16. | I Love You!

Rodrico heeft zijn arm om me heen gelagen en duwt me dicht tegen zich aan. ’Geeft niet, ik vind het wel fijn.’ Gelukkig is het donker anders zou hij hebben gezien dat mijn hoofd zo rood is als een tomaat. Ik bedenk me dat dit waarschijnlijk mijn enige kans is om zo dicht bij hem te zitten en kruip weer dicht tegen hem aan, met het excuus dat ik de film eng vind. Als de film is afgelopen ga ik weer recht opzitten. Ik kijk in de richting van Emie en Thierry en zie dat ze niet veel van de film hebben mee gekregen. Ik stoot Rodrico aan en wij naar Emie en Thierry. ’Laten we hun even wat privacy geven.’ Rodrico knikt. Hij pakt mijn hand, wat voor de vlinders in mijn buik een teken is om te gaan fladderen en samen sluipen we richting de gang. Als we daar zijn kijkt Rodrico me recht in mijn ogen aan. ’Ik wist dat we elkaar nog een keer zouden ontmoeten.’ Ik kijk verlegen naar de grond. ’We hebben elkaar al een paar keer gezien.’ Rodrico knikt. ’Je hebt leuke honden trouwens.’ Ik knik en kijk hem recht in zijn ogen aan. Rodrico heeft nog steeds mijn hand vast, wat ik helemaal niet erg vind. Hij neemt me mee naar buiten. De zon schijnt, zo als gewoonlijk. We lopen rustig richting het park. ’het klinkt misschien raar, maar ik heb over je gedroomd. Zelfs voordat ik je zag. Ik droom elke avond over je.’ Rodrico kijkt me verlegen aan. ’Je vindt me nu vast raar.’ Ik schud mijn hoofd. We zijn inmiddels bij het park aangekomen en we lopen naar het meertje. ’Ik heb ook over jou gedroomd. Heel veel, ook voordat ik jou kende.’ We lopen nog wat door het park, pratend over ons zelf. Ik vertel hem over mijn ouders en mijn honden. ’Je ouders laten je gewoon alleen. Altijd!’ Ik knik. ’Ik ben het wel gewend. Gelukkig heb ik Mijn hondjes, Emie en mijn dromen nog.’ Ik kijk Rodrico glimlachend aan. Hij stopt met lopen en slaat zijn armen om mijn middel. ’You Really Are Everything I Ever Dreamed Of!’ Ik kijk verlegen naar de grond. Hij pakt mijn kin vast en duwt mijn hoofd omhoog. ’Ik meen het. Je bent precies zoals in mijn dromen. En ik denk dat ik verliefd op je ben.’ Ik weet even niet wat ik moet zeggen en kijk hem blij aan. ’Ik weet dat het raar klinkt, maar het voelt gewoon goed!’ Ik knik. ’Ik weet hoe je, je voelt. Ik denk dat ik ook verliefd op jou ben.’ Zijn hoofd komt dichterbij en niet veel later voel ik zijn lippen op de mijne. Gelukkig is het dit keer geen droom, dit keer dit het echt!