla en Erla al voor het fornuis, verwikkeld in een hevige discussie.
'Arla, hou erover op! We hebben twee dagen geleden perentaart gebakken. Vandaag maken we appeltaart,' Beweerde Erla met een rode appel in haar linkerhand.
'Geen sprake van, Erla!' protesteerde haar zus met een peer in de hand. 'We bakken perentaart. '
Arla en Erla waren zussen, maar ze leken in niets op elkaar. Erla de oudste, was lang en zo mager dat je haar van de zijkant bijna niet zag.
Haar jongere zus was in alles haar tegenpool; zij was klein en mollig en was van alle kanten even rond. Alleen qua karakter leken de zussen heel veel op elkaar: ze waren allebei koppig en vastberaden en ze waren het nooit ergens over eens, ze konden ruziemaken over alles, tot in de kleinste details.
'Ik zeg je dat we appeltaart bakken ! '
'O, nee. Perentaart, en niets anders!'
'En als jullie er nu eens een met peren én appels maken?' klonk een stem achter de twee kokkinnen.
'Prinses Nives, goedemorgen!' groetten ze in koor, een beetje verrast.
De prinses van Arcadia was uitzonderlijk mooi die ochtend. Haar lieve, onschuldige gezicht zag er bijzonder stralend uit en haar blik was kalm.
Zo te zien had ze een lange, goede nachtrust gehad.
Nives beantwoordde de groet van beide kokkinnen en kwam met een brede glimlach de keuken binnen.
Ze droeg een jurk die er nogal eenvoudig uitzag, al was hij gemaakt van een uiterst kostbare zijdesoort met wol erdoorheen geweven.
Een nachtblauwe jurk die ze met aangeboren zwier en elegantie droeg, zoals een bloem haar blaadjes draagt.
Arla en Erla wierpen elkaar een blik van verstandhouding toe. Toen zei Arla, de grootste kletskous van de twee: 'Hebt u een vrije dag, prinses nives?' doelend op de jurk die niet echt voldeed aan de gewoontes van het hof.
'Ik ga met Gunnar naar de Grote boom,' antwoordde de prinses alleen maar. Er gleed een vrolijke glans over haar lichte ogen.
Ze vond het heerlijk om op Gunnar over de ijsvlaktes van haar geliefde rijk te rijden. In dit seizoen, het zachtste van het hele jaar, merkte Nives dat ze opleefde, en door de rit naar de Grote Boom voelde ze zich als herboren voelt.
Toen legde ze bijna ongemerkt haar slanke vingers op het aanrecht, en streek vlug over de poedersuiker ...
'Prinses! Niet met de vingers in de suiker!' probeerde Erla haar tegen te houden, maar ze was net te laat.
Nives had haar vingers al met een geamuseerde blik in haar mond gestoken, en zelfs op het puntje van haar neus zat poedersuiker.
'O, prinses!' zuchtte Arla. 'U leert het ook nooit! Straks krijgt u er weer van langs van uw tante, de gravin!'
'Ach, van wie zou zij het te weten moeten komen?' lachte Nives. 'Van jullie soms? Zouden jullie echt zo gemeen zijn om mij straf te geven voor zo'n beetje suiker?' De twee kokkinnen glimlachten gelaten; er was geen beginnen aan. Hoezeer gravin Berglind en zij ook hun best deden om Nives in elk geval een klein beetje da hofetiquette en gedragsregels bij te brengen, zodat ze een waardige koningin zou worden, het meisje probeerde er altijd onderuit te komen en gedroeg zich nog steeds als een wildebras. En dan te bedenken dat ze geen kind meer was, maar inmiddels een jonge vrouw!
'Wilde u nog iets zeggen?' vroeg Arla met een blik op haar zus.
'Behalve het feit dat u met Gunnar naar de Grote Boom gaat?' maakte Erla de zin een beetje angstig af.
De Grote Boom was namelijk een heel bijzondere boom, die beslist magische krachten had. Hij groeide afgeschermd van de buitenwereld in een geheime tuin, waarvan alleen een klein aantal vertrouwelingen van het hof van Nives het bestaan kende. Alleen al het noemen van de boom wekte bij iedereen in het rijk vrees en ontzag voor de duistere macht van de magie.
Maar niet alleen de Grote Boom was reden ontzag voor Erla, ook Gunnar zat haar niet lekker, want zijn woeste, machtige aanblik vond ze angstaanjagend.
Nives bleef in de deuropening staan en deed of ze aarzelde.
'Nee, ik heb verder niets te vertellen, geloof ik ... hoezo?' zei ze plagerig.
'Ik zou het niet weten, uwe hoogheid. ik dacht dat u net nog iets anders wilde zeggen ...' drong Arla aan.
'Weet je het zeker, Arla? Je oren halen de laatste tijd wel vaker flauwe streken uit,' plaagde haar zus, maar toen verzweeg de kokkin abrupt.
vanuit de gang klonken voetstappen, en na enkele ogenblikken verscheen de enorme snuit van een witte wolf om de hoek van de deur.
Het was een groot beest met een dikke, egale vacht en alleen hier en daar een lichte grijze streep op zijn kop en zijn nek.
Hij had grote, indringende blauwe ogen, maar de arme kokkin vond ze alleen maar doodeng. Voor haar waren het felle, gemene ogen.
Hij was de grootste wolf van het rijk, de leider van alle wolven van de prinses.
Hij was Gunnar.
Nives keek hem vrolijk aan.
'Daar ben je Gunnar! Kom, dan gaan we!' zei ze met een aai over zijn snuit. 'En niet te veel ruziemaken, jullie twee. '
'Wie? Wij? Hoezo? Ik maak nooit ruzie. Erla misschien,' wierp Arla tegen. 'Ik? Kom nou! Jij begint altijd,' reageerde Erla, en zwaaide dreigend met haar appel.
Nives schudde geamuseerd haar hoofd.
Die twee zouden ook nooit veranderen, maar dat vond ze helemaal niet erg: ze kon niet tegen veranderingen en ze wilde graag dat alles bleef zoals het altijd was geweest.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen