Hoofdstuk 4.
Opeens kwam me moeder binnen. Eerst dacht ik: NEE!!! Maar toen zag ik dat ze huilde. Ik liep naar haar toe en zei: ‘Mam wat doe je hier? En wat is er?’ Ze keek me aan en barste weer in huilen uit. ‘Papa.. Hij…Papa…’ ‘Mam wat is er met pa?’ Ze keek me aan en haar tranen rolde over haar wangen. Ik wou door vragen maar vroeg toen: ‘Ben je nog boos op me mam?’ Ze schudde nee en zei: ‘Je vader was dronken en is aangereden. Waarschijnlijk is die dood. Maar die vrienden niet. Waarom was je vader toch het slachtoffer…?’ Nu rolde er een paar tranen over mij wangen. Robert zag dat en wou naar me toe lopen. Isa hield hem tegen en zei: ‘Niet doen…’ en liep weer naar Jo toe. ‘Ik ga naar het ziekenhuis.’ ‘Oké…’ Ik ging weer zitten op me plek. Gelukkig hoef ik niet thuis te zijn! Dan zit ik alleen maar te janken met me moeder. Daar heb ik ook geen zin in! Ik ze het tegen Robert en hij troosten me. Ik ging nog even naar huis. Om te zeggen dat ik nog bij een vriend logeer. En legde snel de portemonnee terug. Robert was in het park zei hij. Dus ging ik naar het park. Ik zag hem zitten. En Melissa zag ik ook. Robert wou weg lopen. Maar Melissa hield hem tegen en zoende hem. Ik keek eerst geschrokt. Maar Robert trok zich terug. Maar opeens zoende ze hem weer en trok hij niet terug. Ik liep woedend naar hem toe trapte op z’n teen en daarna in z’n ballen. ‘Klootzak!’, zei ik en hoorde je door het hele park. Ik liep weg en er rolde weer tranen over me wang. En ik dacht: Eerst me poes dan me vader en dan Robert.. Wie verlies ik nog meer? Me moeder… Melissa sprong woedend op me en ik viel keihard op de grond. Nou daar lag ik dan. Met me rug op de grond en een bloeddorstige aap op me. Aap Melissa wou ik zeggen. Dus zei ik het ook. Ze werd nog woedender. Ze sloeg me half dood. Ik hoorde Robert nog zeggen: ‘Melissa, GEK! STOOOOP!’ En toen was het zwart.
Er zijn nog geen reacties.