[NL] Puppy Love
Fred en George stormden door de leerlingenkamer, op weg naar het ongelofelijk belangrijke iets op hun kamer. Percy haalde opgelucht adem toen hij ze de trap op zag verdwijnen. Hij had zich echter te vroeg gelukkig geprezen, want de tweeling verscheen opeens weer. George slaakte een triomfantelijke kreet en wees op Percy.
“Ik zei het toch! Jij bent de blinde, niet ik.”
Fred was te zeer in beslag genomen door de hond die naast Percy op de bank zat om zich te ergeren aan George’ gelijk. “Merlin. Perce, jij bent toch wel de laatste van wie we zoiets hadden verwacht.”
Percy was hoogrood toen hij antwoord gaf. “Het is niet wat jullie denken.”
“Dat denk ik toch wel,” sprak George hem tegen.
Fred grijnsde. “Natuurlijk wel. Je kunt niet tegen ons liegen.”
“We zien het met eigen ogen.”
“Je hebt een schoolregel gebroken!”
“We zijn trots op je, grote broer.”
Percy’s bedrukte houding maakte plaats voor verwarring. “Ik- Wat?”
“Hogwarts leerlingen mogen een pad, uil of kat meenemen,” zei Fred. “Dit is geen van die drie. Het is een hond, en hij zit nog op de bank ook. O, dit is geweldig.”
George knikte enthousiast. “Foei Percy, je moest je schamen. Nu ben je een van ons. Is hij aaibaar?”
Percy wierp een aarzelende blik op de hond, alsof hij verwachtte dat het beest daar zelf antwoord op zou geven. “Eh... ik denk het niet.”
Fred kwam desondanks dichterbij. “Hoe heb je hem het kasteel binnengesmokkeld?”
“Ehm,” zei Percy. “In de trein?”
“Je hebt hem hier al sinds het begin van het schooljaar?” George klonk onder de indruk. Hij stak zijn hand uit naar de hond. Het beest gromde, maar dat leek geen van de twee jongens tegen te houden om toch te proberen hem aan te raken.
“Hoe heet hij?”
“Oli- eh… lex.”
Fred schudde ongelovig zijn hoofd. “Olilex? Percy, vraag ons de volgende keer alsjeblieft om hulp bij het verzinnen van namen.”
Olilex was steeds verder van Fred en George weggekropen over de bank. Percy leek weer een beetje bij zinnen te komen toen het dier op zijn schoot klom om aan de handen van zijn broers te ontsnappen. Qua grootte was Olilex absoluut geen schoothond, maar toch sloeg Percy beschermend zijn armen om hem heen. “Zo is het wel weer genoeg,” zei hij, met een hint van zijn gewoonlijke Head Boy toon. “Zien jullie niet dat hij er niet van houdt geaaid te worden? Hoe zouden jullie het vinden als iemand steeds door jullie haar woelde?”
“Maar hij is een hond. Die vinden dat fijn,” protesteerde George.
“Hij is geen hond,” zei Percy. Precies op dat moment kreeg hij een natte neus tegen zijn wang gedrukt, waardoor hij gedwongen was zijn standpunt een beetje bij te stellen. “Oké, technisch gezien wel.”
Fred lette niet op Percy’s dilemma. “Kan hij trucjes?”
“Ik- Hé!” Percy moest wat moeite doen om Olilex’ tong bij zijn gezicht weg te houden voordat hij antwoord kon geven. De hond leek Percy meer te mogen dan de tweeling. “Hij kan apporteren, denk ik. Quidditch is min of meer hetzelfde, niet?”
George schoot in de lach. “Quidditch? Straks probeer je ons nog wijs te maken dat hij op een bezem kan vliegen en je bij je huiswerk helpt.”
“Hij kan vliegen,” zei Percy bedachtzaam, “maar hij probeert altijd onder huiswerk uit te komen. Na vandaag zal hij me waarschijnlijk helemaal nooit meer willen helpen met toverdranken, al was het eigenlijk natuurlijk niet mijn schuld. Het was een ongelukje, dus er kan niet echt een schuldige aangewezen worden. Ik hoop dat het vanzelf weer zal-”
Percy kon zijn zin niet afmaken, want er leek plotseling iets te exploderen. Zodra de dikke, groene rook weer een beetje was weggetrokken, keek Fred beschuldigend naar George. “Was jij dat? Waarom heb je me niet verteld dat je iets nieuws uit zou testen?”
“Nee,” zei Oliver vanaf Percy’s schoot, “dat was ik. Eindelijk.”
“Merlinzijdank,” zuchtte Percy.
Het duurde nog even tot het kwartje viel, maar toen leek Fred zijn mond niet meer dicht te kunnen krijgen. “George. George, we hebben Oliver geaaid.”
“Jullie waren echt irritant,” zei Oliver fronsend. “Het is dat ik niets aan Beaters zonder handen heb, maar anders zou ik jullie hebben gebeten.”
George snoof. “Wij hebben je geaaid, maar jij hebt Percy gelikt,” zei hij, alsof hij dacht daarmee een geweldig chantagemiddel gevonden te hebben.
Oliver haalde zijn schouders op. “Hij smaakte lekker.”
“Je hebt Percy hondenkusjes gegeven,” probeerde George nog een keer.
“Hm,” zei Oliver, terwijl hij eindelijk van Percy’s schoot klom en naast hem op de bank ging zitten. “Ik geef toch de voorkeur aan mensenkusjes.”
“Ik ook,” stemde Percy volmondig in. “Je hebt op me gekwijld, Oliver.”
“Jij hebt me in een hond veranderd,” wierp Oliver terug.
Reageer (4)
waarom schrijf je altijd zo geweldige stukjes?
1 decennium geledenAQSDFGHJKL (bat)
1 decennium geledenVeel te laat, maar inderdaad nog gefeliciteerd
Oh my God. Haha. (Nog) gefeliciteerd SPECS.
1 decennium geledenOké inderdaad niet precies wat ik in gedachte had maar ik moet toegeven dat je me toch echt aan het lachen hebt gemaakt.x) Ik kan beter niet gaan citeren want dan word het bericht bijna net zo lang als het hoofdstuk vrees ik.='D THANK YOU.
1 decennium geleden