003
"Hey,
Graag had ik je nog even gesproken als je kan.
Hopelijk heb je niet al te veel werk te doen.
Veel liefs,
Loki."
Er staat niet veel in de brief, maar ik weet dat het haast onmogelijk is om te doen, wat hij vraagt. Als ik nog maar naar beneden durf te gaan voor toiletgebruik, werd ze haast woedend, laat staan dat ik nu naar buiten ga. Snel verstop ik het briefje tussen een van mijn boeken en ga dan terug mijn bedje in en val in slaap. Niet veel later schrik ik weer wakker, omdat ik een droom had van de jongen met zwarte haren en groene ogen die me tot hem wenkt.
Loki's POV:
Ik heb haast tot 23 uur buiten staan wachten op Hallie, maar ze komt maar niet naar buiten. Ergens begrijp ik het wel, de vrouw die de deur open deed was behoorlijk bezat en heel onbeleefd. Waarschijnlijk maakt die vrouw Hallie's leven heel erg moeilijk, misschien daarmee dat ze amper vrienden heeft op school. Verschillende mensen hebben me gewaarschuwd dat het een raar kind is, dat niemand haar echt mag en dat ze soms heel gek kon doen. Maar ik lachte hun eens uit en ik zei dat ik desondanks hun stomme opmerkingen en verhalen toch blijf omgaan met haar, wat ze me ook proberen wijs te maken.
Een zucht ontsnapt van tussen mijn lippen wanneer ik rechtop sta. Ik stap al weg richting mijn huis, maar draai me nog eens om. Hallie staat voor het raam te kijken naar mij. Een glimlach siert mijn lippen en snel zwaai ik naar haar. Ze zwaait terug naar mij en zelfs van deze afstand zie ik haar glimlachen. Plots staat er een persoon achter haar, gooit haar op de grond met een rake klap in haar gezicht en doet het gordijn meteen dicht. Hallie gilt even, maar daarna is het muisstil. Snel loop ik richting de achterdeur en beuk deze in. Ik loop de trappen op naar boven en zie daar dan het verschrikkelijke tafereel. Hallie op de grond, helemaal in elkaar geslagen en de oudere vrouw haar roest uitslapend op de grond, op een paar stappen van Hallie. Ik help Hallie overeind en ze jammert van de pijn. Ze heeft rake klappen gehad, ik neem haar in mijn armen om haar zo op bed te leggen en snel haal ik een handdoek, een washandje, een kom met water, ontsmettingsmiddel en pleisters. De grote wonden maak ik schoon met water, ga er met ontsmetting over en doet en dan een pleister over. De kleinere wonden maak ik schoon en ontsmet ik. Ze ligt er maar slapjes bij en in stilte rollen de tranen over haar wangen. 'Je bent veilig, ze slaapt nu.' Zeg ik. 'Ik ga nooit echt veilig zijn. Morgen is ze weer wat liever en tegen volgende week slaat ze me weer in elkaar waarschijnlijk.' Zegt ze triestig. Ik weet dat dit zo verder niet kan, maar weet niet meteen wat te doen. 'Ga maar slapen, we zien morgen wel verder.' Zei ik tegen haar en trek voorzichtig het deken over haar heen. Het deken is al zo oud, dat het haast uiteen valt door gewoon het aan te raken. Ze probeert wat te zeggen, maar ze heeft het moeilijk. 'Shht, niks zeggen, rust nu maar. Morgen op school kun je het nog vertellen.' Zeg ik sussend en wrijf over haar haren. Binnen een paar tellen is ze in slaap gevallen en ga ik stilletjes naar beneden. De deur is wat geforceerd, maar het gaat nog perfect dicht. En dan stap ik terug naar mijn huis, hier niet ver vandaan.
Er zijn nog geen reacties.