Avada Kedavra • Five.
Phoenix POV.
Leunend tegen de deurpost bekeek ik de dooddoeners minachtend. Langzaam maakte ik me los van de deurpost en begon ik rondjes te lopen langs de muren van de donkere eetkamer. Veel van de mensen werden nerveus door mijn arrogantie en haat.
Een meisje met knaloranje haar keek geïrriteerd naar me op en ik glimlachte flauwtjes en geïrriteerd naar haar. Ze zou zo een Weasley kunnen zijn, al was het verschil dat zij geïnteresseerd was in Demetri. Waaruit ik op maakte dat ze erg oppervlakkig was en vooraal niet zo slim.
‘Victoria,’ zei ik honend tegen het meisje, dat rond de twintig was.
‘Phoenix,’ zei ze bot en ik grinnikte.
‘Yaxley,’ zei ik minachtend.
‘Phoenix,’ zei Yaxley emotieloos maar toch had zijn stem een angstige ondertoon wat mij deed lachend. Ik had de meeste dooddoeners vandaag wel laten merken hoe ik was als ik in een slechte bui was.
‘Phoenix, kom je?’ De stem van mijn moeder uit de keuken klonk poeslief, ze wilde me waarschijnlijk niet boos maken, wat niet echt lukte: ik was al boos sinds die gedrochten die ik dooddoeners moest noemen binnen gekomen waren.
Zuchtend rolde ik met mijn ogen en liep ik naar de keuken, waar ik - met hulp van mijn moeder – de Spaghetti Bolognese begon te bereiden. Grinnikend dacht ik terug aan de laatste keer dat ik dat gehad had. Dat was op Hogwarts geweest. Pansy Parkinson had Draco en mij geïrriteerd en ik had haar hoofd in de saus geduwd.
Ik liep met zes borden - twee borden per arm, één per hand - naar de keuken. Ik zette een bord neer voor mezelf, voor mijn moeder, voor de onbekende jongen, voor Bellatrix, voor mijn vader en voor The Lord, die verontwaardigd keek. Ik glimlachte even flauwtjes en chagrijnig.
De onbekende jongen gniffelde even en ik pakte de kan water van de tafel, die ik halfleeg goot over zijn hoofd.
‘Ja, grappig hè?’ zei ik sarcastisch en ik ‘glimlachte’ minachtend en chagrijnig naar hem. De jongen wilde iets zeggen maar Voldemort gebaarde dat hij zijn mond moest houden.
Snel trok ik mijn toverstok voordat iemand anders dat kon doen.
‘Waag het niet om mij te vervloeken of zoiets, ik doe je iets wat twee keer zo erg is,’ siste ik en ik verdween de keuken weer in, in mijn zwarte jurk met kant. Ik vertikte het om dreuzelkleren te dragen en droeg daarom veel jurken als die van Bellatrix, soms leende ik wel eens een jurk van haar. Ze had een goede smaak. Mijn blonde haren had ik meestal los, of slechts met een klip vast gezet achter mijn oor. Maar nu hing het in een nette knot in mijn nek, met een paar plukken los aan de weerzijden van mijn gezicht.
Dit keer pakte ik acht borden uit de keuken en Yaxley probeerde me te laten struiken. Ik grinnikte even minachtend en trapte hard op zijn voet, waarna ik de borden bij de andere dooddoeners neet zette. Daarna kwam mijn moeder binnen met nog zes borden en zette die op de overige plaatsen neer.
Ik ging op één van de twee lege plaatsen zitten, vlak naast de onbekende jongen die me eerder op de dag zo ruw bij mijn arm had gepakt.
‘Geheel gemaakt door Phoenix,’ glimlachte mijn moeder en ik grijnsde. The lord glimlachte tevreden. ‘Laat het jullie goed smaken,’ zei hij zacht en ik huiverde. Ik zou nooit aan die akelige man kunnen wennen.
De jongen naast me keek benauwd naar zijn eten en ik lachte even.
‘Ik heb er heus geen gif in gedaan, hoor. Al had ik Professor Snape maar al te graag laten zien hoe goed ik ben in Toverdranken,’ grinnikte ik met een sluwe blik op professor Snape, die onbewogen bleef zitten wat mijn humeur er ook niet beter op maakte.
Met een chagrijnige blik pakte ik mijn toverstok weer en wat dooddoeners deinsden onopvallend terug. Maar niet onopvallend genoeg voor mij.
De tafel schudde van Bellatrix’ lach en al snel begon ik ook met lachen.
‘Phoe, vanaf het moment dat ik je ontmoette wist ik dat ik jou zou mogen!’ kirde Bellatrix en ze lachte.
‘Ik wilde dat ik hetzelfde over jou zou zeggen, Bellatrix,’ grijnsde ik chagrijnig en Bellatrix hield ook weer op met lachen.
Toen kirde ik me tot Voldemort. ‘Waarom moet die daar-‘ ik wees naar de dooddoener naast me ‘- eigenlijk een masker op en mag hij niet praten? Waarom moet zijn identiteit geheim blijven?’
‘Wel, Phoenix… Je zal gedurende het komende schooljaar de jonge dooddoener een paar keer zien. Het is beter als zijn identiteit geheim blijft,’ zei Voldemort handenwrijvend en direct werd ik weer chagrijnig.
‘Geweldig, dus ik krijg een stalker,’ zei ik quasi-enthousiast. Chagrijnig nam ik een hap van de spaghetti. Deze mensen hielpen mijn humeur niet echt omhoog. En ik was over het algemeen nogal humeurig, voor zover de mensen wisten, dan. Er was slechts één persoon die beter wist: Draco. En heel af en toe Blaise, maar die zag me als ‘die wispelturige opper-Zwadderaar’. Ja, ik was door en door Slytherin. Men zei dat je het kon aflezen aan mijn ogen, die net opgerolde slangen leken. Ik kon ze geen ongelijk geven. Heel mijn familie had in Slytherin gezeten, allemaal volbloeds. Nooit had iemand uit mijn familie een andere verhouding dan haat gehad met een modderbloedje. Soms kenden ze vaag een halfbloedje, maar echt bevriend waren ze alleen met Volbloeds. Geliefd waren ze ook alleen maar bij Volbloeds. Liefde voelden ze alleen bij Voldbloeds. Ja, mijn familie was helemaal ‘in-to’ Pure-bloods.
Reageer (1)
Verder xx
1 decennium geleden