One Chance Left.
Draco’s pov:
Vijf bedden van me verwijdert, in de zware lucht van schoonmaakmiddelen en medicijnen, lag een jong meisje te hoesten. Haar haren en kleren waren doordrenkt van het zweet, haar handen krampachtig om haar lakens gesloten. De pijn tekende zich op haar gezicht, lange lijnen van verdriet onder haar ogen en trillende lippen. Ik wachtte tot de stilte weerkeerde en trok mezelf recht. Ze keek niet op, leek zelfs niet te reageren op de plotselinge golf van lawaai. Het bed kraakte toen ik m’n benen over de rand probeerde te gooien en op te staan, maar nog steeds geen reactie.
Ik hield me op aan de rand, berekende iedere stap die ik zette en probeerde niet tegen te grond te smakken onderweg. Het leek eeuwen te duren voor ik haar bed bereikt had. Bij iedere stap die ik vooruit zette leek haar bed een meter te verschuiven.
Haar ogen bleven gesloten, haar ademhaling zwaar. Ik probeerde mezelf moed in te spreken, zei tegen de stem in mijn hoofd dat hij moest zwijgen en verder slapen.
De zon die voorzichtig door de ramen brak moedigde me aan, de stenen vlakten voor me uitgestrekt. Op het moment dat ik mijn keel wou schrapen om haar aandacht te trekken vlogen de deuren open.
Een stel fel groene ogen keken me bedachtzaam aan vanaf de deuropening, een grijns spelend om zijn mondhoeken. “Wat ben je aan het doen?”
Ik duwde mijn lippen tegen elkaar en haalde m’n schouders op. Hij beende snel naar mijn zijde en ondersteunde me voorzichtig. Ik grinnikte om mijn eigen zwakte en liet hem me helpen terug te keren naar m’n bed. “Je moet slapen, Scorpius…” zei hij straffend.
Ik knikte enkel, onwetend over hoe ik de knoop uit mijn tong kon halen. Hij ontspande en glimlachte aanmoedigend,”hoe voel je je?”
Ik haalde mijn schouders op. Hij knikte alsof hij al uren geleden een diagnose had gesteld die nu werd bevestigd. Ik grinnikte zacht.
“Al bezoek gehad?”
Ik wist wat hij bedoelde. Ik wist dat hij naar iemand verwees, een plan dat hij in werking had gezet. Hij leek ongeduldig, zijn gewicht zenuwachtig wisselend van het ene been naar het andere.
“Rose?” vroeg ik zacht. Mijn stem klonk ruw en het deed pijn om te spreken. Misschien was het de slaap of misschien was het gewoon haar naam die langs mijn keel sneed.
Hij reageerde niet, maar zijn ogen fonkelen meer dan gewoonlijk.
Ik wilde zo ontzettend graag geloven dat hij er haar van kon overtuigen om hier te komen. Om me één keer –één keer maar- onder ogen te komen. Ik zou alles geven.
Een luide zucht liet me uit mijn gedachten ontwaken. Hij leek het op te geven. Ik zag zijn moed wegzakken, recht door zijn schoenen de koude grond in.
Hij begroef zijn handen in zijn zakken en gaf een kort knikje met zijn hoofd,”ik kan maar beter naar de les gaan…”
Ik grijnsde, gaf een zwakke knipoog en duwde hem met al m’n kracht weg van mijn bed. Veel effect had het niet. Zelfs de wind had meer kunnen doen.
Hij schudde lachend zijn hoofd en draaide rond op zijn hielen. Hij was al halverwege de deur, toen ik hem tegen hield,”kan je haar even wat water geven…”
Door stomheid geslagen en met een stel grote ogen op mij gericht liep hij naar het meisje en zette het glas voorzichtig aan haar lippen. Ze slikte moeizaam maar glimlachte dankbaar.
Hij leek geen reactie te kunnen geven, dus vertrok hij, de stilte achterlatend.
Er zijn nog geen reacties.