Proloog..

‘Maar ma ik wil niet naar Malfoy Manor! We zien elkaar al genoeg op school. We kunnen elkaar daar toch leren kennen,’ roep ik geïrriteerd uit. ‘Ik wilde ook niet dat je jouw haar paars verfde en dat je gaat skaten, maar dat is ook gebeurt. En op school negeren jullie elkaar alleen maar,’ werpt ze tegen. Daar ben ik even stil van, in principe heeft ze gelijk maar dat ga ik niet toegeven. Ik weet heus wel, dat ze niet wilde dat ik mijn haar verfde en dat ik skate, maar ja je kan niet alles mee hebben en ik en Draco negeren elkaar op Hogwarts, maar ja je kunt niet alles mee hebben. ‘Maar ja helaas luister je nooit, dus je moet niet klagen over dingen die doe!’ Roep ik nog en ik wil de deur al achter me dicht trekken. ‘Jij moet dus ook niet klagen over de dingen die wij beslissen,’ zegt mijn moeder zeker van haar zaak. Ik gooi de deur weer open. ‘En wat wil je daar precies mee zeggen?’ Vraag ik, al weet ik precies wat er gaat komen. ‘Dat je het huis niet meer inkomt als je niet gaat,’ zegt ze zonder emotie alsof ik niet haar enige kind ben. ‘Goed dan ga ik wel,’ brom ik wetend dat ik geen keus heb. ‘En je kleed je netjes, niet zoals je er nu bij loopt,’ doet ze er nog een schepje boven op. Met een frons kijk ik naar mijn kleding. De zwarte driekwartsbroek, het lange wijde grijze shirt met een zwart doodshoofd en de korte laarsje die wijd lopen, met studs en mijn skateboard die ik nog vast heb. Peinzend krab ik even achter mijn oor. ‘Het is maar wat je niet netjes noemt,’ zeg ik wijzend op haar tuinbroek. ‘Ik was aan het tuinnieren, dat doe ik toch niet in een jurk?’ Vraagt mijn moeder. ‘Ik zou het wel doen hoor,’ werp ik tegen. ‘Jurken zijn prima kleding stukken om in te tuinieren.’ Mijn moeder zucht diep. ‘Je vertrekt over drie dagen Josefien,’ is het enige wat ze zegt. ‘Je verblijft er zeven weken.’ Vol afschuw, van wegen het gebruik van mijn voornaam en ongeloof van wegen de lange verblijfstijd tijd kijk ik haar aan. Daarna herpak ik me weer. ‘Goed moeder,’ zeg ik beleeft en bekakt zoals ze dat van me wenst. ‘Ik zal zorgen dat mijn spullen netjes gepakt zijn voor volgende week.’