Mijn eerste schooldag zat er op en toen ik de trap af ging in school om naar mijn kluisje toe te gaan en toen zag ik hem. Het was een jongen net zo oud als ik ongeveer en wat een lekker stuk, maar hij had ook een duistere kant. Hij kwam uit het kantoor van de directeur. Ik bleef even op de trap staan om naar hem te kijken en ben daarna door gelopen. Pakte mijn spullen uit mijn kluisje en ging naar huis. Gelukkig reden de bussen nu wel weer. Eenmaal thuis had ik weer eens niks te doen en ben dus tv gaan kijken en gaan toveren, tja wat moest ik anders. Nick (mijn uil) begon nog al druk te worden, dus ik besloot een brief te schrijven naar Christine om te vragen of zij ook vrij had volgende week. Nadat ik klaar was met de brief schrijven heb ik hem vast gemaakt aan Nick en stuurde hem weg naar Christine. De volgende ochtend werd ik wakker om half zeven en het ging net zoals gister ochtend. Alleen vandaag reden de bussen wel weer dus ben op de normale manier naar school gegaan. Toen ik op school was hadden we het eerste uur mentoruur. Iedereen zat normaal in de klas en er was niks aan de hand tot de docent zei:’’ We krijgen een nieuwe jongen in de klas, zeg maar hoi tegen Steffen.’’ Ik dacht meteen aan die jongen van gisteren. De deur ging open en inderdaad het was die jongen van gisteren. Hij liep naar binnen en zei:’’ Hey, mijn naam is Steffen en ik ben vijftien jaar.’’ Ik keek om me heen door de klas en bijna alle meisjes waren naar hem aan het staren. De tafel naast mij was vrij besefte ik en ik legde snel mijn tas onder die tafel, alsof het leek dat er iemand zat. De jongen kwam naar me toe lopen en vroeg alsnog:’’ Mag ik hier zitten?’’ Ik wou nee zeggen, maar de docent zei snel:’’ Tuurlijk, dat hoef je niet te vragen ga gewoon zitten.’’ Hij ging zitten en legde zijn laptop op tafel. De docent legde een kennismaking ’s opdracht uit en nu pas besefte ik dat ik de opdracht met die nieuwe moest doen. De bedoeling was elkaar beter te leren kennen. Ik begon met praten en zei:’’ Hoi ik ben Diley en ben 15 jaar oud.’’ ‘’ Van mij weet je al wie ik ben en hoe oud ik ben, maar zeg eens wat zijn jouw hobby’s,’’ vroeg hij. ‘’Nou mijn hobby’s zijn klimmen en skiën,’’ zei ik. De jongen lachte en zei niks tot zijn ogen op mijn ketting viel. ‘’Waar heb je die ketting vandaan,’’ vroeg hij. Ik antwoorde:’’ Die heb ik gekregen van een vriend die ver weg woont.’’ Hij greep met zijn hand naar de ketting en wou het vast pakken. Op het moment toen hij de ketting vast pakte begon zijn hand te branden en trok het snel terug. ‘’Gaat alles goed, wat gebeurde er,’’ vroeg ik. ‘’O niks, vast een allergische reactie op zilver,’’ antwoorde hij. De rest van de dag heb ik niks meer tegen hem gezegd en hij ook niet meer tegen mij. Er was iets vreemds aan die jongen, maar hij zag er heel normaal uit. Misschien was het wel een steen oog vampier die konden namelijk niet tegen lavendel en mijn ketting was van lavendel gemaakt. Maar wat zou ik moeten doen als hij een vampier was, hij is vast sterker dan mij en kan me zo omleggen.

Toen de dag was afgelopen scheen de zon en ik kan me nog herinneren dat steen oog vampier in de zon verbranden. Ik besloot te wachten tot hij naar buiten was gegaan. De jongen liep voor me uit naar buiten en liep gewoon vol door de zon. Het is dus geen vampier, misschien had hij dan toch gelijk. Misschien was het gewoon een allergische reactie. De hele week verliep rustig behalve vrijdag avond. Ik zou met een paar vriendinnen naar de bioscoop gaan s’ avonds laat. Na de film moest ik naar rechts en de andere naar links. Toen ik door een donker steegje ging zag ik in de verte twee jongens aan komen, ik was me van geen kwaad bewust en liep dus gewoon door. Net toen ik langs de jongens liep pakte eentje me vast en ik kon net niet bij mijn toverstok komen. De jongens namen me een stukje mee door het steegje en ondertussen probeerde ik los te komen. Ineens was een van de jongens verdwenen en aan de gezichtsuitdrukking van zijn maat had die ook geen idee waarheen. Ineens verdween de jongen die mij vast had ook. Ik was echt doodsbang. Ik ren weg van de plaats waar de twee verdwenen en renden een zijsteegje in. Daar zag ik één van de twee jongens bloedend op de grond liggen. Ik draaide me om en rende zo snel mogelijk het andere steegje in, waar ik tegen iemand opliep. Ik viel op de grond en toen ik mijn ogen open deed zag ik de nieuwe jongen van school weer staan en hij zei:’’ Sorry, heb ik je laten schrikken?’’ Ik stond op en schudde nee. Het kwam niet bij me op om iets te zeggen over die twee jongens. Ik keek hem met twee grote ogen aan en vroeg me af wat hij hier deed. Ik kreeg alleen geen geluid meer uit mijn keel. Het duurde even, maar eindelijk kon ik het hem vragen:’’ Wat doe jij hier?’’ Was het enige wat ik uit mijn mond kon brengen. ‘’Mijn oma woont hier in de buurt en ik ga even op bezoek,’’ antwoorde hij. ‘’Zal ik met je mee lopen,’’ vervolgde hij. Na wat er net was gebeurt vond ik alles best dus ik knikte ja. Eenmaal bij mijn huis zei ik hem gedag en hij ging weer weg. Ik wist nog steeds niet wat er nou net gebeurt was, maar er was iets vreemds aan hem.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen