Ergens in het bos
Een koele wind wekte het meisje. Met moeite kwam ze overeind. Haar gouden haren streken over het kussen... en vlogen naar voren toen ze moest niezen. Het was koud in de kamer. Nu de dekens niet meer over haar schouders lagen kon ze dat voelen. Ook haar neus was veranderd in een ijsklompje.
'En dan droom je opeens niet over pinguïns', mompelde ze in zichzelf.
Nog een windvlaag streek langs haar rug. Misschien kon ze beter het raam dicht doen.
Ze bukte om uit bed te komen, maar dat bleek niet nodig te zijn. Boven haar zat niet langer een laag plafond. Dankzij een valpartij kwam ze er achter dat ook het bed wat hoger was.
Knipperend keek Denise de kamer rond. 'Waar ben ik?', was de vraag.
Het was een grote kale ruimte, die in geen jaren gebruikt was. Een oud hemelbed, een stoel, een tafel met links een deur. Rechts een raam. Denise krabbelde overeind en liep naar dat raam toe. Naast dat het vreselijk koud was door dat ding, kon het misschien ook wat vertellen. Helaas. Alles wat het raam liet zien waren bomen. Ononderbroken bossen zover je kon zien.
'Dat kan niet waar zijn', zei Denise hardop. 'Herkenningspunten'
Oké het was dan een groot bos. Maar ze kende enkele bossen. Dit was een Nederlands bos. Er waren namelijk paden. Niet veel, maar ze waren er. En de bomen waren niet bijzonder oud.
Zij glimlachte. Dit bos kende zij. Het was haar bos. Als zij kon ontsnappen zonder dat iemand achter haar aan kwam, was zij zo weer thuis. Maar vanaf hier ging ze niet springen. Veel te hoog. En om met gebroken botten naar huis gaan... duurt wel lang.
Voordat ze naar beneden ging kon zij maar beter wat aantrekken. De dekens waren haar weinige kleren geweest. Gelukkig hoefde ze alleen even haar ogen te sluiten zodat haar lichaam vanzelf wat zou vinden. Jawel, onder het bed lag een simpel stoffig jurkje samen met een dikke oude jas. Bont, het dragen ging eigenlijk tegen haar principes in, maar op dit moment mocht zij niet klagen. Principes zijn luxe.
Zo snel mogelijk kleedde Denise zich om. Het was te koud om tijd te verspillen. Ze wilde gewoon snel terug thuis zijn.
Terwijl zij de deur opentrok zag zij echter iets, waarvoor zij de tijd wel moest nemen. Het was de spiegel. Hij kwam haar vaag bekend voor. Met haar adem verfde zij de spiegel grijs.
'Melanie.', schreef haar wijsvinger op het glas. Alleen dan in spiegelbeeld, zodat haar spiegelbeeld het kon lezen.
'Zeist zei je?', vroeg Romé.
Falco knikte.
'Oké, ik zal het doorgeven aan Olivier. Hij is er vast al in de buurt'
Romé pakte de mobiel uit haar zak. Rune had ze niet kunnen bereiken, maar Emily had wel altijd haar mobiel aan staan. En laat dat nou net degene zijn die zij moest bereiken.
Emily luisterde aandachtig naar wat Romé te vertellen had.
'Melanie woont in Zeist', fluisterde Olivier op de achtergrond. Kennelijk had hij de hele tijd mee staan luisteren.
'Op naar Melanie dus', bevestigde Emily door de telefoon.
Emily liep terug en pakte haar fiets. Tezamen met Olivier gingen zij naar Melanies huis in Zeist.
Reageer (1)
Ehh, Melanie woont bij mij ib de buurt....? HELP!!! Ik vind haar namelijk een beetje eng.... Snel verder!
1 decennium geleden