Chapter 40
Een gil kwam uit mijn mond. Maar de persoon achter mij hield zijn hand voor mijn mond zodat ik niet kon gillen. Wie was deze persoon. Toen ik wou omdraaien, draaide hij me opnieuw met mijn rug naar hem toe om vervolgens zijn hand op mijn mond te leggen. Wie was deze persoon? Danny? Nee, Danny was dit niet. Danny zou me vast niet op deze manier laten schrikken.
“Ssst.. Niet zo schrikken van mij, je hoeft niet te gillen.” Zei de persoon. De stem kwam me erg bekend voor maar kon niet plaatsten bij wie die hoorden. Danny! Het was Danny, schoot me weer te binnen. Hoe kon ik in godsnaam zijn stemgeluid vergeten. Ik een ruk draaide ik me om. Danny liet me snel los. Dit keer vloog ik gewoon in zijn armen. Danny lachte. “ Je hoefde niet van me te schrikken.” “Jij moest me niet op die manier benaderen.” Hij schoot opnieuw in de lach. “Sorry lieverd. Ik zal het goedmaken.” Hij drukte zijn lippen snel even op de mijne. “ Oké, dat is beter.” Hij knipoogde. “ Nou, dit is dus het meer waar ik altijd zit. Waarom kwam je eigenlijk hierheen.. “ Ik voelde zijn ogen over mijn lichaam heen rollen. Meteen kon ik wel weer door de grond heen zakken. Ik zat nog steeds vol met modder. “ En wat heb je gedaan?” Ik zag aan zijn houding dat hij zijn lach probeerde in te houden. “Ik wou jou zoeken omdat ik niet wou dat je boos op mij was. Als ik geweten had dat ik eerst zou verdwalen had ik het niet gedaan. Ook zeker niet als ik geweten had dat ik in de modder zou vallen. Dat is dus waarom ik er zo uit zie.” Ik maakte een beweging naar mijn kleding met mijn handen. Afkeurend schudde hij met zijn hoofd. “Schatje toch.. Trouwens, ik ben niet boos meer op je. Ik hoop jij ook niet meer op mij, wat ik had ook heel anders kunnen reageren.” Hij nam me voor de zoveelste keer opnieuw in zijn armen. Met mijn neus snoof ik zijn heerlijke geur op. “Hm.. je ruikt lekker.” Bracht ik moeilijk uit. Ondertussen zat ik helemaal in zijn vest. Ik wou zo dicht mogelijk bij Danny zijn. Aan Danny te merken dacht hij ook zo over mij want hij bleef me maar tegen hem aanduwen. “ Kom. Ik wil je wat laten zien.” Danny liet me voor een moment los zodat ik opzei kon stappen. Maar als snel had hij mijn hand weer vast. “Waar gaan we naartoe?” “Zie je wel.” Danny leidde me aan de hand mee naar een boom. Toen we er eenmaal waren zag ik dat achter de boom een patje lag. Ik vroeg me af waar die naartoe zou leiden.
Reageer (1)
'dat vraag ik me ook af'
1 decennium geleden