Hoofdstuk 2.
Daan en Demelza gaan op een bankje zitten. ‘Hey Daan, wie was dat? Pest ze jou altijd?‘ vraag Demelza. ‘Ja, en ze houdt nooit op.‘ Huilt Daan. Als Daan huilt is dat echt zielig. ‘Door die kinderen heb ik thuis veel problemen. Ze hebben zelf.. zelfs.. ‘ Daan kan zijn zin niet afmaken. ‘Lieve Daan, het komt goed. Vertel rustig. Wat zelfs?‘ zegt Demelza gerust stellend. ‘Nou ze heeft zelf een keer mijn mobiel afgepakt en mijn whappvriendinnetje Ilse iets heel ergs gestuurt op whapp. En Ilse en ik hadden weken ruzie...‘ huilt Daan. ‘Kut kind‘ mompelt Demelza in zichzelf.. ‘We gaan er iets aan doen Daan, maak je geen zorgen het komt allemaal goed. En die foto wat maakt jou het uit? We zijn toch gewoon een stelletje?‘ en Demelza kust Daan.
Als Daan naar huis loopt voelt hij zich zo boos. Zodra hij in huis is rent hij naar de kelder en gaat boksen met zijn boksbal. Dat lucht op...
Er zijn nog geen reacties.