Why you.
POV. Fizzy.
‘Ga toch weg!’ riep de krullenbol woest naar een begeleider. Toen de begeleider niet wou luisteren liet Harry meteen weten dat hij dat maar beter wel had kunnen doen. Harry pakte de vaas die naast hem stond op en gooide hem op het hoofd van de begeleider. De begeleider viel met een klap op de grond en er stroomde bloed uit zijn oor wat geen goed teken was. Geschrokken keek ik naar Harry die woest in en uit ademde. Angstig keek ik rond, maar er was niemand in de buurt. Ik beet even op mijn lip en keek naar de begeleider die er voor dood bij lag. Ik moest toch iets doen? Ik rende naar hem toe en knielde naast hem neer. Ik tikte even tegen zijn wangen en pakte zijn pols vast.
‘Ik ben geen moordenaar’ hoorde ik Harry achter mij piepen.
‘Nee natuurlijk niet’ zei ik op een sarcastische toon, al bedoelde ik het eigenlijk niet sarcastisch. Je moest op passen met wat je tegen Harry zei. Hij wist niet goed met kritiek en gevoelens om te gaan en had vaak stemmingswisselingen wat vrij beangstigend kon zijn. Daarbij dat ik liever niet vermoord of iets anders werd, wilde ik Harry geen pijn doen. Al had ik dat waarschijnlijk nu wel al gedaan door zo sarcastisch te doen. De spanning was me gewoon te veel geworden.
‘En wat bedoel jij daarmee?’ Harry blies woest tegen mijn oor aan. Koude rillingen liepen over mijn lichaam en niet omdat ik bang was.
‘Niets Harry. Sorry ik bedoelde het niet zo. Ik zweer het.’ Zei ik rustig. Zo ver je rustig kon klinken als iemand kwaad in je oor zat te sissen en iemand dood lag te gaan voor je neus.
‘Je bent bang voor me, niet?’ Harry klonk medelevend. Schuld gevoel over viel me.
Nu doe je het weer. Je doet hem pijn, je kunt ook niets goed doen! Ga liever je zelf pijnigen
Ik schudde snel de gedachten weg en draaide mijn hoofd Harry’s kant op. Schuldig keek hij naar de begeleider waar ik nog altijd naast zat.
‘Nee Harry ben ik niet’ dit meende ik uit de grond van mijn hart. Iedereen in dit gebouw was bang voor hem, maar ik zag iets in de krullenbol wat niemand anders zag.
‘Lieg niet!’ schreeuwde hij naar me. Hij greep mijn arm vast en ik kon een schreeuw niet onder drukken. Hij had net de plek vast gepakt waar sneeën van een week geleden waren aan het genezen. Ik had een mes mee gesmokkeld naar mijn kamer, maar een van de begeleiders had me betrapt en hem weer afgepakt.
‘Waarom schreeuw je nou?’ vroeg Harry poeslief. Verbaasd door de plotselinge stemmingswisseling keek ik hem aan. Ik keek langs hem heen en zag dat zijn pillen nog altijd op de tafel stonden. Hij had ze niet willen in nemen en wilde ze net weg gooien toen een begeleider binnen kwam en hem dwong in te nemen. Een discussie ontstond die Harry duidelijk had gewonnen aangezien de begeleider nu gewond op de grond lag.
‘Harry ik weet dat je het niet wilt, maar misschien is het toch beter dat je- je pillen in neemt’ ik keek hem liefdevol aan en ik zag dat Harry daarvan in de war raakte.
‘Nee! Wie ben jij om te zeggen dat ik mijn pillen moet in nemen, of jij je zo goed houd aan de regeltjes. Je bent gewoon stom, dom, lelijk en alles wat slecht is!’ schreeuwde hij naar mij. Tranen branden in mijn ogen.
Stom, dom, lelijk en alles wat slecht is. Een traan verliet mijn oog en lande op de koude vloer. Harry’s ogen werden groot en zijn lip begon te trillen.
‘Fizzy… Het…sorry’ de krullenbol rende in paniek de zaal uit, richting zijn slaapkamer. Ik sloot mijn ogen even en bedacht me dat er hier overal scherven lagen. Zonder na te denken keek ik om mij heen en boog me over de begeleider heen. Ik pakte een groot stuk vaas op en bekeek het goed. De scherpe randen glinsterden in het licht van de lamp. Stemmen galmde over de gang. Geschrokken stak ik snel de scherf in mijn broekzak.
‘Wat is hier gebeurd?’ riep een begeleider. Ik keek naar de gang waar Harry door was gerend. Een ding was zeker, ik ging hem niet verraden.
‘Hij struikelde over een tafelpoot en viel zo tegen de vaas aan. De man raakte uit evenwicht en landde op de grond en toen viel de vaas bovenop hem’ loog ik. De begeleiders leken het te geloven en stuurden mij naar mijn kamer.
Stom, dom, lelijk en alles wat slecht is. De zin herhaalde zich steeds weer in mijn hoofd. Ik deed langzaam de deur dicht en liet me op het bed vallen.
Stom, dom, lelijk en alles wat slecht is. Ik herinnerde me de scherf in mijn broekzak en haalde deze te voorschijn.
Stom, dom, lelijk en alles wat slecht is. Ik legde de scherpste rand tegen mijn vel aan. Een gevecht ontstond in mijn hoofd, maar ik wist al wie er zou winnen.
Stom, dom, lelijk en alles wat slecht is. Kijk nou Fizzy hij kent je al van binnen en van buiten.
Bloed druppelde uit mijn pols en viel op de grond. Ik begon schokkend adem te halen. Tranen stroomden over mijn wangen. Het zoute stofje viel in een van mijn verse sneeën en het begon te branden. Net toen ik het stuk vaas tegen mijn andere pols legde en een beginnende snee had gemaakt vloog de deur met een klap open. Een schrikgeluidje verliet mijn mond en geschrokken liet ik de scherf uit mijn hand vallen. Het viel precies tussen mijn voeten op de grond en het bloedrandje was duidelijk te zien. Moeilijk hapte ik naar lucht. En schoen verscheen om het hoekje van de deur en al snel stond de persoon in mijn kamer. Bang keek ik in zijn groene ogen. Bang voor zijn reactie. Ik wilde niet dat hij het wist. Ik had zelfs nog liever dat de hele wereld het wist, behalve hem.
‘H-Harry, wat doe jij hier?’ of het nog zou helpen droogde ik snel mijn tranen en legde mijn armen een beetje uit zicht.
‘Fizzy!’ riep Harry geschrokken. Ik volgde zijn blik en kwam uit op de scherf met mijn bloed erop. ‘Wat heb je- jezelf aangedaan?’ Harry keek me medelevend aan en liep voorzichtig mijn kamer binnen.
‘Ik…ik…’ Harry liep langzaam mijn kant uit en ging naast mij zitten.
‘Het lijkt erger dan het eigenlijk is’ wist ik uit te brengen met mijn ogen gericht op de vloer. Harry pakte mijn arm vast en trok deze naar hem toe. Ik stribbelde even tegen, maar toen ik besefte dat het toch geen nut meer had liet ik hem kijken.
‘God alle machtig’ piepte Harry. Ik durfde hem niet aan te kijken en bleef strak naar de vloer staren. Ik voelde hoe Harry zijn armen om mij heen lag en mij in een liefdevolle knuffel trok.
‘Komt dit door mij?’ vroeg Harry. Hij legde zijn hoofd op mijn schouder en wreef met zijn hand over mijn rug.
‘Nee… nou ja deels’ hij trok me nog wat steviger tegen hem aan en ik voelde zijn hart kloppen, wat erg rustgevend was.
‘Ik…Ik heb het niet zo bedoeld. Ik had mijn pillen nog niet gehad en ik wist gewoon niet hoe ik met mijn liefde voor jou moest om gaan, maar nu ik wel mijn pillen heb gehad kan ik je dit vertellen. Alles wat ik zei bedoelde ik omgekeerd. Fizzy, je bent geweldig, slim, prachtig en alles wat goed is. En ik zou je graag als vriendinnetje willen hebben’
geweldig, slim, prachtig en alles wat goed is. Die zin had ik nooit meer vergeten. Ik was nu onderhand drie jaar verder en ik was een jaar geleden uit de kliniek ontslagen, zoals ze dat zeggen. Harry mocht een half jaar later vertrekken. Sinds Harry mij vertelde wat hij van mij vond ben ik gestopt met snijden, en Harry nam braaf iedere dag zijn pillen in. Iedere dag voordat we gingen slapen herhaalde hij wat hij van mij vond, zodat ik het nooit meer zou kunnen vergeten.
geweldig, slim, prachtig en alles wat goed is.
Reageer (1)
Wouw echt prachtig
1 decennium geledenmag ik een vervolg