14- Niall Horan
Nerveus sta ik voor de deur. Volgens mij betekent haar nicht veel voor Phoebe. Na alles wat ze vertelde erover, moet dat wel. De deur gaat open en een vriendelijke, mooie, jonge vrouw verschijnt in de deuropening. ‘Jij moet Niall zijn’, ze steekt haar hand uit. ‘Ja, en jij bent vast Hanne’, ik schud haar hand en lach. ‘Kom erin. Phoebe kan elk moment komen.’ Ik ga binnen en kijk rond. Modern, gezellig en mooi. ‘Je woont mooi.’ ‘Dank je. Ga gerust zitten. Iets drinken?’ ‘Iets fris, alsjeblieft.’ Ik zet me in de zetel. ‘Niall, ik moet je bedanken. En dat doe ik beter nu Phoebe er nog niet is.’ ‘Waarvoor?’ Ik neem het glas cola aan. ‘Phoebe had het moeilijk en nu ze jou kent, straalt ze. Ik ben blij haar zo te zien.’ Ik lach. ‘En ik ben blij dat ik iets voor haar kan betekenen.’ Hanne wil nog iets zeggen maar dan gaat de bel. ‘Dat zal ze zijn’, zegt Hanne tegen mij en dan loopt ze de kamer uit. ‘Is hij er al?’hoor ik Phoebe vragen. Haar stem is mooi, zuiver en uniek. Net zoals ze zingt. ‘Ja, hij wacht op je. Ga maar door naar de living.’ Nog geen 5 seconden later komt e de kamer binnen. ‘Niall!’ Ik sta recht en wordt direct in een knuffel getrokken. Niet dat ik dat erg vindt. ‘Ik veronderstel dat je Hanne al kent’, zegt ze wanneer ze me loslaat. ‘Al zo’n 10 minuten’, antwoord ik terwijl ik ga zitten. ‘Ik heb je toch niet te lang laten wachten?’ Ze panikeert lichtjes, dat hoor ik in haar stem. ‘Neenee.’ ‘Ik wou hier zijn voor jou, maar Megan hield me tegen.’ ‘Wat zei ze?’ komt Hanne tussenbeide. Ik ben eigenlijk ook wel benieuwd. Dan begint Phoebe gedetailleerd te vertellen.
*Flachback in Phoebe POV*
Ik loop naar mijn fiets. Straks zie ik Niall. Z’n blonde haren en blauwe ogen. Zijn lieve lach. Ik sukkel met mijn slot en net als ik het openkrijg, voel ik een hand op mijn schouder. Ik heb al een vermoeden wie het zou kunnen zijn. ‘Phoebe?’ Ik herken de stem en mijn vermoeden wordt bevestigd. Megan staat achter me. ‘Dag Megan’, zucht ik. ‘Ik moet nog weg dus hou je het kort?’ Ik zeg het zo vriendelijk mogelijk. ‘Tuurlijk. Ik wou gewoon weten hoe het met je gaat.’ ‘Wel, om heel eerlijk te zijn: beter dan ooit.’ Megan kijkt me ongelovig aan. ‘En mag ik vragen wat je zo gelukkig maakt?’ ‘Iemand die het echt goed met me meent.’ Ik weet dat dit haar kwetst. En ik zie het ook in haar ogen. Maar ik stap op mijn fiets en zeg nuchter ‘Dag Megan’ voor ik wegfiets.
Er zijn nog geen reacties.