A ranger/traitor 111
Toen viel Miko’s blik op Halldor. Die zat, nog steeds in dezelfde houding, met grote ogen naar hen te kijken.
“Halldor, kom maar. Ze zullen je niets meer doen. Dit zijn vrienden van ons.” Halldor bewoog echter niet en hij leek zelfs nog banger te worden dan hij al was. Miko bedacht zich dat het voor Halldor, als Sonderlander, die nooit voordeel hebben gehad aan hun contacten met Skandiërs, helemaal niet zo geruststellend was om te horen dat hij een tijd met vrienden van hen had opgetrokken. Wanhopig zocht Miko naar de juiste woorden, maar hij had geen idee hoe hij jaren aan Aralueense geschiedenis in enkele zinnen kon uitleggen. En voor hij een poging kon ondernemen, hadden de Skandiërs al besloten om het op hun directe –maar misschien niet erg efficiënte manier- te doen. Dat wil zeggen met een schouderklopje, op de Skandische manier om hem vervolgens overeind te trekken onder het uiten van halve verontschuldiging en halve grappen. In tegenstelling tot Aralueense jongens, had Halldor nog nooit over een vriendelijke Skandiër gehoord. Hij keek dan ook hoogst verbaasd naar de lachende gezichten en af en toe schoten zijn ogen naar de glanzende strijdbijlen die ze nog steeds vasthielden. Tot groot vermaak van de Skandiërs.
“Zo is het wel genoeg! Laat hem maar met rust. Hij heeft nog niet geleerd dat jullie eigenlijk een stelletje lieverdjes zijn”, kwam Will tussenbeide. Daar moesten de Skandiërs alweer om lachen, maar ze deden wel wat Will zei.
Reageer (3)
ben het ook met de andere eens, je moet ze gewoon goed kennen
1 decennium geledenHaha, helemaal eens met WishingPride
1 decennium geledenMaar toch, arme Halldor, zo bang moeten zijn
SNEL VERDER
eigenlijk zijn skandiers echt wel lief - zo lief een reusachtige vent met een strijdbijl kan zijn-
1 decennium geleden