Dit hoorde eigenlijk nog bij hoofdstuk 2.
Er komt nog meer aan.

Emmet had gelijk, waarom het niet in ieder geval achter de rug hebben...
Ik zou de verleiding tegemoet zien. Ga naar de klas beval ik, duwde me weg van de tafel,
Ik draaide me om en liep rustig weg van ze zonder om te kijken, Ik hoorde Alice haar bezorgdheid, Jasper zijn censuur, Emmet zijn goedkeuring, en Rosalie haar
irritatie achter me aan zwerven .Ik nam een laatste diepe zucht, en hield die vast in mijn longen toen ik de warme kleine ruimte in liep.
Ik was niet te laat, meneer Tanner was nog bezig alles klaar te zetten voor de labproeven van vandaag.
Het meisje zat aan mijn.... aan onze tafel. Haar gezicht alweer naar beneden, kijkend naar de folder waar ze
op aan het schetsen was... Ik bekeek de schets toen ik dichterbij kwam met belangstelling in zelfs deze kleine
creatie van haar gedachten. Maar het was niets zeggend, gewoon een willekeurige creatie van rondjes in rondjes.
Misschien concentreerde ze zich niet op een patroon maar was ze gewoon aan iets anders aan het denken...
Ik trok mijn stoel naar achteren met onnodige kracht, liet de stoel schuren over het linoleum,
mensen voelden zich altijd meer op hun gemak wanneer geluid iemands komst aankondigde
Ik wist dat ze het geluid gehoord had, ze keek niet op maar haar hand miste een rondje in het ontwerp die ze aan het tekenen
was, het raakte uit balans.
Waarom keek ze niet op? Waarschijnlijk was ze bang, Ik moest er zeker van zijn dat ik haar deze keer met een andere indruk
achter zou laten, haar laten geloven dat ze het zich de vorige keer had verbeeld.
‘Hallo’ zei ik met de rustige stem waar mee ik mensen meer op hun gemak probeerde te stellen. Ik vormde een beleefde glimlach met mijn lippen zonder dat mijn tanden zichtbaar waren.
Ze keek toen op, haar grote geschrokken bruine ogen, bijna verwilderd, en vol onuitgesproken vragen.
Het was dezelfde uitdrukking die in mijn hoofd rondspookte de afgelopen week. Toen ik in deze vreemde diepbruine ogen staarde, realiseerde ik me dat de haat, de haat die ik me voorstelde
dat dit meisje op wat voor manier dan ook verdiende voor simpelweg te bestaan was verdampt
Niet ademend, haar geur niet proevend, was het heel moeilijk voor te stellen dat iemand zo kwetsbaar
het verdiende om gehaat te worden.
Haar wangen werden rood en ze zei niets.

Ik hield mijn ogen op haar ogen gericht, alleen op hun vragende diepte, en probeerde de smakelijke kleur van haar huid te negeren. Ik had genoeg lucht om een tijdje te praten zonder in te ademen.
‘Mijn naam is Edward Cullen ‘zei ik terwijl ik wist dat zij dat wist, maar het was de beleefde manier om te beginnen. ‘Ik had geen kans me zelf voor te stellen vorige week, jij moet Bella Swan zijn.’
Ze leek in de war, daar was die kleine frons tussen haar ogen, ze had maar een halve seconde langer nodig dan ik nodig had om te reageren. ‘Hoe weet jij mijn naam?’ ze eiste het, haar stem beefde een beetje.
Ik moest haar echt angst hebben aangejaagd, dat maakte me dat ik me schuldig voelde, ze was zo weerloos.
Ik lachte zachtjes, het was het geluid dat mensen op hun gemakstelde, en weer was ik voorzichtig met mijn tanden.
‘Oh ik denk dat iedereen je naam weet’, ze moest zich natuurlijk toch hebben gerealiseerd dat ze in het midden van de belangstelling is komen te staan in dit kleine monotone plaatsje.’ De hele stad heeft gewacht op je komst. ‘
Ze fronste alsof die informatie niet prettig was Ik vermoed, verlegen als ze is dat die aandacht voor haar iets heel vervelends zou zijn.
De meeste mensen zouden het tegenovergestelde voelen, ze zouden niet uit de kudde weg willen, maar tegelijkertijd wilden ze wel een eigen individueel middelpunt creëren.
’ Nee’ zei ze, ‘waarom noem je me Bella,’ ‘Prefereer je liever Isabella?’ Vroeg ik, perplex omdat ik niet kon zien waarheen deze vraag zou leiden. Ik begreep het niet, natuurlijk had ze de eerste dag meerdere keren haar voorkeur duidelijk gemaakt .Waren alle mensen zo onbegrijpelijk zonder een mentaal context als gids?
‘Nee ik hou van Bella ‘antwoordde ze en ze leunde met haar hoofd lichtjes naar een kant, haar uitdrukking was als ik het goed zag, verscheurd tussen verbazing en schaamte. ‘Maar ik denk dat Charlie ik bedoel mijn vader, me Isabella moet noemen achter mijn rug om, want dat is hoe iedereen me kent.’ Haar huid kleurde nog een tint rozer. ‘Oh’ zei ik slapjes, en snel keek ik weg van haar gezicht.
Ik had me juist gerealiseerd, wat haar vragen betekenden, ik had me vergist, een fout gemaakt.
Als ik niet had afgeluisterd bij alle anderen die eerste dag, dan had ik haar bij haar volledige naam genoemd,
net als ieder ander. Ze merkte het verschil. Ik voelde een schok van ongemakkelijkheid, ze was heel snel om mijn vergissing op te merken. Heel opmerkelijk, speciaal voor iemand die eigenlijk bang zou moeten zijn voor mijn nabijheid. Maar ik had grotere problemen dan dat wat iemand zou vermoeden over mij in haar gedachten.
Ik had geen lucht meer, ik zou moeten inademen als ik weer tegen haar zou praten. Het zou moeilijk zijn om te vermijden met haar te praten. Helaas voor haar, betekende het dat door deze tafel te delen
we labpartners zouden zijn, en we zouden moeten samen werken vandaag. Het zou vreemd zijn en onbegrijpelijk onbeleefd, om haar te negeren terwijl we de labproeven deden. Het zou haar nog achterdochtiger maken, nog angstiger. Ik leunde zo ver mogelijk van haar weg als ik kon zonder mijn stoel te verplaatsen en bracht mijn hoofd richting het gangpad. Ik zette mezelf schrap, zette mijn spieren vast, en zoog een snele ademteug naar binnen ademend alleen door mijn mond. Ahhhh! Het was echt pijnlijk, zelfs zonder haar te ruiken. Ik kon haar proeven op mijn tong, mijn keel barste plotseling weer uit in vlammen. De drang was net zo sterk als het eerste moment dat ik haar geur ving vorige week. Ik klemde mijn tanden op elkaar en probeerde mezelf te herpakken.
‘Ga maar beginnen beveelde’, meneer Tanner.
Het voelde alsof ik elk grammetje zelfcontrole dat ik had bereikt de afgelopen 70 jaar moest gebruiken om mijn hoofd de kant van het meisje op te draaien, ze keek nog steeds naar de tafel, en ze lachte.
‘Dames eerst?’ ,stelde ik voor. Ze keek op naar mijn uitdrukking, en haar gezicht werd helder, haar ogen werden groter. Was er iets mis met mijn uitdrukking? Was ze alweer bang? Ze zei niets... ‘Ik kan ook wel beginnen anders als je dat wilt’, zei ik snel.
‘Nee’, zei ze en haar gezicht schoot van wit naar rood, ‘Ik ga wel eerst.’ Ik staarde naar het materiaal op tafel, de afgebladderde microscoop ,het doosje met schillen, liever dan naar de bloedstroom onder haar heldere huid, ik nam nog een snelle teug adem door mijn tanden en huiverde terwijl de smaak mijn keel pijnlijk maakte.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen