De volgende ochtend was Steffen weg, eindelijk. Ik liep naar de stapel tijdschriften op mijn bureau en zocht wat leuke kleding plaatjes en make-up plaatjes uit. Het was weer leuk wat ik had uitgezocht.
Ik had een leuk shirtje aan en een strakke spijkerbroek. Mijn haar was gekruld en ik had een paar leuke roze sneakers. Ik was weer helemaal klaar voor school. Ik liep naar de boekenkast waar ik mijn schoolboeken pakte en in mijn tas stopte. Ik liep naar de keuken om brood te pakken en te ontbijten. Ik was klaar en ik keek op de klok. Oeps, het was al vijf voor acht ik moest op gaan schieten. Ik rende de voordeur uit met mijn spullen en liep naar de garage om mijn fiets te pakken tot een slippende auto naast me stil stond. ‘’Kom, stap in ik breng je wel,’’ zei Steffen die achter het stuur zat. Ik deed de garage weer op slot. Ik stapte in en hij scheurde naar school toe. Ik stapte uit en Steffen liep aan de linkerkant van mij. Ik liep samen met hem naar binnen en iedereen staarde ons aan. Ik keek naar Steffen die begon te lachen en draaide toen zijn hoofd weer naar de grond. Ik had geen idee waarom hij moest lachen, maar het zal wel weer één van zijn fantasieën zijn. Ik liep naar mijn kluisje en Steffen naar zijn eigen. Ik liep snel de trap op zodat hij niet weer als een hondje achter me aan kwam. Toen ik de klas in liep zat hij al aan tafel, natuurlijk met zijn snelheid. Ik ging naast hem zitten en hij begon geniepig te lachen. ‘’Waarom lach je,’’ vroeg ik. Steffen schudde nee met zijn hoofd en begon nu hard op te lachen. Langzaam aan kwam de rest ook binnen en hij was nog steeds hard op aan het lachen. De hele les wou Steffen niet zeggen waar het over ging tot het pauze was. Hij keek me aan en zei:’’ Oké, je wilt weten waarom ik telkens lag toch? Nou vanochtend toen ik tegen Damon zei ik ga naar school zei hij ik ga wel met je mee eindelijk eens school. Zie je het al voor je Damon op school.’’ Ik schoot nu zelf ook in de lach, Damon was echt geen type voor school. Samen lagen we nu in een duik en iedereen keek ons nu aan. ‘’Volgens mij moeten we even stoppen met lachen,’’ zei Steffen, ik knikte en probeerde me lach in te houden. Het koste voor mij veel moeite terwijl Steffen zijn gezicht helemaal strak stond. Het leek wel of hij heel boos keek. Ik keek in dezelfde richting als waar Steffen heen keek en ook mijn lach verdween gelijk.

Uit het kantoor van het schoolhoofd kwam Damon naar buiten lopen. Hij gaf het schoolhoofd een hand en draaide toen naar ons en lachte gemeen terug. ‘’Wacht hier ik ben zo terug,’’ zei Steffen. Hij liep op een stoere manier naar Damon en de lach bij hem verdween voor in de plaats een boos gezicht. Mijn vriendin Joyce kwam naast me staan en zei:’’ Kennen die twee elkaar of zo?’’ Ik knikte en zei:’’ Ja een soort van familie.’’ Ik wou dat ik het gesprek kon verstaan en probeerde langzamer dichterbij te komen, maar net op het moment dat ik bijna naast ze stond draaide Steffen zich om en liep mijn kant op. ‘’Kom,’’ zei hij. Ik keek naar Damon die naar me zwaaide. Ik draaide me om en liep snel terug naar mijn groep vrienden. ’’Wat moet Damon hier?,’’ vroeg ik aan Steffen. Steffen schudde zijn hoofd en zei:’’ Hij heeft nog steeds een hekel aan me en komt me irriteren.’’ Ik keek weer naar Damon die zich voorstelde aan een juf die blijkbaar zijn mentor was. ‘’Wie is die lekkere jongen daar?,’’ vroeg Lai, een meisje uit een andere klas. Ik keek naar haar en zei:’’ Dat is een nieuwe jongen hier op school en dat is zijn mentor.’’ Er verscheen een lach op het gezicht van Lai en ze zei:’’ Dan komt hij bij mij in de klas, want dat is mijn mentor.’’ Ik schrok van het antwoord en keek meteen naar Steffen die zijn tas had gepakt en de trap al af liep. Iedereen in de ruimte ging gewoon door met eten en met praten. Ik nam een grote hap lucht en liep toen naar Damon toe. ‘’Wat doe jij hier?,’’ vroeg ik aan hem. Hij lachte en ik sloeg hem in zijn gezicht. ‘’Dat had je niet moeten doen, dat was een foute keus van je,’’ zei hij en zijn ogen werden donkerder en hij begon hard in mijn pols te knijpen. De bel ging en Damon zijn ogen werden weer normaal en hij liet me los om naar de klas te lopen. Ik greep naar mijn pols en liep toen naar de plek waar mijn tas lag. Ik draaide me nog een keer om, maar Damon was nergens meer te zien dus ik liep door naar de klas. Ik liep de klas in en zag dat Steffen er nog niet was dus ben ik gewoon achter in de klas gaan zitten aan een leeg tafeltje. Ik keek uit het raam en zag Steffen in zijn auto weg rijden. Natuurlijk ik blijf hier met de slechterik op school zitten en Steffen rijd gewoon weg. Het lesuur was nogal saai en heb alleen uit het raam zitten staren. Het lesuur was eindelijk toch aan zijn einde gekomen en ik had nu daltonuur waar je een eigen les mag kiezen. Ik liep naar het lokaal Nask om daar practicums te doen, toen Damon ook binnen kwam lopen. Ik keek naar de grond op de hoop dat hij me niet zou zien, maar helaas natuurlijk moest hij me wel zien. ‘’Wat moet jij hier Damon?,’’ vroeg ik aan hem. Damon keek met een boos gezicht naar me en zei:’’ Mag ik niet naast mijn goede vriendin zitten?’’ Ik keek hem boos aan en mijn vrienden zaten er ook bij. Damon ging naast me zitten en ik zei heel zacht tegen hem:’’ Wij zijn geen vrienden.’’ Damon keek me aan en schudde nee, maar voor de rest zei hij niks meer. Het hele lesuur hebben we practicums gedaan met vuur en Damon bleef de hele tijd aan de andere kant van de klas staan. Blijkbaar was hij bang voor vuur, mooi zo dat kon ik tegen hem gebruiken.

De laatste twee uur was Steffen er ook niet en ik was nu uit, maar geen spoor van Steffen. Hoe moet ik nu naar huis? Ik stond buiten om me heen te kijken en zag Damon naar me lachen en verdween toen met hoge snelheid. Ik ging achter de school staan waar niemand was en riep toen mijn bezem. Het duurde vijf minuutjes en toen kwam mijn bezem aan vliegen. Ik keek nog even rond, stapte toen op en vloog op weg naar huis. Ik stapte af in mijn tuin borg mijn bezem op en liep toen naar binnen via mijn slaapkamer deur. Toen ik naar binnen liep schrok ik. Ik zag iemand op mijn bed zitten, maar toen ik dichterbij kwam zag ik dat het de achterkant van Steffen was. Hij draaide zich om en zei:’’ Sorry dat ik ineens weg ging, maar Damon moet gestopt worden.’’ Ik keek hem verward aan en dacht even dat ie ging zeggen dat hij zijn eigen broer zou vermoorden, maar op dat moment zei hij:’’ Ik heb gezocht naar een oplossing en bij ons in het dorp groeit helaas geen lavendel, maar blijkbaar laat mijn oom lavendel in de kelder groeien en dit is de manier hoe ik Damon ga uitschakelen.’’ Ik keek even op en probeerde me voor te stellen hoe hij Damon ging uitschakelen, maar kon niet echt iets verzinnen. Ik wild het niet eens weten. De gedachten alleen al dat hij zijn eigen broer ‘koud’ zou maken viel me niet goed. Oké, Damon had een slechte kant en die liet hij ook zien, maar ergens binnen in hem zal er vast wel iets goeds zitten. Hij wou alleen om de een af andere reden niet dat mensen zijn goede kant zouden zien of misschien ……. Mijn gedachte werd verstoord door een vraag van Steffen. ‘’Hebben we veel huiswerk op gekregen of niet?’’ ‘’Nee, eigenlijk nog niets we krijgen volgende week de planningen pas,’’ antwoorde ik. Hij knikte een beetje met zijn hoofd en ging toen de tuin weer in. Ik liep achter hem aan en ging naast hem staan. ‘’Je weet dat Mark gevlucht is, toch?,’’ vroeg Steffen. Ik knikte en hij ging verder met:’’ Een paar vampiers bij ons in de buurt houden hem al lange tijd in de gaten en het lijkt nu wel of hij een leger samenstelt van vampiers.’’ Ik schrok van zijn antwoord en vroeg:’’ Maar dan komt hij achter mij aan, of niet?’’ ‘’Nou, hij komt groten deels achter jou aan ja, maar ook achter elke vampier die hem tegenwerkt. We moeten dus hard oefenen ,begrepen?,’’ vroeg hij. Ik knikte en hij zei:’’ Mooi zo kom mee.’’ Voordat ik kon vragen waar we naar toe gingen had hij me al op zijn rug getrokken en waren we al onderweg naar ergens…… Steffen stopte met rennen in een donker bos en zette me op de grond. ‘’Oké, hier vind je alle elementen in dit bos, maar jij moet op zoek gaan naar de vier elementen, begrijp je dat?,’’ vroeg Steffen. Ik knikte en wou nog wat vragen maar Steffen was al weg.

Oké ik moest de vier elementen zoeken in een donker bos, dat ging een feest worden. Ik wist wel hoe ik ze moest sturen, maar hoe moest ik ze nou vinden. De vier elementen begonnen als volgt: lucht, water, aarde en vuur. Ik moest dus eerst op zoek naar lucht. Ik liep door het bos om te zoeken naar lucht toen ik ineens een licht briesje voelde. Ik draaide me om en liep tegen de wind in en kwam bij een grote afgrond uit waar een grote luchtstroom uit het dal kwam. Het voelde net alsof je zweefde in de lucht. ‘Oké, dus zo moest ik de elementen vinden,’ zei ik meer hardop dan in mijn hoofd.. Na lucht kwam water. Ik liep weer terug het bos in en sloot mijn ogen. De wind kwam nu van een ander kant en het droeg een soort water geluid met zich mee. Ik probeerde het geluid te volgen, maar ineens was de wind, maar ook het geluid weg. Ik liep langzaam achteruit zonder te kijken toen ik ineens tot met mijn enkels in het water stond. Ik draaide me om en kon mijn eigen ogen gewoon niet geloven. Ik stond gewoon te kijken naar een gigantische waterval. Het zag er zo mooi uit, alsof ik droomde. Ik pakte een klein leeg parfum flesje en stuurde het water in het flesje. Ik draaide de dop er weer op en stopte het weg in mijn zak.
Oké, nu had ik lucht en water gevonden. Nu nog aarde en vuur vinden. Ik liep weg van de grote waterval in de hoop het nog een keer te zien, maar ik moest gewoon verder met mijn opdracht. Aarde, ik moest op zoek naar aarde. Ik begon met lopen en had na een tijdje het gevoel alsof ik rondjes liep. Ik besloot om dit keer recht door te lopen een voor niets aan de kant te gaan. Na ongeveer een uur lopen was ik doodop en hing mijn hoofd al ongeveer bij mijn knieën toen ik ineens de grond helemaal kaal zag zonder enig stukje gras. Ik keek op en het leek wel de Sahara waar ik in stond. Alles was bedekt met zand, maar er was een pad van aarde. Ik liep over het pad heen en zag in de verte Steffen staan die iets neerlegde op de grond en toen weer weg rende. Ik liep dichterbij en er lag een blaadje op de grond waar op stond:’ Gebruik de elementen om de elementen te vinden.’ Hmmm, gebruik de elementen om de elementen te vinden, wat zou dat betekenen. Ik liep het pad af en kwam weer in het donkere bos terecht en toen schoot me iets te binnen. Ik moest nu op zoek naar vuur en water en vuur zijn vijanden van elkaar. Ik draaide me om naar de bomen en planten en maakte een beweging waardoor het water uit de bomen en de planten werd gehaald. Met mijn linker hand hield ik het water omhoog en met mijn rechter hand pakte ik mijn toverstok. Ik wist nog dat ik laatst een spreuk had gelezen om brand te blussen. Ik sprak de spreuk uit over het water en het verbaasde me toen het water uit zich zelf ging bewegen. Ik liep achter het water aan en voelde het steeds warmer worden. Het water verdween in eens en ik liep nog een klein stukje verder. Ik stond nu aan de rand van een hele grote vlakte waar allemaal fakkels stonden te branden en in het midden stond een grote pilaar waar een vlam uit kwam die wel ongeveer 10 meter hoog was. Ik liep langzaam dichterbij en de warmte leek nu ook mijn luchtgat dicht te knijpen. Het was zo heet dat ik bijna geen adem kon halen, maar toch liep ik door naar de grote pilaar waar Steffen onder stond met een emmer naast zich, een grote steen en een soort ventilator op baterijen. Ik liep op hem af en vroeg wat de bedoeling was. Steffen keek me aan en zei met een lachje:’’ Je moet op de elementen leren vertrouwen ook al zijn sommige van elkaar vijanden. Zoals je al hebt gemerkt kan water je naar vuur lijden en wind naar water, maar je hebt wel vals gespeeld toen je magie gebruikte. Dit is je laatste opdracht: Je moet zorgen dat elk element verdwijnt door te combineren welke elementen tegen elkaar zijn, maar je mag maar elk element één keer gebruiken.’’ Ik knikte ja en ging beginnen. ‘Oké, ik heb hier om me heen heel veel vuur en met een klein emmertje water kon ik dat niet blussen,’ fluisterde ik hardop. ‘Dus dan gebruik ik een windhoos om aan één kant van het gebied alle fakkels uit te blazen.’ Ik begon rondjes te rennen en probeerde steeds sneller toen er ineens een soort orkaan ontstond en die over het gebied blies. Meren deels van de fakkels waren nu uit, maar ik had nog drie elementen over. ‘Dan stuur ik nu het water over de overige fakkels om ze te blussen,’ fluisterde ik weer. Ik stuurde het water met een vloeiende beweging uit de emmer en spreidde het uit over de fakkels. Nu waren alle fakkels uit en had ik alleen de grote pilaar met vuur nog over en de grote steen. Ik tilde de steen op met aarde kracht en bewoog het tot boven de pilaar en liet het toen weer voorzichtig zakken. Het vuur werd nu kleiner en in minder dan drie minuten was het uit. Ik draaide me om naar Steffen die in zijn handen stond te klappen. ‘’Goed gedaan, je hebt alle elementen gebruikt zonder vuur sturen goed gedaan.’’ Ik draaide me om en lachte trots naar hem. ‘’Oké, ik breng je terug naar huis kom op,’’ zei hij. Steffen greep me weer bij mijn pols en rende op volle snelheid terug naar huis. Zo erg was het nog niet om een vampier te zijn, je kan super snel rennen, bent supersterk en leeft jaren lang door; ging er in mijn gedachten om. Ik stapte van Steffen zijn rug af, bedankte hem en liep naar binnen toe. Wat een geweldige dag, maar net op dat moment schoot me weer een vraag te binnen. Ik liep naar buiten zonder te kijken en vroeg:’’ Waar woon je eigenlijk?’’ Maar toen ik op keek was Steffen al weg.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen