Hoofdstuk 21: Het weekend
Het is vandaag zaterdag en mijn ouders waren al weg om boodschappen te doen. Ik ben naar de woonkamer gelopen en deed de tv aan. Ik liep weer naar de keuken om brood te pakken en een glas melk. Er was niet veel te doen en ben mijn ontbijt voor de tv gaan eten. Ik zat met mijn gedachten bij het idee om weer naar school te gaan en mijn klasgenoten weer te zien. Ik had net mijn broodje op toen er werd aangebeld. Ik liep naar de deur en deed open. Steffen stond voor de deur en liep zonder iets te zeggen gewoon door naar binnen. Ook goede morgen, zei ik. Steffen keek om en zei: Sorry, maar ik heb net iets van Damon gehoord waar ik me zorgen om maak. Wat dan?, vroeg ik. Steffen keek naar me en schudden zijn hoofd. Laten we zeggen dat je heel goed moet oppassen, zei hij. Ik knikte en Steffen ging op de bank zitten. Wil je wat drinken, vroeg ik. Steffen stond op en liep naar de keuken. Even later kwam hij terug uit de keuken met een glas drinken. Hij ging naast me zitten en zei: Ik doe maar net alsof ik thuis ben. Ik lachte en stond op. Ik zette de tv uit en liep de tuin in. Steffen liep achter me aan en zei: Nu kun je ook mooi oefenen met je elementen. Ik lachte en maakte een buigende beweging. Steffen ging voor me staan en zei: Probeer op mij te richten als je water stuurt. Maar dat doet veel pijn, zei ik. Steffen lachte en zei: Ik blijf natuurlijk niet stil staan en als een vampier gewond is genezen de wonden meteen. Ik ging klaar staan en haalde water uit de planten in de tuin. Steffen verdween en via grond sturen kon ik precies voelen waar hij op dat moment was. Ik stond klaar met mijn ogen dicht en lied me leiden door de grond. Ik zag in de binnenkant van mijn ogen waar Steffen was en haalde uit. Ik deed een paar bewegingen die ook in het boek stonden en toen hoorde ik een schreeuw. Ik liet van schrik de concentratie vallen en rende naar hem toe. Toen ik vlak voor Steffen stond zag zijn vel eruit alsof hij verbrand was en hij schreeuwde woest: Waar heb je dit water vandaan gehaald?! Ik wees naar de paarse bloemen die aan de zijkant van het tuin pad stonden. Steffen stond op en liep erheen. Hij draaide zich met een ruk om en riep: Ben je wel helemaal lekker? Dat is lavendel! Ik voelde mijn ogen groter worden en zei: Sorry dat wist ik niet. Ik was het vergeten. Steffen lachte en zei: Goed gedaan. Je hebt wel het goede wapen gekozen. Ik probeerde te lachen, maar was een beetje in verwarring. Ik keek naar de wonden op zijn arm en ze verdwenen langzaam. Steffen liep naar binnen door het huis naar zijn auto. Hij pakte een tasje uit zijn auto en liep terug naar binnen. Hij deed de deur weer achter zich dicht en liep naar de keuken. Hij pakte een glas uit een kastje en pakte uit zijn tasje iets rood. Hij trok het open en lied de vloeistof in het glas lopen. Tot mijn schrik besefte ik dat het bloed was. Heb je dat van een mens dat je vermoord hebt, vroeg ik. Steffen lachte en zei: Nee, dit is dierenbloed. Daarin tegen heeft Damon nog wel eens de neiging om vers bloed te drinken. Ik knikte en liep naar de woonkamer. Ik hoorde vanuit de keuken dat Steffen het glas aan het omspoelen was en het daarna in de vaatwasser zetten. Hij kwam uit de keuken gelopen en zei: Dus wat ga je vandaag doen? Ik keek hem aan en zei: Tot nu toe nog niks. Steffen lachte en zei: Mooi, dan heb je nu wel plannen. Kom! Ik stond op en liep achter hem aan naar zijn auto. Steffen deed het portier open en ik stapte in. Hij sloeg het portier dicht en rende op vampier snelheid naar de andere kant van de auto. Hij stapte in en startte de auto. Waar gaan we heen, vroeg ik. Steffen lachte en gaf gas. Het duurde tien minuutjes en toen stonden we midden in een groot open bos. Steffen stapte uit en liep naar voren het bos in. Ik deed het portier open en stapte rustig uit. Ik liep achter hem aan, maar toen hij ineens stil stond verdween hij. Ik wist wel wat voor grapje hij uit haalde. Hij wou me bang maken, maar dat gaat hem niet lukken. Ik liep langzaam naar voren het bos in. Rechts en links hoorde ik verschillende geluiden en toen zag ik iemand in de verte staan. Ik kon niet zien wie het was, want het was te donker. Steffen, schreeuwde ik hard naar de persoon, maar ik kreeg geen antwoord terug. Ik deed stapje voor stapje naar voren om te gaan kijken wie het was.
Ik stond nog ongeveer 7 bomen van de persoon vandaan, maar kon nog steeds niet zien wie het was. Ineens voelde ik een ijskoude hand op mijn schouder en draaide me met een ruk om. Toen ik de persoon een klap wou verkopen zag ik dat het Steffen was. Wat is er ,ik hoorde je gillen, zei hij met een paniek stemmetje. Ik keek hem verward aan en zei: Ik dacht dat jij daar tussen de bomen stond. Steffen keek me nog verwarder aan en keek over mijn schouder tussen de bomen naar de plek. Ik draaide me ook om en zag de persoon nog steeds staan. Steffen deed twee stappen naar voren en de persoon in het duister begon te bewegen in onze richting. We moeten hier weg en wel nu, riep hij. We rende terug naar de auto en Steffen reed gelijk weg. De hele weg zei hij niks. Toen we voor mijn huis stonden liep Steffen heel snel naar binnen en ging via het keuken raam naar buiten zitten kijken. Ik liep rustig naar binnen en deed de deur achter me dicht. Ik liep natuurlijk meteen naar hem toe om te vragen wat er aan de hand was. Steffen keek me aan en draaiden toen ze hoofd weg. Hij keek weer naar buiten en zei: Ik had je nooit mee moeten nemen naar het bos. Hoe bedoel je, vroeg ik snel. Steffen draaide zich om en keek, nou ja, een beetje zonder emoties naar me. Ik had je toch over de voorspelling verteld, vroeg hij, ik knikte en hij ging verder met, Nou het was de bedoeling dat Damon en ik gingen proberen om je niet zichtbaar te maken. Dus dat de Volturi niet weet waar je bent en of je wel bestaat, maar die persoon in het bos was één van de Volturi denk ik en nu weten ze dus waar je bent. Ik keek geschrokken en dacht aan het moment dat ik naar de persoon wou toe lopen, ik was blij dat ik dat niet gedaan heb. Ik liep naar Steffen en zei: Ik kan heel goed voor me zelf zorgen. Steffen lachte en zei: Ja, maar ik denk dat een vampier net te snel voor je gaat ook al kun je via de grond kijken. Ik lachte terug en knikte. Ik liep naar de woonkamer waar ik de tv aan gooide. Ik ging op de bank zitten en Steffen bleef in de deur opening van de keuken staan. Wat is er, vroeg ik aan hem. O niks, maar ik probeer me voor te stellen hoe je eruit zal zien als vampier. Man dat moet een moord wapen zijn, zei Steffen terug. Ik lachte en hij ging op de andere bank lang uit liggen terwijl ik tv ging kijken.
Ik keek naar hem en toen weer naar de tv en bedacht voor me zelf dat dit een heel leuk weekend zal worden, maar niet heus. Ik stond zachtjes op van de bank om Steffen niet wakker te maken. Ik liep heel zachtjes naar mijn kamer en haalde de 5 boeken te voorschijn. A, daar was het boek, Vampiers door de jaren heen. Ik ging aan mijn bureau zitten en sloeg het boek open bij de inhoud opgave. Daar stond het paragraaf 2: De Volturi. Ik sloeg het boek open op paragraaf twee en er stond een foto op de eerste bladzijde. Er zitten drie mannen op de foto en alle drie zitten ze op een gouden troon en er staat een blonde man achter. Ik sloeg de bladzijde om en begon met lezen over de Volturi. Er stonden wel wat leuke weetjes over hun wat ik wel zou kunnen gebruiken. Ik heb het hele hoofdstuk gelezen en klapte het boek weer dicht. Ik stond op en liep naar de deur. Ik deed de deur open keek naar links en liep naar rechts tot ik tegen iets hards aan liep. Ik keek op en Steffen stond voor me met een boos gezicht. Wat nou, vroeg ik. Steffen zijn ogen werden bozer en hij schreeuwden: Wat haal je in je hoofd. Als je die informatie over de Volturi gaat gebruiken heb je een probleem met me, kun je dat begrijpen? Ik knikte langzaam en liep achter uit van de schrik. Hoe kon hij nou weten dat ik het had gelezen terwijl mijn deur ook nog dicht was? Je hoeft het je niet af te vragen hoor, weet je nog sommige kunnen gedachten lezen, zei hij. O ja, dat is waar, zei ik zacht. Ik keek naar de grond en liep toen langs Steffen naar de huiskamer. Ik liep de tuin in en toen ik me omdraaide zag ik Steffen via de voordeur naar buiten gaan. Blijkbaar was hij wel erg boos. De hele middag heb ik voor de tv gehangen en een beetje nagedacht. Mijn ouders kwamen net thuis voor het avond eten en zijn langs de Mac geweest om eten te halen. We hebben gegeten aan de kleine tafel en ben toen naar mijn kamer gegaan waar ik wat ben gaan oefenen en daarna ben ik gaan zwemmen. Toen het ongeveer half twaalf was ben ik maar naar bed gegaan. Ik viel langzaam in slaap tot ik iets hoorde vallen. Ik schrok ervan en sprong op. Mijn lamp was op de grond gevallen, maar er was niemand te zien, alhoewel de gordijnen bewogen en mijn deur naar de tuin stond open. Ik pakte mijn toverstok en liep rustig de tuin in waar ik om me heen keek, maar ook niemand zag. Ik ging midden in de tuin staan en ineens voelde ik iets op mijn schouder. Ik draaide me met een ruk om en net toen ik wou toveren zag ik dat het Damon was. Wat doe jij hier, vroeg ik aan hem. Nou eh, ik hoorde van Steffen dat jullie ruzie hadden en wou even met je praten. Want je weet dat hij dit alleen zegt om je te beschermen, vroeg Damon. Ik knikte en liep toen naar binnen. Ik zwaaide met mijn stok en de lamp was weer gemaakt. Maar als je dat komt vertellen hoef je mijn lamp toch niet stuk te maken, vroeg ik aan hem. Damon liep naar binnen en zei: Ik ben niet in de kamer geweest. Ik schrok van zijn antwoord en vroeg: Dus er is iemand anders in mijn kamer geweest? zijn ogen werden groter en zei: ik ben zo terug met Steffen. Ik knikte en ging in mijn kamer rond kijken of er nog iemand was, maar niks. Het duurde niet lang of Damon was weer terug met Steffen. Steffen liep naar binnen en vroeg meteen: Heb je iemand kunnen zien? Ik schudde nee en hij knikte naar Damon die weer weg ging. Oké, ik blijf vannacht bij je en morgen ook om te zorgen dat er niks gebeurt, zei hij. Ik knikte en ging weer in mijn bed liggen en viel in slaap. De volgende ochtend toen ik wakker werd zag ik Steffen bij het raam staan en hij keek naar buiten. Ik stapte uit bed en zei hem goedemorgen. Ik liep door de deur naar de keuken waar ik wat drinken pakte en Steffen liep de hele tijd achter me aan. Ik liep naar de inloopkleding kast en toen ik naar binnen wou liep hij achter me aan. Hallo, dit is privé dit hoef je dus niet te zien. Naar buiten jij, zei ik. Steffen liep naar buiten en ik deed de deur op slot. De rest van de dag was oefenen en nog eens oefenen.
Er zijn nog geen reacties.