Ik pakte me spullen in en pakte geld. Ik zag me moeders portomennee liggen en ik keek of ze er was. Nee! Ik wis haar pincode en nam haar portemonnee mee. Moet je maar die klooien met mij! Dacht ik. Ik ging met Robert mee en zei: ‘Bedankt dat ik bij je kan logeren.’ ‘O geen dank.’ Ik keek hem aan en keek naar voren en dacht: Als hij me vriendje word ben ik de gelukkigste! We kwamen bij z’n huis. Eindelijk! Een bank dacht ik. Ik wou erna toe lopen maar ik dacht: Nee niet zo asociaal doen! Ik vroeg: ‘Waar kan dit?’ Robert liep naar boven en zei: ‘Kom maar mee.’ Ik liep mee en keek rond. ‘Hier kan je slapen en zo.’ ‘Cool…Een eigen badkamer?! Nee dat is echt TE luxe voor een logé…’ ‘Nee dat is juist handig!’ ‘Ja… Dat is wel waar…’ Ik dacht: Wat ben ik weer saai bezig. Ik ging zitten en zag een hond. Ik liep naar die hond toe en vroeg: ‘Hoe heet ze?’ ‘Luna’ Ik ging beetje spelen met de hond en er kwamen nog 2 honden. Ik keek Robert lachend aan en hij mij ook. Alle honden sprongen op me en likte me. Ik kreeg de slappe lach en de honden gingen van me af. Ik ging naast Robert zitten en zei: ‘Ben je een late leerling of blijven zitten?’ ‘Late leerling.. 2 jaar verschil. Ik 13 en jij 11’’Ja…’ Het was avond en ik ging naar bed. Ik dacht de hele tijd aan me droom. Ik stond op en pakte de 2 kaarsen op me nachtkastje en liep naar de badkamer. Ik keek op de klok en het was 3 over 12. Ik riep Bloody Mary op. Er gebeurde niks… Stom gedoe! Ik deed het nog 1 keer.. Er gebeurde weer niks! Ik dacht: Stom gedoe. Ik liep chagrijnig naar me bed en ging slapen.
Robert kwam naar me kamer. En zei: ‘Ben je wakker?’ Ik draaide me om en keek hem aan en ging zitten. ‘Misschien’ Hij grijnsde en zei: ‘Uit bed jij! Naar school’ en liep de kamer uit. Ik stond op en ik stond tanden te poetsen. Ik was klaar en Robert kwam naar me toe ik keek hem aan en zei: ‘Ik moet vandaag weg hè?’ ‘Nou je kan dan alleen op de kamer slapen van mij.’ Ik keek hem aan en zei: ‘Als dat mag.’ ‘Van mij wel!’ Ik keek hem aan en hij gaf me een kus op me voorhoofd en hij liep weg. Ik liep vrolijk naar beneden en zoende hem om z’n mond. Hij lachte en zei: ‘We moeten naar school.’ Ik keek hem aan en schudde ja. We fietste naar school en gingen staan bij onze plek en gingen praten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen