Hoofdstuk 23

Vanuit Daan:

Als we bij het huisje zijn, zien we een brief lichen, ik pak de brief en begin het voor te lezen:


Lieve allemaal,

Ik ben helemaal klaar met jullie, met de mainiacs en met mainstreet!
Ik wil jullie nooit meer zien!
vooral die kut wijven niet!
en al helemaal Sabiene, ik ben klaar met haar!
Ik ben thuis, en kom me niet opzoeken

Owen


En ik vouw de brief dich, en kijk naar Sabiene die met tranen in haar ogen op de bank is gaan zitten. 'Dit meent Owen niet, dat kan niet' zegt Rein. 'Toch staat het er" zegt Nils. 'Misschien kunnen er 2 naar Owen toe gaan ofzo' zegt Marieke. 'Ik ga naar Owen, ook al zegt hij dat het niet mag' zegt Sabiene. 'Ik ga wel met je mee' zeg ik. 'Jongens, al zijn kleding licht er nog gewoon' zegt Lisa, die uit de kamer van Owen uit komt lopen. 'Daan kom' zegt Sabiene en ze loopt het huisje uit. 'Jongens ik hou contact met jullie' zeg ik, en geef Joline een kus. 'Pas goed op Sabiene, ze is heel erg in de war' zegt Joline, ik knik en loop achter Sabiene aan. 'Zal ik een taxi bellen?' vraag ik. 'is goed' zegt Sabiene. Als ik de taxi heb gebelt, gaan we op de rand van de stoep zitten. 'Het is allemaal mijn schuld' zegt Sabiene die in tranen uit barst. 'Nee, dat is het niet' zeg ik. *ToetToet* 'Kom, de taxi is er' zeg ik. en staan op en gaan in de auto zitten. ik ga even op twitter kijken, als ik me hele TL ben langs geweest, heb ik geen tweet van Owen gezien. "Zal ik Owen DMen?' vraag ik. 'is goed, ik doe dat ook wel' zegt Sabiene.

DM: (Daan naar Owen)
Daan: Owen, meen je wat je hebt geschreven?


DM: (Sabiene naar Owen)
Sabiene: Ik hou van je! waarom doe je mij dit aan

'Krijg jij antwoord?' vraag ik. 'Neej' zegt Sabiene 'Ik ook niet' zeg ik terleurgestelt. 'We zijn er' zegt je chaffaur. 'Oke, dankje' zeg ik, en we stappen uit. We kloppen op de deur, maar niemand doet open. opeens hoor ik een telefoon af gaan. Het is de telefoon van Sabiene, en ze neemt op 'Hallo, ben Sabiene' 'Waar ben je?' 'Daan en ik zoeken je' 'Oke we komen er zo snel mogelijk aan' en sabiene hangt op. 'Was dat Owen' vraag ik. 'Jaa, hij is in het zelfe huis, als waar ik was' zegt Sabiene. 'Kom snel dan, het is hier dichtbij' zeg ik. 'Wacht ik pak de fiets van Owen' zeg ik, en ren snel naar hun achtertuin, ik pak de schuursleutel, en pak Owen zijn fiets. 'Spring achterop' zeg ik tegen Sabiene, en ze sprinkt achterop. Zo snel als ik kan fiets in naar het bos waar dat huisje staat. 'OWEN' roepen Sabiene en ik als we het huisje zien. We horen geschreeuw, en we zien 2 mensen weg rijden in een auto. We proberen de deur van het huis open te maken, maar dat lukt niet. "Owen, heb je daar iets liggen om de deur mee open te maken?' vraag ik. maar we krijgen geen antwoord. 'Owen?' vraagt Sabiene. Opeens voelen we een hand op onze scouders, Sabiene gilt....