Hoofdstuk 7: Ik wist het!
Hij vroeg of ik ging zitten en keek naar mijn nek. Hij zag de ketting en vroeg: Je weet het, toch? Je wist het al die tijd al toen je mijn ogen voor het eerst zag. Ja meneer, beantwoorde ik. Hij keek me doordringend aan en zei: Dan ben je de eerste uit alle eerste, tweed en derde jaars die het van mij weten. Ik keek naar hem en vroeg: En deze klas dan weten hun het van u? Ja dit zijn laatste jaars ik wil ze dan pas kennis laten maken met de magische wezens in het echt, zei hij. Ik keek hem raar aan en vroeg: Waarom heeft u mij dan nodig? Ik heb ze net verteld dat ik vampier ben, maar ze geloven me niet. Daarin tegen kennen ze wel alle soorten krachten die rood oog vampiers kunnen hebben. Om ze het te laten geloven heb ik dus iemand nodig die een proef persoon is, maar iedereen denkt dat als ik er een ben ik ze leeg ga zuigen, daarom vraag ik jou, zei hij. Ik stond op en knikt en samen met hem liepen we het klaslokaal in. Ik ging recht tegenover hem staan en keek hem strak aan. Pijn, zei hij. Hij keek me raar aan en zei: Je ketting moet af anders werkt het niet, ik beloof je blijft leven. Ja dat is lekker, moest ik op een vampier vertrouwen die tegen mij zei , ik beloof je blijft leven. Daar word je niet echt rustig van. Ik deed de ketting af en legde het op tafel en ging opnieuw voor hem staan. Nogmaals herhaalde hij het woord : Pijn. Er drong een vreselijke pijn door mijn lichaam. Mijn aderen versteende en ik gilde het uit. Ik had geen gevoel meer in mijn benen en ook niet meer in mijn armen. Het duurde maar even daarna stopte hij weer. Ik viel als een blok op de grond. Hij kwam naar me toe rennen en vroeg of het met me ging. Ik stond op en knikte. Net op het moment dat hij me hand vastpakte zag ik zijn ogen van kleur verschieten, ze werden licht bruin en ze wenkbrauwen begonnen te fronsen. Nadat hij me los liet deed hij de ketting weer bij me om en zette me op een stoel. Aan de reactie van de klas te zien waren ze allemaal heel erg geschrokken van wat er net was gebeurd. Nadat de les was afgelopen zat ik er nog steeds. De meester bood me een kopje thee aan en kwam bij me zitten, we hadden zo een heel gesprek. Wat zag je eigenlijk in die visioen, vroeg ik aan hem. O dus dat weet je ook al, zei hij. Ik lachte naar hem, maar ik heb het antwoord niet terug gekregen. Nou schiet op je moet naar vlieg les, riep hij erachteraan. Ik pakte mijn tas en rende naar beneden. Gelukkig stond Chantalle op mij te wachten. Samen met Chantalle rende we naar buiten naar een groot veld met allemaal tribunes erom heen. Er stond een grote groep in het midden en wij gingen erbij staan. In de verte kwam er een docent aan gelopen met een groot tapijt op haar schouder. Toen ze voor ons stond legde ze het tapijt neer en rolde het uit. Iedereen pakt nu een bezem en gaat klaar staan, zei de vrouw. We gingen allemaal in een rijtje staan en moesten de bezem op de grond leggen. Nadat iedereen naast zijn bezem stond moest je op zeggen. Zo moeilijk was dat niet Hermelien en ik hadden hem in een keer, maar tegenover ons stond een jongen en die kreeg de bezem tegen zijn neus. Nadat je de bezem in je hand had moest je erop gaan zitten. In de verte bij de tribune zag ik de meester weer van het eerste uur. Ik negeerde hem en richtte me op de les. Als je op de bezem was gestapt moest je zachtjes afzetten van de grond en dan ging je zweven. En krijg nou wat het lukte me ook nog. Ik ging steeds verder omhoog en op een gegeven moment kon ik ook weer een bochtje maken. Sommige konden al vliegen, maar voor mijn eerste keer was dit net zo moeilijk. Ik ging steeds hoger samen met Hermelien. Tot de docent ineens riep: Je moet vandaag kunnen vliegen, want vanavond vliegen sommige zelf naar huis. Ik schrok van het antwoord en gleed van mijn stok af naar beneden. Ik was ongeveer 30 meter boven de grond en dacht dat ik neer ging ploffen op de grond toen ik ineens werd opgevangen door iemand. Toen ik mijn ogen open deed zag ik de meester. Nu wist ik wat zijn visioen was. Hij heeft me zien vallen vandaar dat hij er was vandaag. Hij zette me neer op de grond en vroeg aan me: Zal ik vanavond met je mee vliegen voor de zekerheid? Ik knikte lief naar hem en pakte mijn bezem weer op. Ik stapte op en vloog direct de lucht in. Het was niet zo moeilijk om te vliegen. De rest van de les gebeurde er geen ongelukken maar en aan het einde waren alle lessen voor vandaag voorbij. Ik liep met Chantalle naar binnen de hal in en dan de trappen op naar boven. Toen we in de Grifoendor huiskamer waren zat het bom vol met allemaal kinderen van Grifoendor zelf. Ik liep naar mijn kamer en Chantalle vroeg of ze ook binnen mocht komen. Ik had er geen problemen mee dus van mij mocht het. Samen liepen we naar binnen en bij de deur bleef ze staan. Wauw, zo mooi is jullie kamer, zei ze. Waar ik op antwoorde: Dankjewel, vind ik zelf ook wel. Wil je iets drinken of wil je tv kijken? Ze liep naar de tv en zette die aan. Even later kwamen ook Hermelien en Christine weer binnen. Vanavond weer naar huis, zei Hermelien. Christine knikte somber ja. Je kon zien aan haar gezicht dat ze het totaal niet leuk vond. Ik begon vast met mijn spullen op te ruimen voor vanavond. Mijn kleding liet ik gewoon hangen, maar mijn boeken nam ik wel mee. Nadat alles was ingepakt hebben we nog voor het laatst met zijn vieren een spel gespeeld.
Er zijn nog geen reacties.