Chapter nine
Ik sta op en loop naar de plek waar het briefje ligt en pak het op. 'Wat staat erop?,' vraagt Joel ongeduldig. 'Een tekst,' zeg ik. Ik loop weer naar het raam toe waar mijn laptop staat en ga weer in het raamkozijn zitten. Ik kijk nog steeds naar het briefje in mijn handen. 'Lees voor wat erop staat,' zegt hij, inmiddels ongeduldig. 'Oke,' zeg ik en slik nog een keer. 'Er staat:
''Dit was de enige plek waar ik me echt thuis voelde.
Ik voelde me echt thuis in jullie aparte wereld.
Ik ga jullie zo missen. Niks zal meer hetzelfde zijn als ik hier weg ben.
Dan ben ik weer alleen. Niemand die me kent, of die ook maar de echte mij leert kennen.
Ik wil niet ergens leven waar ik jullie niet meer kan zien.
Ik wil geen afscheid van jullie nemen.
Ik wil bij jullie blijven, en nooit meer weggaan.
Hier blijven mijn geheimen voor eeuwig verborgen.
Hier in de muur, bij jullie.
Ooit kom ik terug bij jullie en zie ik jullie weer.
Maar nu moet ik gaan. Niet voor eeuwig.
Ik kom terug. Belooft.
Tot ooit lieve lieve Nadin en mijn geliefte Jamie.
Ooit zal ik jullie weer zijn.
Liefs Maria.'' '
Ik krijg tranen in mijn ogen van de tekst. 'Dat is best wel een emotionele tekst,' zegt Joel met intussen ook tranen in zijn ogen. Ik kijk nog een keer naar het briefje en zie helemaal onderin nog een zin staan. 'J-Joel?,' zeg ik zacht. 'Caitlin wat is er?,' vraagt hij bezorgd. 'Er staat nog een zin en ik zweer dat dit een hele aparte zin is,' zeg ik nu een beetje bang. 'Wat staat er dan?,' vraag hij. Ik slik even. 'Er staat: ''Eenzaam en alleen. Niemand die om me geeft. Iederee is tegen me en niemand mag me. Ze vinden me maar raar. Daar wil ik voor eens en voor altijd vanaf. Ik wil ergens heen waar ik wel gewaardeert wordt om de dingen die ik kan en waar ik mezelf kan zien. Waar niemand me kent. Daar wil ik heen.'' ' Ik hoor een raar geluid achter me en draai me dus om. Mijn mond valt open van verbazing. Ineens zit er een soort gat in de muur. Ik sta op en loop er naartoe, maar ik kan er niet doorheen kijken. 'Caitlin? Wat doe je? Wat zie je?,' vraagt Joel bezorgd. 'Joel?,' vraag ik bang. 'Ja Caitlin. Wat is er?' Ik haal mijn ogen niet van de muur af als ik tegen Joel praat. 'Wil je alsjebleift nu hierheen komen? Ik ben bang. Heel bang,' zeg ik terwijl ik nog steeds naar de muur kijk. Als ik niks meer van Joel's kant hoor besluit ik toch maar even om naar mijn laptop te kijken. 'Waar ben je?,' vraag ik. 'Hier.' Ik schrik als ik zijn stem vlakbij me hoor. 'Wil je het raam open doen?,' vraagt hij. Ik doe het raam open en help hem naar binnen. 'Nou, waarom moest ik zo snel komen?,' vraagt hij. Ik loop naar de muur toe en wijs er naar. 'Daarom,' zeg ik zo nonchelant mogelijk. Hij loopt met een vragende blik op zijn gezicht naar me toe. Als hij eenmaal naast me staat en zich heeft omgedraait naar de muur, zie ik dat zijnmond nu ook open valt. 'Wat is dat?,' vraagt hij. 'Ik heb geen idee. Het kwam hier toen ik-.' Ik loop weer terug naar het raam waar ik het briefje had laten liggen. 'Wat is er?,' vraagt hij als ik weer het briefje pak. 'Toen ik net die laatste zin voorlas...,' zeg ik, alsof nu ineens alles snap. '... toen kwam dit ineens te voorschijn. Misschien heeft het wel iets met de wereld te maken waar die Maria het over had.' Joel's gezicht verandert nu ook. 'Natuurlijk. Die zin was de sleutel,' zegt hij enthousiast. 'Ooh nee,' zeg ik. 'Jij wil zeker gaan kijken wat het is he? of niet?,' vraag ik hem. 'Ben jij niet nieuwschierig dan? Misschien is het wel geweldig,' zegt hij met een big smile. 'Maar misschien is het wel verschrikkelijk. Je weet maar nooit,' zeg ik, zijn fantasien doorbrekend. 'Maar als je leest hoe die Maria het beschreef, moet het haast wel geweldig zijn. Een plek waar je nooit meer weg wilt.' Ik loop naar mijn bed toe en ga erop zitten. 'Je hebt wel gelijk,' zeg ik. 'Dus.... Gaan we?,' vraagt Joel voorzichtig aan me. 'Maar wat nou als we er nooit meer weg komen.' Hij lijkt even na te denken. 'Dat gebeurt vast niet en als het wel gebeurt blijven we daar toch gewoon wonen,' zegt hij met veel overtuiging in zijn stem. Ik sta op en loop naar hem toen. 'Oke, maar we gaan wel samen,' zeg ik terwijl ik zijn hand vast pak. Samen stappen we op het soort gat in de muur af, een wereld tegemoet die vast van alles zou veranderen. Als ik maar even weg was van hier.....Vooral weg van Hunter.
Er zijn nog geen reacties.