Foto bij 089

b]Logan Thom Roosevelt[/b]



Met een grijns op mijn gezicht geplakt, loop ik door de gangen van de studio. Diep van binnen ben ik benieuwd of Liam al gevonden is of dat hij nog steeds ligt te creperen van de pijn in het kamertje. Ik geniet van zijn pijn en wanhoop en hoop dat hij nog lang pijn heeft van de klappen die ik hem heb gegeven. Ik doe de laatste paar klusjes die ik moet voltooien en loop terug naar de kantine.

Onderweg wordt ik in mijn kraag gegrepen en op een willekeurige stoel geduwd. Verschrikt kijk ik naar de persoon tegenover me en zie Simon Cowell zitten. Ik sla mijn armen over elkaar en kijk hem aan. ‘Wat heb je met Liam gedaan?’ Vraagt hij. Ik had kunnen weten dat Liam zijn mond niet zou houden en vervloek mezelf dat ik daar niets aan heb gedaan. Nu moet ik naar de jeugdgevangenis als de rechter erachter komt dat ik weer iemand in elkaar heb geslagen. Mijn hart bonkt in mijn ribbenkast, maar ik besluit alles te ontkennen. Ik kan best goed liegen, er is maar één iemand die kan zien of ik lieg en diegene is hier gelukkig niet.

Ik haal mijn schouders op en doe mijn best om onschuldig te lijken. ‘Ik heb niks gedaan. Wat is er dan met hem gebeurd?’ Ik laat mijn stem verbaasd klinken en kijk Simon aan. Ik zie in de blik in zijn ogen dat hij me voor geen meter gelooft. Waarschijnlijk ook omdat hij weet waarom ik hier ben. Ik slik een keer, maar blijf hem aankijken. ‘Je weet dondersgoed waar ik het over heb, Logan. Ik wil niet dat je tegen me liegt. Misschien als je eerlijk bent, kunnen we een regeling maken en de rechter hier buiten laten. Ik neem aan dat je niet op de gevangenis zit te wachten?’ Simon kijkt me trots aan en weet dat hij me heeft. Ik laat mijn “ik weet van niets” houding varen en laat mijn schouders zakken. Ik schud een keer met mijn hoofd en kijk naar mijn voeten, die heel interessant zijn geworden. ‘Wat is er gebeurd?’ De stem van Simon klinkt dwingend en ik kijk terug in zijn ogen. Opeens popt er een heel ander plannetje in mijn hoofd op. ‘Liam trok me mee een kamertje in en sloeg me in mijn maag. Ik heb hem terug geslagen uit zelfverdediging.’ Ik zet mijn engelen gezicht op en doe mijn best zo geloofwaardig mogelijk te klinken. Simon lijkt genoegen te nemen met mijn verhaal en loopt weg. Ik sta ook op en loop naar de kantine. In de kantine wordt ik van alle kanten aangekeken, het verhaal van Liam en mij heeft zich als een lopend vuurtje verspreidt onder de crew. Ik besluit aan een leeg tafeltje te gaan zitten en begin mijn broodjes op te eten.

Als ik klaar ben met eten, komt Simon naar me toe gelopen met Liam aan zijn zijde. Ongezien rol ik met mijn ogen en zet een vriendelijke glimlach op mijn gezicht als ze voor me staan. Vragend kijk ik van de één naar de ander. Simon gaat recht tegenover me zitten en Liam volgt twijfelend zijn voorbeeld. ‘Ik jullie verhalen allebei aangehoord. Ik weet niet wie ik moet geloven, maar ik wil dat het uitgepraat wordt. Er is nog één week te gaan en daarna is X Factor voorbij. Laten we nog even de vrede bewaren.’ Simon klinkt als een vader en meteen voelde ik me schuldig. Voor het eerst in mijn leven voelde ik me schuldig, een gevoel dat ik niet ken en het voelt erg raar.

Ik laat mijn blik naar Liam glijden en kijk in zijn vertrouwde bruine ogen, Liam kijkt mij ook aan, maar wend zijn blik vrijwel meteen weer af. Wanneer geen van ons twee iets zegt, klapt Simon in zijn handen. ‘Zeg gewoon sorry tegen elkaar en het is opgelost. Jullie zijn geen kleine kinderen meer. Schiet een beetje op, ik heb meer te doen.’ Hij klinkt geïrriteerd. Ik weet dat Liam niet wil beginnen, omdat hij ook niets heeft gedaan. Ik open mijn mond en mompel een kleine sorry. Ook Liam mompelt een sorry terug. Simon knikt en beent de kantine uit. Liam staat ook op en geeft me nog een vuile blik, waarna hij de kantine uitbeent. Verbluft blijf ik achter, het is me gewoon gelukt. Het is me gelukt om uit de gevangenis te blijven, een goed gevoel stroomt door mijn lichaam.

Nog steeds verbluft loop ik naar de kamer waar alle crew leden bijeen komen, na een live show. Meteen wordt ik aangekeken en wenkt mijn begeleider me. ‘Ik heb gehoord wat er is gebeurd. Ik veroordeel je niet, maar gezien de situatie waarom je hier bent, maak je het jezelf niet makkelijk. Hou je gedeisd als je niet naar de gevangenis wilt. Ik ben erg tevreden over je gedrag de laatste paar weken, verpest dat niet. Je gooit je eigen ramen in.’ Hij stopt met zijn preek en richt zich op de anderen. Ik besef me dat hij gelijk heeft en dat het eigenlijk best leuk is geweest hier.

Reageer (2)

  • JustMelis

    super hoofdstuk en weer heel mooi geschreven <3

    1 decennium geleden
  • biancadokkum

    Echt super geweldig mooi en goed geschreven <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen