11- Phoebe Avery
Net als ik de hoek om ben, voel ik een greep rond mijn pols. Het is de jongen en dat weet ik omdat ik plots in die mooie, blauwe ogen kijk. ‘Ik heet Niall’, zegt hij zacht. Daarna kijkt hij om zich heen. ‘Ik heet Phoebe’, antwoord ik, nog steeds kijkend in zijn ogen. ‘Wil je… iets gaan drinken? Om elkaar te leren kennen?’ Ik twijfel. Ik moet echt naar Hanne. ‘Sorry, ik kan niet.’ ‘Heb je een vriendje? Ik bedoel het niet zo hoor.’ ‘Nee, geen vriendje…’ ‘Moet je naar een vriendin? Ik moet het niet weten hoor.’ ‘Nee, geen vriendin want die heb ik niet. Ik ga naar mijn nicht.’ ‘Oh, ik hoop je nog eens te zien…’, hij kijkt teleurgesteld. Waarom heeft zo’n mooie jongen als hij interesse in zo’n nerdje als ik? ‘Ik hoop het ook’, zeg ik gemeend. Hij heeft iets, ik weet niet wat, dat ik leuk vind. Of misschien is het gewoon omdat hij me niet uitlacht en pest. Nog niet… Ik glimlach naar hem en loop door. Nog geen straat verder staat hij weer voor mijn neus. ‘Hier mijn telefoonnummer. Je ziet wel’, en met die woorden loopt hij weg.
‘Hanne, er is iets. Daarnet, op weg naar hier, heb ik een jongen leren kennen. En ik weet niet wat nu te doen’, ik kijk naar het glas water in mijn handen. Hanne kijkt me aan en wacht tot ik haar ook aankijk voor ze begint vragen te stellen. ‘Bedoel je dat je niet weet of je die jongen wel wilt kennen?’ ‘Nee, dat is het niet. Ik… Wacht ik vertel je gewoon het hele verhaal’, ik begin te vertellen en Hanne luistert aandachtig. Tijdens het vertellen kijk ik van Hanne naar mijn glas naar buiten en terug naar Hanne. Ik eindig met de zin: ‘Hij heeft iets dat ik leuk vind. Heel erg zelfs.’ Hanne denkt na en antwoordt iets wat me nog sterker doet twijfelen. Is dit liefde op het eerste zicht?
- Hallo, met Niall.
• Niall, met Phoebe.
- Phoebe! Ik had nooit gedacht dat je zou bellen.
• Als je niet wilt. …
- Nee, ik ben superblij dat je belt.
• Ik bel om op je voorstel in te gaan.
- Voorstel?
• Om iets te gaan drinken.
- Moest je niet naar je nicht?
• Daar ben ik nu, maar ik heb gedaan wat van me verwacht werd. Dus heb ik tijd.
- Afspraak aan Starbucks?
• Oké. Ik ben al op weg.
- Tot zo!
Reageer (2)