Laatste stukje hoofdstuk 2

‘Profase’ zei ze na een snelle beoordeling, ze begon de schil weg te halen, terwijl ze hem amper bekeken had.
‘Vind je het erg als ik even kijk?’ Instinctief, stom, alsof ik van haar soort was, reikte ik mijn hand uit om te voorkomen dat ze de schil weghaalde. Voor een seconde brandde de hitte van haar huid de mijne, het was als een elektrische schok natuurlijk veel heter dan een loutere 37 graden. De hitte schoot omhoog door mijn hand en arm, ze trok haar hand onder de mijne weg.
‘Het spijt me’ siste ik tussen mijn tanden door, ik had iets nodig om naar te kijken , Ik greep de microscoop en tuurde kort door het glaasje .Ze had gelijk, ‘Profase’ stemde ik in. Het was nog steeds te onrustig om naar haar te kijken. Zo snel als ik kon ademend door mijn knarsende tanden,
probeerde ik de brandende dorst te negeren. Ik concentreerde me op de simple opdracht,
schreef het woord op het juiste lijntje op het labblad en verwisselde het eerste schilletje voor de tweede.Wat zou ze nu denken? Hoe had het voor haar gevoeld toen mijn hand de hare raakte?
Mijn huid moest ijskoud aan voelen, afsotelijk. Geen wonder dat dat ze zo stil was.
Ik spiekte naar de schil, ‘Anafase’ zei ik tegen mezelf en ik schreef het op het tweede lijntje.
‘Mag ik?’ Vroeg ze. Ik keek naar haar op , verbaasd dat ze verwachtingsvol afwachtte, 1 hand half gesterkt
richting de microscoop. Ze keek niet bang, dacht ze nu echt dat ik het antwoord fout had?
Ik kon het niet helpen maar ik lachte hoopvol naar haar terwijl ik de microscoop haar kant op duwde
Ze tuurde door het glaasje met een begeerte die snel verdween, haar mondhoeken naar beneden.
‘Schil 3’, vroeg ze? Niet opkijkend van de microscoop maar haar hand ophoudend.
Ik legde de 3e schil op haar hand, mijn huid niet zo dicht bij de hare te laten komen deze keer. Naast haar zitten was alsof ik naast een hete lamp zat, Ik kon mezelf langzaam voelen opwarmen tot een hogere temperatuur .
Ze keek niet lang naar de schil, ‘interfase’, zei ze nonchalant, misschien een beetje te hard proberend om het nonchalant te laten kinken, en ze duwde de microscoop naar me toe. Ze raakte haar papier nog niet aan, maar wachtte op mij voor ze het antwoord opschreef, ik controleerde en ze had wederom gelijk. Zo eindigde ons gesprek woord voor woord en nooit ontmoetten onze ogen elkaar. We waren de enigen in de klas die klaar waren, de anderen hadden het veel moeilijker met de labproef. Mike Newton scheen het moeilijk te hebben zich te concentreren, Hij probeerde Bella en mij in de gaten te houden. Ik wilde dat hij was gebleven waar hij naar toe was gegaan dacht hij zijn ogen volgden mij. Hmmm Interessant. Ik had me niet gerealiseerd dat hij zieke gedachtes voor me koesterde. Dit was een ontwikkeling die te maken met de recente komst van een meisje leek het. Nog interessanter was dat de gevoelens geheel wederzijds waren. Ik keek weer naar het meisje beduusd over de brede uitwerking van vernietiging en omwenteling die ze ondanks haar gewone onbedreigende verschijning op mijn leven had. Het was niet dat ik niet kon zien waar het Mike Newton om ging.
Ze was zelfs echt heel mooi, op een ongewone manier. Beter dan mooi zijn, haar gezicht was interessant...
Niet helemaal symmetrisch, haar kleine kin was niet in balans met haar brede jukbeenderen. Extreem qua kleur, het lichte en donkere contrast van haar huid en haar. En dan haar ogen boordevol met stille geheimen, ogen die zich plotseling in de mijne boorden .Ik staarde terug proberend zelfs maar een van deze geheimen te raden.
‘Draag je contactlenzen?’ Vroeg ze abrupt.
Wat een vreemde vraag ,‘Nee.’ Ik moest bijna lachen om het idee mijn zicht te verbeteren.
‘Oh’ mompelde ze, ‘ik dacht dat ik iets anders aan je ogen zag.’
Plotseling voelde het kouder, Ik realiseerde me dat ik blijkbaar niet de enige was die probeerde geheimen te ontrafelen vandaag. Ik haalde mijn schouders op, stijf en staarde recht vooruit naar waar de leraar zijn ronde aan het maken was. Natuurlijk was er iets anders aan mijn ogen sinds de laatste keer dat ze me zag, om zelf voor te bereiden op de beproeving van vandaag, op de verleiding van vandaag, heb ik het hele weekend lang jagend doorgebracht om mijn dorst zo veel als mogelijk was te bevredigen, ik overdreef het zelfs, ik stortte mezelf op het bloed van de dieren. Niet dat dat veel verschil maakte in het ondergaan van de overheerlijke geur die om haar heen hing. Toen ik die andere keer uiteindelijk naar haar keek, waren mijn ogen zwart van de dorst. Nu mijn lichaam gevuld was met bloed hadden mijn ogen een warme gouden gloed, licht amber van mijn wanhopige poging om dorst te stillen. Nog een fout, ik had gewoon ja kunnen zeggen. Ik zal al 2 jaar naast mensen op deze school, maar zij was de eerste die me zo bestudeerde, dat haar de verschillen in de kleur van mijn ogen opvielen. de anderen terwijl ze de schoonheid van mijn familie bewonderden keken altijd gauw weg wanneer wij hun gestaar beantwoorden. Ze keken weg, elk detail blokkerend van onze aanwezigheid met een instinctief streven om het niet te begrijpen. Onwetendheid was het heil van de menselijke geest. Waarom moest het juist dit meisje zijn wat teveel zag.
Mr Tanner kwam bij onze tafel. Dankbaar nam ik een teug schone lucht voor het met haar geur vermengde.
‘Zo Edward,’ zei hij terwijl hij een blik wierp op onze antwoorden, ‘Denk je niet dat Isabella een kans moet krijgen
met de microscoop?’ ‘Bella’, corrigeerde ik hem in een reflex. ‘Eigenlijk, zij heeft er 3 van de 5 geïdentificeerd.’
Mr Tanners gedachten waren sceptisch en hij keer naar het meisje, ‘heb je deze labproeven al eerder gedaan?’
Ik keek, verdiept toen ze glimlachte, ze leek een beetje beschaamd. ‘Niet met uienschillen.’
‘Witvis kiemblaasjes?’ ‘Ja.’ Dit verraste hem, de proeven van vandaag was iets wat hij uit een gevorderde cursus had gehaald. Hij knikte bedachtzaam naar het meisje, ‘was je in het gevorderden programma in Phoenix?’ ‘Ja.’
Ze was gevorderd dus, intelligent voor een mens. Dit verbaasde me niet.
‘Nou’ zei mr Tanner zijn lippen tuitend, ‘Ik denk dat het goed is dat jullie twee labpartners zijn,’ Hij liep mompelend weg.
‘Zo de andere kinderen kunnen ook een kans krijgen zelf iets te leren’ zuchtte hij.
Ik twijfelde of zij dat had gehoord. Ze begon weer rondjes te tekenen op haar folder.

2 fouten in een half uur, een tegenvaller van mijn kant. En toch had ik geen idee wat ze van me dacht,
in hoeverre was ze bang, in hoeverre vermoedde ze iets? Ik wist ik moest heel snel beter mijn best doen
om een betere indruk achter te laten. Iets wat beter was dan haar gedachten aan onze laatste woeste ontmoeting.
‘Het is slecht met die sneeuw is het niet?’ zei ik de kleine onzinnige gesprekjes repeterend, die ik dozijnen leerlingen hoorde
voeren elke dag, een saai vervelend onderwerp voor een gesprek. Het weer... Altijd veilig.... Ze staarde me aan, zichtbare
achterdocht in haar ogen. Een abnormale reactie op mijn heel normale woorden. ‘Niet echt’, zei ze, me alweer verbazend. Ik probeerde het gesprek weer op de afgezaagde paden te leiden, ze was van een veel helderde lichtere plaats, haar huid
reflecteerde dat op een of andere manier ondanks eerlijkheid, en de kou maakte het haar ongemakkelijk,
mijn ijskoude aanraking had dat zeker gedaan. ‘Je houd niet van de kou,’ raadde ik, ‘of van de nattigheid’ stemde ze toe .
‘Forks moet dan een moeilijke plaats voor je zijn om te wonen.’ Misschien had je hier dan niet moeten komen wilde ik wel toevoegen. Of misschien moet je dan wel terug gaan naar waar je vandaan komt. Ik was niet zeker of ik dat wel wilde, toch, ik zou altijd herinneren hoe haar bloed rook, was er enige garantie dat ik niet toch
achter haar aan zou gaan? Daarbij als ze zou gaan, haar gedachten zouden een eeuwig mysterie blijven, een constante zeurende puzzel. ‘Je hebt geen idee’, zei ze met een lage stem me strelend voor een moment.
Haar antwoorden waren nooit wat ik verwachtte, ze maakten me dat ik meer wilde vragen.
‘Waarom ben je hier dan gekomen?’ Ik eiste het, meteen realiserend dat mijn stem te beschuldigend klonk, niet gewoon genoeg voor een gesprek, de vraag klonk onbeleefd, onverbiddelijk. ‘Het is..... gecompliceerd.’ Ze knipperde met haar grote ogen, om het daar bij te laten. Ik spatte bijna uit elkaar van nieuwsgierigheid. De nieuwsgierigheid brandde net zo erg als de dorst in mijn keel. Eigenlijk werd het steeds makkelijker om te ademhalen; de doodsangst werd steeds dragelijker door de vertrouwdheid.
'Ik denk dat ik je wel bij kan houden,' drong ik aan.
Misschien zou gemeenschappelijke beleefdheid er voor zorgen dat zij mijn vragen zou beantwoorden, als ik maar onbeleefd genoeg was om mijn vragen te stellen.
Ze staarde zwijgend naar haar handen. Dit maakte me ongeduldig; het maakte me haar kin willen pakken en hem zo omhoog te tillen dat ik de antwoorden in haar ogen kon lezen. Maar het zou dwaas - gevaarlijk - zijn geweest om haar huid opnieuw aan te raken.
Plotseling keek ze op. Het was een opluchting dat ik nu opnieuw de emoties in haar ogen kon zien. ze sprak snel, snelde door de woorden.
'Mijn moeder hertrouwde.'
ah, dit was menselijk genoeg, makkelijk te begrijpen. Verdriet schoot door haar heldere ogen en bracht *the pucker* weer tussen hen.
'Dat klinkt niet zo ingewikkeld,' zei ik. Mijn stem klonk zacht, zonder dat ik hem zo had gemaakt. Haar verdriet laten me vreemd hulpeloos voelen, het maakte me wensen iets voor haar te kunnen doen om haar beter te laten voelen. Een rare impuls 'Wanneer is dat gebeurd?'
'afgelopen September. Ze ademde zwaar uit - niet echt een zucht. Ik hield mijn adem in toen haar warme adem in mijn gezicht terecht kwam.
'En je vond hem niet leuk?' raadde ik, vissend naar meer informatie.
'Nee, Phil is aardig.' corrigeerde ze mijn veronderstelling. Er was een glimp van een glimlach rond de hoeken van haar volle lippen te zien. 'Te jong misschien, maar goed genoeg.'
Dit paste niet bij het scenario dat ik in mijn hoofd aan het construeren was.
'Waarom bleef je niet bij hen?' vroeg ik, iets te merkwaardig. Het klonk alsof ik nieuwgierig was. Wat ik was, maar niet wou toegeven.
'Phil reist veel. Hij is professioneel honkbal speler.' de glimlach groeide, deze beroepskeuze amuseerde haar.
Ik glimlachte, ook, zonder daarvoor gekozen te hebben. Ik probeerde haar niet op haar gemak te stellen. Haar glimlach maakte me te willen glimlachen als reactie - om in het geheim te zijn.
'Kan ik hem kennen?' in gedachten ging ik alle roosters van honkbal spelers die ik kende langs, me afvragend welke Phil de hare was.
'Waarschijnlijk niet. Hij speelt niet goed.' nog een lach. 'Strikt Minor League. Hij beweegt veel heen en weer.' de rooster in mijn hoofd verschoven direct en ik maakte een lijst van opties in minder dan een seconden. Tegelijkertijd schetste ik een een nieuw scenario.
'En je moeder heeft je hierheen gestuurd zodat ze met hem mee kon reizen.' zei ik. Veronderstellingen maken leek meer informatie uit haar te krijgen dan vragen deden. Het werkte opnieuw. Haar kin stak uit en haar gezichtsuitdrukking was opeens hardnekkig.
'Nee, ik wer niet door haar hier heen gestuurd.' zei ze, en haar stem had een nieuw, hard randje.
Mijn veronderstelling had haar overstuur gemaakt, hoewel ik niet snapte hoe dat kon. 'Ik stuurde mezelf.' Ik kon niet raden naar de betekenis of bron achter haar pique. Ik was het geheel kwijt.
Dus ik gaf het op. DIt meisje was gewoon niet te begrijpen. Ze was niet zoals andere mensen. Misschien waren de stilte van haar gedachten en het parfum van haar geur niet het enige ongewone aan haar.
'Ik snap het niet.' lk gaf het toe, hatend het toe te geven.
Ze zuchtte, en staarde in mijn ogen voor langer dan normale mensen zouden kunnen.
'Eerst bleef ze bij mij, maar mistte hem,' legde ze langzaam uit, haar toon klonk meer verlaten bij elk woord. 'Het maakte haar ongelukkig... dus besloot ik dat het tijd was om wat tijd door te brengen met Charlie.'
'Maar nu ben jij ongelukkig,' murmelde ik. Ik leek niet te kunnen stoppen met mijn hypothesen hardop uit te spreken, hopend om te leren uit haar reacties. Deze leek hoe dan ook er niet ver vandaan te zitten.
'Dus?' zei ze, alsof dit niet als een aspect beschouwd moest worden.
Ik ging verder met het staren in haar ogen, voelend dat ik eindelijk de eerste glimp van haar ziel had gehad. Ik zag dat ze zichzelf in dat ene woord onder gerangschikt had. In tegenstelling tot de meeste mensen waren haar eigen behoeftes ver onder aan de lijst.
Ze was onbaatzuchtig toen ik dit zag, begon het mysterie achter deze stille geest zich een klein beetje te verdunnen.
'Dat lijkt me niet eerlijk,' zei ik. Ik haalde mijn schouders op om nonchalant over te komen, proberend de intensiteit van mijn nieuwsgierigheid te verbergen.
Ze lachte, maar het klonk niet amuserend. ´Heeft niemand je al eens verteld= Jet leven is niet eerlijk.´
Ik wou lachen om haar woorden, hoewel ik, ook, geen amusement voelde. Ik wist wel iets van de oneerlijkheid in het leven. ´Ik geloof dat ik dat heb gehoord ergens.´
Ze staarde weer naar me, ze leek opnieuw in de war. Haar ogen schoten weg en kwamen toen weer in de mijnen.
´Dus dat is alles.´ vertelde ze me.
Maar ik was nog niet klaar om deze conversatie te eindigen. De kleine V tussen haar ogen, een overblijfsel van haar verdriet, hinderde me. Ik wou het soepel weghalen met mijn vingertopje. Maar natuurlijk, kon ik haar niet aanraken. Het was onveilig op zoveel manieren.
´Je zet een goede show op,´ sprak ik langzaam, nog steeds deze veronderstelling aan het overwegen.
´Maar ik zou bereid zijn te wedden dat je meer lijd dat dat je maar ook iemand laat zien.´
Ze trok een gezicht, haar ogen vernauwde en haar mond pruilde scheef, en ze keek weer richting voor in de klas. Ze vond het niet leuk wanneer ik goed gokte. Ze was geen gemiddelde martelaar - ]e wou geen publiek voor haar pijn.
´Heb ik het verkeerd?´
Ze schrok een beetje, maar deed alsof ze me niet hoorde.
Dat maakte me aan het lachen ´Ik dacht het niet.´
´Wat maakt dat jou uit?´eiste ze, nog steeds de andere kant op starend.
´Dat is een goede vraag,´ gaf ik toe, meer aan mezelf dan om haar te antwoorden. Haar inzicht was beter dan de mijne -ze zag de kern van dingen terwijl ik strandde langs de randen, zeven door de clues. De details van haar zeer menselijke leven zouden me niets moeten uitmaken. Het was erg fout van mij om het iets uit te maken van wat zij dacht. Buiten het beschermen van mijn familie tegen verdenkingen, waren menselijke gedachten niet betekenisvol. Ik was er niet aan gewend om minder intuïtief te zijn van een koppeling. Ik voerde mezelf te veel aan met mijn extra gehoor - Ik was klaarblijkelijk niet zo opmerkzaam of waarnemend als ik mezelf inschatte.

Het meisje zuchtte en keek nors voor zich uit. Iets van haar gefrustreerde blik was hilarisch. De hele situatie, de hele conversatie was hilarisch. Niemand was ooit meer in gevaar door mij geweest dan dit kleine meisje -op elk moment kon ik misschien, afgeleid door mijn bespottelijke verdieping in het gesprek, ademhalen door mijn neus en voor ik mezelf kon stoppen haar aanvallen- en zij was geïrriteerd door het feit dat ik niet op haar vraag antwoordde.
'Irriteer ik je?' vroeg ik, glimlachend om de absurditeit van dit alles.
Ze keek snel naar me, haar ogen kwamen vast te zitten in mijn blik.
'Niet echt.' vertelde ze me. 'Ik ben meer geïrriteerd’ door mijzelf. Mijn gezicht is zo makkelijk af te lezen - mijn moeder noemt me altijd haar open boek.'
Ze fronste ontevreden.
Ik staarde verbaasd naar haar. De rede dat ze overstuur was, was omdat ze dacht dat ik te makkelijk door haar heen kon kijken. Hoe bizar. Ik me nog nooit zo erg hoeven inspannen om iemand te begrijpen in mijn hele leven -of beter gezegd bestaan, want leven kon je moeilijk het goede woord noemen. Ik had niet echt een leven.
'In tegendeel,' was ik het niet met haar eens, ik voelde me vreemd... gewaarschuwd, als of er een gevaar was en ik gefaald had dat in te zien. Ik was plotseling op het randje, het voorgevoel maakte me angstig. 'Ik vind je erg moeilijk te lezen.'
'Dan ben je vast een goede lezer,' raadde ze, makend haar eigen veronderstelling en die was, opnieuw, in de roos.
'Meestal wel.' was ik het met haar eens. Ik glimlachte wijd naar haar, mijn lippen naar achteren trekkend om de rij glimmende, scherpe tanden achter hen te laten zien. Het was stom om het te doen, maar ik was abrupt, onverwacht wanhopig om één of andere soort waarschuwing aan het meisje door te geven. Haar lichaam was dichterbij me dan eerst, zich verschovend in de loop van ons gesprek. Al de kleine teken die volstonden om de rest van de mensen af te schrikken, schenen niet bij haar te werken. Waarom kromp ze niet ineen van me af in doodsangst? Ze had zeker genoeg van me donkere kant gezien om het gevaar te realiseren, intuïtief als ze scheen te zijn.
Ik kreeg niet te zien of mijn waarschuwing het juiste effect had. M. Banner verzocht voor de klas zijn aandacht, en ze draaide zich meteen van me af. Ze scheen een beetje opgelucht door de onderbreking, dus misschien begreep ze het gevaar onbewust. Ik hoopte dat ze dat deed. Ik erkende de fascinatie die in me groeide, zelfs als ik probeerde om het niet te hebben. ik kon het me niet veroorloven om Bella Swan interessant te vinden. Of eigenlijk kon zij het zich niet veroorloven. Toch was ik aan het uitkijken naar een andere kans om met haar te praten. Ik wilde meer over haar moeder weten, haar leven voordat ze hier kwam, haar relatie met haar vader. Alle betekenisloze details dat haar karakter verder zou uittekenen. Maar elke seconde die ik met haar besteedde was een fout, een risico die zij niet zou moeten nemen.
Ze wierp haar dikke haar op het moment dat ik mezelf een ademteug toestond. Een bijzondere concentreerde golf van haar geur raakte de achterkant van mijn keel. Het was als die eerste dag als een slopende bal. De pijn van de drogende brand maakte me duizelig. Ik moest de tafel weer pakken om mezelf in mijn stoel te houden. Dit keer had ik wat meer controle. Ik brak niets tenminste. Het monster binnen in me gromde, maar nam geen genoegen met mijn pijn. Hij was te strak gebonden. Voorlopig. Ik stopte helemaal met ademhalen, en leunde zo ver mogelijk als ik kon van het meisje weg. Nee, ik kon me niet veroorloven haar fascinerend te vinden. Hoe interessanter ik haar vond, hoe waarschijnlijker het was dat ik haar zou doden. Ik had vandaag al twee misstappen gemaakt. Zou ik een derde maken, een die niet minder belangrijk was? Zodra de bel klonk, ontvluchtte ik het lokaal - waarschijnlijk de indruk van beleefdheid, die ik halverwege had geconstrueerd in de loop van het uur, vernietigt. Opnieuw hijgde ik bij de schone, natte lucht buiten als een hond. Ik haastte me om zo veel afstand tussen mij en het meisje te maken als mogelijk. Emmett wachtte voor me buiten de deur van onze Spaanse les. hij las mijn wilde uitdrukking voor een ogenblik.
Hoe ging het? was hij benieuwd.
'Niemand is dood', mompelde ik.
Ik veronderstel dat dat iets is. Toen ik Alice zag graven in haar visioenen daar aan het einde, dacht ik...

Toen we het lokaal in liepen, zag ik zijn herinnering van enkele ogenblikken geleden, gezien door de open deur van zijn laatste les: Alice die levendig en zonder iets te zien door het wetenschapsgebouw loopt. Ik voelde zijn drang om omhoog te gaan en zich bij haar aan te sluiten, en toen zijn besluit om te blijven. als Alice zijn hulp nodig had, zou ze het vragen... Ik sloot mijn ogen in verschrikking en afschuw toen ik me in mijn stoel stortte.
'Ik had me niet gerealiseerd dat het zo dichtbij was. Ik dacht niet dat ik... ik had niet gezien dat het zo erg was', fluisterde ik.
Dat was het niet, stelde hij me gerust. Niemand ging dood, toch?
'Ja', zei ik door mijn tanden. 'Niet dit keer.'
Misschien wordt het makkelijker.
'Natuurlijk.'
Of misschien dood je haar. Hij haalde zijn schouders op. Je zou niet de eerste zijn die het verknald. Niemand zou je beoordelen. Soms ruikt een persoon gewoon te goed. Ik ben verrast dat je het zo lang hebt volgehouden.
'Dat helpt niet Emmett.'
Ik kwam in opstand bij zijn goedkeuring of het idee dat ik het meisje zou doden, dat was op een of andere manier onvermijdelijk. Was het haar schuld dat ze zo goed rook?
Ik weet wanneer het bij mij gebeurde... hij haalde herinneringen op, me terugnemend met hem een halve eeuw, naar een land in de schemer, waar een vrouw van middelbare leeftijd haar droge lakens van een lijn tussen de bomen haalde. De geur van appels hing hevig in de lucht - de oogst was over en de verworpen vruchten lagen over de grond verspreid, de kneuzingen in hun huid die hun geur uit lekte in dikke wolken. Een vers gemaaid gebied van hooi was de achtergrond aan die geur, een harmonie.
Hij liep omhoog de steeg op, alles behalve vergeetachtig met de vrouw, voor een boodschap voor Rosalie. De hemel was paars, oranje over de westelijke bomen. Hij zou omhoog over het kronkelende karweg hebben gelopen en er zou geen reden zijn geweest om deze avond te herinneren, behalve dat een plotselinge nachtwind de witte lakens uit als zeilen en de geur van de vrouw blies zich in Emmetts gezicht.
'Ah', kreunde ik stil. Alsof mijn eigen herinnerde dorst niet erg genoeg was.
Ik weet het. het duurde geen halve seconde. Ik dacht er zelfs niet aan om me er tegen te verzetten.
Zijn herinnering kwam te dichtbij om me er tegen te verzetten. Ik sprong op mijn voeten, mijn hard genoeg gesloten om door staal te snijden.
'Esta bien, Edward?' vroeg Senora Goff, opgeschrokken door mijn plotselinge beweging. Ik kon mijn gezicht in haar gedachten zien, en ik wist verre van goed leek.
'Me perdona', mompelde ik, toen ik me naar de deur wierp.
'Emmett - por favor, puedas tu ayuda a tu hermano?' vroeg ze, met hopeloos aankijkend terwijl ik me uit de ruimte sleepte.
'Sure', hoorde ik hem zegen. En toen wijs hij gelijk achter me. Hij volgde me naar de overkant van het gebouw, waar hij me inhaalde en zijn hand op mijn schouder zette. Ik schoof zijn hand weg met onnodige kracht. Het zou de beenderen in een menselijke hand hebben verbrijzeld, en de beenderen in de arm zouden ook geraakt zijn.
'Sorry, Edward.'
'Ik weet.' Ik ademde hijgend lucht in me, proberend om mijn hoofd en mijn longen leeg te maken.
'Is het zo erg als dat?' vroeg hij, proberend niet te denken aan de geur en de aroma van zijn herinnering toen hij het vroeg, wat niet helemaal lukte.
'Erger, Emmett, erger.' Hij was voor een moment stil.
Misschien...
'Nee, het zou niet beter zijn als ik er over heen kwam. Ga terug naar de les Emmett. Ik wil alleen zijn.' Hij draaide zich om zonder een woord of gedachte en liep snel weg. hij zou de Spaanse lerares vertellen dat ik ziek was, of spijbelde, of een gevaarlijke onbeheerste vampier. Maakte het excuus werkelijk uit? Misschien kwam ik niet terug. Misschien moest ik weggaan.
Ik ging weer naar mijn auto om te wachten tot school zou eindigen. Om me te verbergen, opnieuw.
Ik zou de tijd moeten hebben doorgebracht met besluiten maken of om mijn reserves aan te vullen, maar, als een verslaafde, vond ik mezelf zoekend door de gesprekken in de gedachten die van de schoolgebouwen afkomstig waren. De vertrouwde stemmen kwamen duidelijk er bovenuit, maar ik was niet geïnteresseerd om te luisteren naar Alice's visioenen of de klachten van Rosalie. Ik vond Jessica gemakkelijk, maar het meisje was niet met haar, dus ik ging door met zoeken. Mike Newton's gedachten vingen mij aandacht, en ik bepaalde uiteindelijk haar plaats, in gym met hem. Hij was ongelukkig, omdat ik vandaag bij Biologie tegen haar heb gesproken. Hij dacht na over haar reactie toen hij het onderwerp ter sprake had gebracht...
Ik heb hem nooit echt met iemand zien praten. Niet meer dan een woord hier of daar.
Natuurlijk besloot hij dat hij Bella interessant vond. Ik vind het niet leuk hoe hij naar haar kijkt.
Maar ze lijkt niet zo geïnteresseerd in hem. Wat zei ze? 'ik vraag me af wat er maandag was met hem'. Iets als dat. Klonk niet erg geïnteresseerd. Het kon niet zo veel zijn van een gesprek.
Hij praatte in die pessimistisch tegen zichzelf, toegejuicht met het idee dat Bella niet geïnteresseerd was in mij. Dit verveelt mij meer dan acceptabel is, dus ik stop met luisteren naar hem.
Ik zet een cd met gewelddadige muziek op, en zet het geluid zo hard dat ik hun stemmen niet meer hoor. Ik moet me hard op de muziek concentreren om niet naar Mike Newton's gedachten te luisteren, om het verdachte meisje te bespioneren.
Ik speelde soms vals, toen het uur veder voorbij ging. Niet spieden, ik probeer mezelf te overtuigen. Ik was mezelf aan het voorbereiden. Ik wilde precies weten wanneer ze de gym verliet, wanneer ze op de parkeerplaats zou zijn. Ik wilde haar niet laten schrikken. Wanneer de studenten uit de deuren van de gymzaal komen, stap ik uit de auto, niet zeker wetend waarom ik dat deed. Het regende licht, ik negeer het als mijn haar verzadigd is. Wilde ik dat ze mij hier zag? Hoopte ik dat ze naar moe toe kwam om te praten? Waar was ik mee bezig?
Ik verroerde me niet, toch probeerde ik mezelf te overtuigen om terug in de auto te gaan zitten, wetend dat mijn gedrag berispelijk is. Ik hield mijn armen over elkaar tegen mijn borst en ademde erg oppervlakkig als ik naar haar kijk hoe ze langzaam naar me toe komt, met de mond hoeken naar beneden gekruld. Ze keek niet naar mij. Ze keek een paar keer naar de wolken, alsof ze haar beledigden.
Ik was teleurgesteld dat ze haar auto bereikte voordat ze mij had bereikt. Zou ze tegen me hebben gesproken? Zou ik tegen haar hebben gesproken?
Ze rijd in een Chevy truck, een roest wagen die ouder was dan haar vader. Ik keek hoe ze de truck startte de oude truck (de oude motor maakte brulde luider dan ieder andere auto) ze hield haar handen voor de warmte roostertjes om ze op te warmen. De kou maakte het haar oncomfortabel, ze vond het niet leuk. Ze haalde haar vingers door haar dikke haar en trok plukken in de warme stroom lucht alsof ze het probeerde te drogen. Ik bedacht me eigen hoe de cabine van de truck zou ruiken, en verdreef snel die gedachten.
Ze keek om zich heen voorbereid om snel weg te kijken, en uiteindelijk keek ze in mijn richting. Ze staarde naar me voor slechts een halve seconde. Alles wat ik kon lezen in haar ogen was een verassing voor ze haar ogen afwendde en de truck in z'n achteruit zette. De truck kwam piepend tot stilstand en miste op een kleine centimeter een botsing met een Erin Teague. Ze staarde in de achteruitkijkspiegel met haar mond open van verdriet. Toen de andere auto langs haar heen was gereden controleerde ze al haar blinde vlekken tweemaal en schoof ze daarna langzaam de parkeerplaats af, wat me aan het grijnzen bracht. Het leek alsof ze dacht dat ze echt gevaarlijk was in haar vervallen truck. De gedachte dat Bella Swan gevaarlijk zou zijn, ongeacht waarin ze reed, liet me lachen terwijl het meisje rechtdoor kijkend langs me reed.

Reageer (9)

  • presco

    GA DOOOOOOOOOOOOOOOOOORRRRRR

    1 decennium geleden
  • SRMH

    Komt er nog een gevolg? Wel fijn dat je het doet 😊

    1 decennium geleden
  • angeljdk

    wanneer ga je weer verder?

    1 decennium geleden
  • whitegamma

    cool!!!
    Ga snel verder!

    1 decennium geleden
  • whitegamma

    cool!!!
    Ga snel verder!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen