Hoofdstuk 164
Aiden
Zonder problemen kom ik het bos uit en ga richting het strand. Ik hoor een luid gegil in kijk geschrokken achter me. Ik zie een draak uit de lucht neer stortten en de man valt in het zand. Angstig kijk ik weer voor me en mijn hart bonkt in mijn keel. Dit is al de zesde die van zijn draak valt. Ik kijk nog eens om en de man verlaat de race samen met zijn draak.
Ik besluit om er niet te veel aandacht aan te besteden en ga boven het water vliegen.
Het is prachtig weer en Naur lijkt het naar zijn zin te hebben. Ik krijg weer een beetje moed en laat Naur nog wat harder vliegen. Hoe dichter ik bij de volgende bocht kom, hoe duidelijker het word dat er iets groots en blauws op het strand ligt. Ik stuur Naur er op af en het word al snel duidelijk dat het een draak is van iemand. Ik kijk om me heen om te zien waar de ruiter is gebleven en al snel word het duidelijk dat het Sofia haar draak is.
Ik besluit een kijkje te gaan nemen en stuur Naur richting Lanthir.
‘Nee niet doen!’ hoor ik Sofia schreeuwen.
Verbaast kijk ik om me heen maar kan haar niet zo snel vinden.
‘Het is een val! Niet komen!’ schreeuwt ze weer en komt bij haar draak vandaan.
Ik houd Naur in en laat hem bij Lanthir rondjes vliegen.
‘Wat is er aan de hand?’ roep ik naar beneden en kijk haar bezorgd aan.
‘Het is een val! James heeft een val voor je opgezet!’ schreeuwt ze in paniek.
Dan komt er een troep wolven aangevlogen en vliegen me aan. Een van hen grijpt me bij mijn arm en sleurt me van Naur af.
‘Aiden nee!’ gilt ze.
‘Sofia! Ga, ga zo snel als je kan hier weg!’ schreeuw ik en probeer me los te maken.
‘Nee ik laat je niet alleen!’ gilt ze weer en komt naar me toe.
‘Sofia ga en win die race, doe het voor mij!’ roep ik en kijk haar aan.
Even stopt ze met helpen en kijkt me aan. Ze verstijft en blijft me aanstaren.
‘Doe het voor mij en win die race’ zeg ik tegen haar en probeer me nog steeds los te maken.
‘Weet je het zeker?’ zegt ze dan verbaast.
‘Ja ga nou maar!’ schreeuw ik.
Ze knikt een keer en vertrekt dan met Lanthir richting het andere bos. Ik richt me weer op de wolven en weet van een van hen een poot te breken. De wolf rent jankend weg en nu zijn er nog drie over. Naur heeft er al snel een te pakken en dood hem. Een van de anderen rent jankend weg en dan blijft er nog een over.
Hijgend sta ik tegenover hem. Zijn zwarte vacht staat rechtop en kijkt me grommend aan. Ik laat mijn tanden ook zien en ga klaar staan voor een aanval. De wolf gromt en krabt een keer in het zand met zijn voorpoot.
Hij zet zich af tegen de grond en vliegt me aan. Ik klauw mijn nagels in zijn rug en hij piept een keer. Hij laat het hier niet bij zitten en haalt nog een keer uit. Hij raakt me op mijn rug en ik kreun van de pijn.
‘Naur, help me eens?’ roep ik naar hem en hij kijkt op.
Hij haalt diep adem en blaast een vuurbal naar de wolf. Hij piept een keer en rent dan het bos in.
‘Dankje Naur’ zucht ik en klop het zand van me af.
Naur gromt een keer en klappert met zijn vleugels. Ik besluit om weer op zijn rug te klimmen. Naur lijkt weer opgelucht te zijn dat dit over is en snel ga ik weer richting het andere bos.
‘We moeten nog wel een stukje voordat we er zijn’ zeg ik tegen Naur en probeer de pijn te vergeten.
Ik stuur Naur weg van het strand en richting het andere bos. Mijn rug brand als een gek en de tranen staan in mijn ogen. Dan vliegt de gedachte van daarnet door mijn hoofd. Wat zei Sofia over een val? Hoe weet ze dat er een val was? En dat James die had gezet? Is ze zelf ook in een val gelopen?
De gedachten razen door mijn hoofd en ik krijg er hoofdpijn van.
Reageer (1)
Ik haat het steeds als ik het volgende hoofdstuk wil lezen en de melding 'Dit was het laatste hoofdstuk van deze story.' verschijnt voor mijn neus!
1 decennium geledenSnel verder!