006
Even later schrok ze wakker van een flits en daarna gerommel. Het was gaan onweren. Cathy stond op. Ze keek naar buiten. 21 seconde later flitste er bliksem in het water van de vijver. De klap was zo groot dat Cathy op de grond viel. Toen ze haar ogen weer opende, scheen de zon. Cathy stond met een beetje hoofdpijn op. In de tuin zag ze vier mensen op het bankje zitten. Twee volwassenen en twee kinderen. Ze waren met elkaar aan het praten. Even later stonden ze allemaal op. Ze liepen richting Cathy en ze dacht ze haar pijn gingen doen, maar ze liepen dwars door Cathy heen. Ze voelde alleen maar een klein zuchtje wind. Toen pas merkte ze dat de mensen een beetje doorzichtig waren. Cathy liep met ze mee naar binnen. Alle meubels stonden er weer. Dat had ze nog niet opgemerkt. Het huis was ook schoon en de muren waren niet meer beschimmeld. Ook de tuin zag er prachtig uit. Er stond een fotolijstje op de tafel. De ouders, een meisje en een jongetje. Cathy draaide de foto om en ze zag het jaartal. 1926. Terug in de tijd. Tijdreizen. Hoe is dat eigenlijk mogelijk? Maar nog belangrijker, wie zijn die mensen? Het kleine meisje had ze vaag herkend. En toen wist ze het. Het was haar oma. Haar oma is geboren in 1923 dus haar oma is nu 3. Haar oma kwam haar vaak opzoeken in het weeshuis. Ze bracht altijd lekkere koekjes mee. Mmm...
BOEM! Nog een bliksem inslag. Dit keer in een boom in de tuin. Opeens ging alles tegelijk. De klok begon sneller te draaien en alles werd zwart.
Er zijn nog geen reacties.