Hoofdstuk 157
Yuna
‘Waarom laat je Yuna niet kiezen?’ grijnst Glenn en hij kijkt me aan.
Ik schrik van de vraag en kijk verbijsterd van Glenn naar Aiden en weer terug naar Glenn. Dit herhaal ik volgens mij nog een paar keer terwijl ik aan de grond genageld sta.
‘Kies je voor iemand die je in de steek laat, die alleen maar voor de race gaat? Iemand die zichzelf niet helemaal in de hand heeft? Hij kan het heus wel goed vinden met Sofia.’
‘Of kies je voor mij? Een elf die beter bij je past, een elf die je begrijpt en je niet in de steek laat?’ en hij kijkt me nog steeds heel serieus aan.
Ik laat alles op me inwerken en kijk nog een keer naar Aiden die nog steeds op de grond ligt.
Ik schud mijn hoofd een keer, moet ik nu kiezen? Dan is de keuze toch simpel?
Ik kijk Glenn aan en stap na een kleine aarzeling naar hem toe. Hij werpt een arrogante blik naar Aiden.
Hoe kan het dat ik deze kant van Glenn niet heb gezien? Dat hij me hier pijn mee doet is tot daar aan toe. Ik wilde gewoon vrienden zijn, maar als je zo laag bent om Aiden pijn te doen ga je bij mij te ver.
Ik voel een vlaag van woede opkomen en als ik eenmaal voor Glenn sta haal ik een keer uit met mijn vuist. De hand van Glenn schiet meteen naar zijn wang en hij kijkt me verbaast en verward aan.
‘Hoe haal je het in je hoofd?!’ schreeuw ik.
Nog steeds weet hij niks te zeggen, zijn ogen zijn groot en zijn mond staat een stukje open.
‘Moet ik nog zeggen voor wie ik kies? Dit gaat helemaal nergens over! Gewoon vrienden zijn kan niet? Ook goed laat zitten dan’ na dit gezegd te hebben draai ik me op en loop naar Aiden die met open mond zit te kijken.
Het liefst zou ik vragen wat er mis is maar ik hou mijn mond, ik wil hier weg.
Ik help Aiden overeind en ondersteun hem terwijl we het veld aflopen. Naur die eerst een stuk achter ons aan liep vliegt nu boven ons. Eenmaal thuis zet Naur een landing in en komt precies voor het huis neer. Ik breng hem zo wel naar stal.
Ik sluit de deur weer achter ons en loop de gang door. Met een zucht kijk ik naar de trap die ik nu op moet.
‘Anders is de bank ook goed’ mompelt Aiden die de stap naar de bank al maakt.
‘Weet je het zeker?’ vraag ik terwijl ik omdat het wel moet, samen met hem doorloop naar de woonkamer.
‘Ja, beter dan de trap proberen op te komen om vervolgens onze nek te breken’ volgens mij zag ik een kleine grijns op zijn gezicht.
Als hij eenmaal bij de bank is loop ik naar de keuken voor wat water. Ondertussen hoor ik Aiden een keer grommen. Als ik weer terug ben zie ik het verbaasde gezicht van Aiden die naar de wond kijkt. Automatisch kijk ik er naar en zie dat er niks veranderd is.
‘Hoe kan dat?’ roept hij uit.
‘Ik geloof dat er een soort gif in en om het zwaard zat waardoor wonden minder snel genezen’ zeg ik terwijl ik erover nadenk.
Aiden laat zicht verslagen achterover op de bank vallen en mompelt nog wat.
‘Ik ga het met water niet weg krijgen’ zeg ik na een tijdje.
‘Hoelang duurt het voordat het geneest dan?’ vraagt Aiden voorzichtig, waarschijnlijk bang voor het antwoord dat hij krijgt.
Ik zucht een keer. ‘Als ik er nu wat aan doe moet het voor de race wel beter zijn.’
Zonder een antwoord af te wachten loop ik naar buiten en zoek verschillende planten die ontsteking remmend zijn. Na een paar minuten loop ik het huis weer binnen en ga op de rand van de bank zitten.
Zonder verder iets te zeggen begin ik met de wond en hoop ik op het beste.
‘Ik had niet verwacht dat je hem zou slaan’ zegt Aiden na een tijdje.
Ik krijg een lach maar ook een rode kleur op mijn gezicht.
‘Ik eerlijk gezegd ook niet. Ik wil helemaal geen ruzie met jouw. Het ergste vind ik nog wel dat hij dacht dat ik voor hem zou kiezen’ het laatste mompel ik.
Reageer (1)
Yeah, nice!!
1 decennium geledensnel verder gaan please!!