Hoofdstuk 170
Aiden
Ik spits mijn oren en hoor dat James en Glenn wakker zijn.
Nog geen minuut later komt James naar buiten gelopen met Glenn achter zich aan. Ik zal hem eens een lesje leren!!
‘Wat kom je doen!’ roept James met een kleine grijns op zijn gezicht.
‘Waarom?’ grom ik met een hese stem en doe een stap naar voren.
‘Waarom wat?’ begint Glenn en James geeft hem een waarschuwende blik.
‘Laat mij dit afhandelen’ zegt hij zachtjes tegen Glenn die een paar stappen terug doet.
‘Waarom wil je dat weten? Is het niet duidelijk dan?’ grijnst hij en komt vlak voor me staan.
Ik word met de seconde kwader op hem en wil zijn kop er wel afbijten.
‘Kom dan, doe het dan!’ schreeuwt James en kijkt me kwaad aan.
Ik voel het gif weer in mijn mond lopen en mijn tanden tegen mijn wangen aan drukken. Mijn spieren spannen zich aan en ik haal aan met mijn vuist om zijn gezicht te raken.
Nog voor ik zijn gezicht kan raken word ik weer tegen de grond in de modder gedrukt en kan ik geen kant meer op. Niet weer! Ik wil hem slaan en hard ook!
‘Laat me los!’ schreeuw ik.
‘Niet voordat we thuis zijn’ hoor ik Ben zeggen en trekt me overeind.
Ben kijkt me strak aan met zijn donkerbruine ogen en maakt zijn blik niet meer van me los.
‘Hij moet een keer op zijn plaats gezet worden!’ schreeuw ik naar James die staat te lachen.
‘Nee dat doe je niet!’ zegt Jack en komt ook voor me staan.
‘Wat hij heeft gedaan kan gewoon niet!’ roep ik en probeer me weer los te maken.
‘Dat is niet aan jou, je laat dit aan iemand anders over!’ gromt Jack naar me.
‘Je gaat nu met ons mee naar huis’ zegt Ben en sleurt me mee.
Ben duwt me door de deur naar binnen en laat me dan pas hij me los. Sofia en Yuna kijken me geschrokken en angstig aan. Ik zie er vast uit als een monster, dat kan niet anders.
‘Wat is er gebeurd?’ fluistert Yuna maar ik reageer niet meer op haar.
Ik stamp de trap op naar boven en loop door naar de badkamer. Ik steek er een paar kaarsen aan en bekijk mezelf in de spiegel.
Mijn ogen zijn weer rood. Deels van woeden en deels van de dorst. Het is beter dat ik morgenvroeg eerst ga jagen. Mijn zwarte haren hangen drijfnat langs mijn gezicht. Mijn kleding is doorweekt en vies van de modder. Ik trek mijn kleding uit en hang het ergens te drogen. Ik zoek een handdoek, begin met het drogen van mijn haren en veeg het opgedroogde zand uit mijn gezicht. Ik bekijk de wond op mijn rug die langzaam begint te herstellen. Helaas zal dit nog wel een tijd duren aangezien het is veroorzaakt door een wolf. Ik heb het al geprobeerd te genezen met mijn eigen gif maar dat ging helaas niet.
Met een zucht ga ik op een stoel zitten bij het raam. Ik kijk naar buiten waar het weer gestopt is met regenen en de maan door het raam naar binnen schijnt.
Ik bekijk de wond op mijn been en het ziet er niet echt goed uit. Door al die kwaadheid heb ik niet eens gemerkt dat de pijn erger is geworden. Ik laat nog wat gif op de wond druppen en bind het weer af met wat schone doeken. Met moeite ga ik staan en strompel richting de slaapkamer om weer wat kleding aan te doen. Op de gang blijf ik even staan. Beneden hoor ik Yuna tegen Ben en Jack praten. Ze klinkt erg bezorgd maar ik weet niet waarom.
‘Moeten we dat niet aangeven dan?’ hoor ik haar vragen.
‘Bij wie wil je dat dan aangeven?’ vraagt Jack en dan is het even stil.
‘Bij de mensen die de race organiseren’ zegt ze vastbesloten.
‘Er zijn toch geen bewijzen tegen hem of wel?’ vraagt Ben.
‘Helaas niet, er is niets meer te zien van die vallen en de wonden van Aiden zijn helaas niet genoeg bewijs’ zegt Sofia een beetje treurig.
‘Ja daar heb je wel gelijk in’ hoor ik Yuna zuchten.
Ik besluit er verder geen aandacht meer aan te geven en loop de slaapkamer in. Ik steek een paar kaarsen aan en zoek dan wat kleding bij elkaar om aan te doen. Dan schuif ik het raam dicht en kruip onder de dekens. Ik blaas de kaarsen uit en sluit dan mijn ogen. Het is wel genoeg geweest voor vandaag.
Reageer (1)
ocharme Aiden ik zou die stome James ook wel in elkaar willen rammnen!
1 decennium geleden