Avada Kedavra Four.
Phoenix POV.
De meeste mensen vertrokken, maar de Lord, de jongen die nog steeds pijn in zijn kruis heeft, Bellatrix, mijn ouders en meneer en mevrouw Malfoy zijn nog steeds in de kamer.
Als u me wilt excuseren, mompelde ik terwijl ik naar de toiletten rende. Daar eenmaal aangekomen draaide ik de deur op slot en ik hield mijn arm er lange tijd onder, wat de pijn verzachtte.
Terwijl de kraan nog steeds liep zakte ik ineen op de grond. Ik had niet willen breken waar de anderen bij waren. Breken was falen. Ik faalde niet. Dat mocht ik niet.
Zuchtend streek ik een lok van mijn donker blonde haren achter mijn oor en ik voelde de tranen over mijn gezicht biggelen.
Hoe zou het zijn als dit op Hogwarts was geweest? Met Draco erbij, en die vreselijke Petty Parks.. En Blaise, en de andere Zwadderaars. Waarschijnlijk geen verbetering. Ik had geen zin op Parks aan te moeten horen op zon moment. Al wist ik wel dat Draco haar dan geheid iets aan zou doen. Ik had er tijden aan gewerkt deze reputatie te krijgen. De bitch van de school, lievelingetje van alle leraren en de beste vriendin van Draco. Het gaf veel macht. Macht was een fijn gevoel. Niet dat ik Draco gebruikte, nee, hij was mijn beste vriend. We waren al bevriend geweest voor Hogwarts.
Mijn gedachte werd verstoord door een klop op de deur en snel veegde ik de tranen die waren blijven stromen weg en draaide ik de kraan uit.
Wat?! snauwde ik terwijl ik de deur opensmeet. Het was de Dooddoenersjongen. Gebiedend wees hij naar de eetkamer.
Wees een man en spreek, siste ik voor de tweede keer dit uur naar de jongen. Uit zijn mond ontsnapte een spottende geluid en hij trok me mee aan mijn arm. Waarom praat die idioot niet? vroeg ik toen we weer in de eetkamer waren.
The Lord lachte zacht en spottend. Dat mag hij niet.
Joh, je méént het! Waarom niet, bedoel ik, zeg ik bot. Volgens mij was ik de enige die deze toon aan durfde te slaan tegen Lord Voldemort.
Omdat zijn identiteit geheim blijven moet, zei Voldemort ruw. Ik grijnsde zelfvoldaan voordat ik naar mijn kamer vertrok. Ik had ervoor gezorgd dat Lord Voldemort zijn geduld verloor. En ik wist dat dat een lastige opgave was.
Reageer (1)
Abo erbij
1 decennium geleden