Hoofdstuk 140
Aiden
Weer terug in het dorp zie ik dat iedereen al weer druk bezig is. Een groepje vampiers staat bij de stallen waar alle draken in staan. Ik hoor het woord draken vallen en probeer er een beetje onopvallend naar te luisteren. Ik ga vooraan in de stallen staan en luister aandachtig.
‘En wanneer is die race dan?’ hoor ik een van hen zeggen.
‘Dat is nog niet helemaal duidelijk maar waarschijnlijk over een aantal weken.’
‘Mag iedereen dan deelnemen?’ klinkt het vrolijk.
‘Ik zou het niet weten. Waarschijnlijk alleen ervaren rijders en draken.’
‘Ah ik wil zo graag een keer mee doen!’ roept er een boos.
‘Jou tijd komt nog wel, en dan mogen wij niet meer mee doen’ word er gegromd.
‘Gaan ze dit jaar weer door het bos?’ klinkt het hoopvol.
‘Dat ligt er een beetje aan of er veel mensen mee doen’ zegt een van hen.
‘Als James Black weer mee doet is er voor ons geen kans!’ roept er een boos.
‘Ik snap niet dat hij nog mee mag doen’ gromt iemand en slaat tegen de deur aan.
Verschrikt spring ik op en ga snel naar Naur toe. Hij staat rustig te kijken naar de vampiers die buiten staan te praten. Ik geef hem nog snel schoon water en ga dan weer naar buiten.
De vampiers kijken me raar aan en ik geef ze een kwade blik terug.
‘Denk je dat híj mee kan doen aan die race?’ zegt een van hen en kijkt me aan.
‘Haha, laat me niet lachen! Denk je nou écht dat hij met een vuurdraak kan meedoen?’
‘Zijn draak kan nog niet eens naar hem luisteren!’ lacht een ander.
Ze beginnen allemaal te lachen en ik kan ze wel doden.
Ik maak de deur achter me dicht en ga bij Yuna aan tafel zitten. Ik kijk haar aan en ze kijkt al wat opgeluchter.
‘Is er iets aan de hand?’ vraag ik haar dan ook.
‘Nee ik was je kwijt. Ik wist niet waar je was maar dat is me nu al duidelijk’ zegt ze lachend.
Ik knik een keer en kijk dan naar de tafel. Ik snap niet hoe ze zo iets kunnen zeggen. Geërgerd laat ik een grom los en Yuna schrikt er van. Ze kijkt me geschrokken aan.
‘Wat is er aan de hand?’ vraagt ze dan zachtjes, bang voor een reactie.
‘Het zijn die vampiers hier in het dorp’ grom ik en sta op van tafel.
‘Wat hebben ze gedaan?’ vraagt ze bezorgd.
‘Er komt binnenkort een drakenrace. Ze zeggen dat ik niet mee kan doen!’ en ik sla tegen de muur aan.
‘Waarom dan niet?’ en ze loopt naar me toe.
‘Ik kan mijn draak niet beheersen’ zeg ik op een irritante toon.
‘Wat bedoel je?’
‘Ik heb een vuurdraak en ze beweren dat ik niet mee zou kunnen doen aan zo’n race omdat mijn draak niet naar mij wil luisteren!’ grom ik weer.
‘En nu? Wil je nu aan die race mee doen?’ vraagt ze weer bezorgd.
‘Daar zat ik wel aan te denken’ en een grijns komt op mijn gezicht.
‘Denk je dat Naur dat aankan?’
‘Ik zal hem moeten trainen hier voor. Hij kan dit niet uit zichzelf’ en ik loop heen en weer door de woonkamer.
Als een razende gaat mijn gedachten weer tekeer in de hoop een oplossing te vinden. Hoe durven ze!
‘En hoe wil je dat dan gaan doen? Je hebt helemaal geen verstand van races. Je weet niet hoe je dat moet doen!’ en Yuna gaat met een zucht weer in een stoel zitten.
‘Ik weet het niet’ en somber ga ik in een stoel zitten.
‘Vraag morgen Ben maar of hij je kan helpen. Zullen we nu samen wat gaan doen?’ vraagt Yuna en staat weer op uit haar stoel.
‘Je hebt helemaal gelijk. Ik moet me niet zo druk daar over maken’ en ik geef haar een kus op haar wang.
Yuna lacht een keer en loopt dan naar de keuken om haar bord weer op te ruimen.
Reageer (2)
Haha Aiden moet echt meedoen! Ik zie de rest al kijken, gnagnagna
1 decennium geledenow yeah! snel verder!
1 decennium geleden