De 100e Hongerspelen - 186

Katniss keek Snow recht aan. “Op dit moment zit mijn zoon in de arena, samen met zijn vriendin. Het is de vierde kwartskwelling, de leeftijdsgrenzen zijn weggehaald. Er is een kind van zeven bij.”

“Dat is wel erg jong”, mompelde Snow. “Maar waar heeft u me voor nodig? Als ik het goed begrijp stoppen de Hongerspelen nu. Ik kan me moeilijk indenken dat u zo erg met me begaan bent dat u me zomaar redt.”
“Er is weer een opstand bezig”, zei Katniss. “Eerst heb ik me er tegen verzet, tot Adriënne zei dat uw zoon van plan is gewoon door te gaan met de Spelen omdat Ian zogenaamd te laat meedoet.”
“Dus ik moet u helpen met een opstand tegen mijn zoon?”, Snow keek haar spottend aan. “M’n beste Spotgaai, geef me één reden om dat te doen.”
“Vond u het dan leuk, de voorbije jaren, in die gevangenis?”, vroeg Katniss kalm. “Uw zoon heeft u daar al die tijd gevangen gehouden. Ik heb u eruit laten halen. En ik zou u zelf nooit op die manier gestraft hebben, dat weet u best.” Snow zuchtte.
“Goed, maar dan nog? Hij blijft mijn zoon. En wat denkt u dat ik kan doen?”
“Praten. Over een paar dagen is er een televisieshow, ik en uw zoon. Heel Panem denkt dat wij rebellen Adriënne gevangen hebben genomen, we gaan onderhandelen over haar vrijlating.”
“Hebben jullie haar… Ze kan hier verdomme niets aan doen!”
“Zoals ik al zei, ik ben de enige die ze nog heeft. Adriënne is hier, ja, als gevangene. Maar alleen omdat ze dat zelf ook wilt. Ze is liever hier dan thuis, bij uw zoon. Alleen weet de rest van Panem dat niet.”
“U beweert dat Adriënne wilt dat u haar gevangen houdt?”
“Ja, omdat zij ook een einde wil aan de Hongerspelen. Omdat ze weet dat ze erop kan rekenen dat ik goed voor haar zorg. Omdat ik haar enige vriendin ben.”
“Waarvoor heeft u mij dan nog nodig?”
“Met alleen onderhandelen over Adriënne, winnen we niet. Daarentegen, als het nieuws van die gevangenis lekt, moet hij al heel wat meer toegeven. Maar als u op televisie, voor heel Panem, de daden van uw zoon afkeurt en ons steunt, kan hij niet anders dan zich overgeven.”