Hoofdstuk 2
Ik heb het de afgelopen tijd heel druk gehad en nog steeds, maar ik zal het toch proberen.
In ieder geval in weekends en vakanties.
Er komen trouwens wel wat wijzigingen en aanvullingen aan de verhaallijn die aan het begin van de story staat, dat stukje nog voor de proloog. Maar dat zul je vanzelf zien.
Veel leesplezier!
Jennifer POV
~De volgende dag~
Slaperig doe ik mijn ogen open. Ik kijk naar buiten en zie dat de zon schijnt. Ik glimlach. Eindelijk weer eens een zonnige dag, denk ik. Maar dan herinner ik me alles weer. Mijn ouders en zusje zijn verongelukt, ik ben mijn baan kwijt en ben zo goed als blut. Mijn glimlach verdwijnt als sneeuw voor de zon en ik voel weer tranen in mijn ogen prikken. Ik knipper ze snel weg. "Jezus! Je moet vandaag solliciteren. Je kan daar echt niet met rode ogen verschijnen," spreek ik mezelf streng toe. Ik stap uit mijn bed en loop naar de badkamer. Ik ben van plan meteen te gaan douchen, maar wanneer ik bij de spiegel ben, blijf ik staan. Ik kijk naar mezelf. Daarmee bedoel ik dat ik echt kijk, wat ik al dagen niet heb gedaan. Ik schrik van mijn spiegelbeeld. Mijn gezicht is lijkbleek, ik heb enorme wallen onder mijn ogen en mijn haar is dof en geklit. "Verdomme, zo kan ik echt niet over straat." Snel stap ik onder de douche. Wanneer ik klaar ben met douchen, droog ik mijn haar en loop ik naar mijn kast. Ik haal een zwarte middellange rok en een witte nauwsluitende blouse uit de kast. Tja, ik moet toch een beetje net verschijnen, denk ik bij mezelf. Dan pak ik wat ondergoed. Ik kleed me snel aan en loop voor de tweede keer naar de badkamer. Gelukkig is mijn haar niet meer zo onhandelbaar, nu de klit eruit is. Ik leg er snel een vlecht in en begin dan aan mijn make-up. Om mijn wallen te maskeren, smeer ik eerst foundation op. Dan breng ik mascara aan. Als finishing touch, smeer ik wat lipgloss op mijn lippen, zodat het niet te zien is dat ik de hele tijd aan mijn lippen heb zitten plukken. Nadat ik mijn make-up heb gedaan, loop ik naar beneden, de keuken in. Ik eet snel een appel en poets mijn tanden daarna. Het is lente, dus is het warm genoeg om mijn leren jasje aan te doen. Ik pak snel mijn tas en stop daar mijn mobiel en portemonnee in. Bijna vergeet ik mijn sleutels te pakken, maar net voor ik de deur open, bedenk ik het me. Ik loop nog even naar de woonkamer en pak mijn sleutels. Wanneer ik dan eindelijk de voordeur open doe, zie ik een man en een vrouw staan. De man is gezet en van middelbare leeftijd. De vrouw schat ik tussen begin en midden twintig. Ze heeft haar blonde haar achterovergeborsteld in een hoge paardenstaart en een grote bril op. "Eh, hallo. Waarmee kan ik u van dienst zijn?" Ik probeer mijn angst niet in mijn stem door te laten klinken, maar ik kan er niks aan doen. Ik bedoel, de laatste keer dat er iemand aan mijn deur stond, vertelde hij dat mijn ouders en zusje waren verongelukt. Ik onderdruk mijn snik en probeer me weer te focussen op het gesprek met de twee mensen die aan mijn deur staan. "Jij bent toch Jennifer Grey?" vraagt de vrouw, niet antwoordend op mijn vraag. "Ja," zeg ik. Of, nou ja, ik dacht dat ik dat zei. Wanneer ik me besef dat het woord geluidloos was gevormd, knik ik snel en schraap ik mijn keel. "Ja, dat ben ik," antwoord ik. "Ik ben Claudi Johnson en dit is mijn collega Peter Black. Wij zijn van de woningbouw. Je zult per direct je spullen moeten pakken," zegt de vrouw.
Reageer (1)
....
1 decennium geledenSnel verder!