Hoofdstuk 134
Aiden
Ik rol de kaart voor me open en bekijk wat er op staat. Er is een mooi afgelegen gebied aan de rand van dit dorp zo’n 15km. ten Noorden van hier. Dat lijkt me wel een goede plek om te gaan wonen. Yuna heeft ook wat gevonden. Het ligt zo’n 10km. ten zuiden van de grote rivier een eind hier vandaan. Ook dat is afgelegen en dus een rustige plek.
‘Dus wat is het plan?’ vraagt Ben en legt de kaarten weer weg.
‘Zullen we er gaan kijken?’ vraagt Yuna.
‘We kunnen gaan kijken, maar dan is het wel slim om allemaal te gaan’ zegt Ben.
‘Waarom?’ vraag ik een beetje aangevallen.
‘Ik laat jullie niet samen gaan. Stel dat er wat gebeurd, wat doe je dan? Je kunt geen hulp gaan halen.’
‘Ja dat is waar’ zeg ik bedenkelijk.
‘Het is sowieso een vampiers gebied dus we moeten wel zorgen dat Yuna ook veilig is’ zegt Jack en loopt heen en weer door de kamer.
Ook daar heeft hij gelijk in. Ik wil een rustige plek om te wonen en niet een waar Yuna gevaar loopt. Dan kan ik net zo goed hier blijven wonen.
‘Zijn we klaar om te gaan?’ vraagt Ben en stuurt zijn draak de lucht in.
Jack zit vlak achter hem en Yuna en ik weer achter hem. De draken hebben er zin in en zetten goed door. Eerst gaan we naar het zuiden om te kijken wat daar is te vinden.
De huisjes komen steeds dichterbij en dus besluiten we om een plek te zoeken waar we kunnen landen. Ik laat me van Naur zijn rug zakken en beveel hem hier te blijven.
Samen met de anderen lopen we richting de huizen en al snel word het duidelijk dat hier geen vampiers leven. Yuna gaat steeds sneller lopen en Jack steeds langzamer. Ik merk aan zijn hele houding dat hij het hier minder prettig vind.
‘Wij gaan terug naar de draken’ zegt Ben en sleurt Jack meteen mee.
‘Ik wil toch even gaan kijken’ zegt Yuna vrolijk en smeekt me bijna mee te gaan.
Ik knik dat het goed is en loop langzaam achter haar aan. De bewoners van deze plek kijken me angstig aan en willen het liefste weg rennen. Ik denk niet dat het een goed idee is als ik hier bij kom wonen. Voorzichtig en zonder rare bewegingen te maken loop ik achter Yuna aan die naar een van de elfen loopt. Ja het zijn elfen. De elf blijft staan en kijkt me met haar groene ogen aan. Natuurlijk kijk ik haar ook aan en heb al snel in de gaten dat ze het niet fijn vind. Snel kijk ik naar de grond en zet een stap terug.
‘Uhm, Yuna? Je vind het toch niet erg als ik terug ga naar de anderen?’ vraag ik voorzichtig.
‘Nee ga maar, ik kom zo wel’ zegt ze en draait zich weer om naar de elf.
Een paar uur later zijn we bij de afgelegen huisjes in het Noorden aangekomen. Er lopen een paar vampiers buiten rond die druk bezig zijn. Ze hebben nog niet eens door dat we hun kant op komen. Nu is het Yuna die wat banger word. Fijn, daar gaan we weer! Snel pakt ze mijn hand vast maar loopt toch met ons mee. Heel zelfverzekerd stapt Ben op een van de vampiers af en spreekt hem aan. Half achter mijn rug verscholen staat Yuna naar de man te kijken die met Ben praat.
‘Ja er lopen hier nog meer elfen rond’ hoor ik de man zeggen tegen Ben.
‘En daar hebben jullie geen problemen mee?’ vraagt Ben aan de man.
‘Nee, dat gaat hier altijd prima. We wonen wat meer afgelegen omdat we niet graag met vreemde mensen om gaan’ zegt de man en kijkt me aan.
‘Dus jullie hebben geen last van indringers en zo?’ vraagt Jack nu geïnteresseerd.
De man schud zijn hoofd en ik loop naar de mannen toe. Yuna aarzelt even maar loopt toch met me mee.
‘Dus jullie willen hier komen wonen?’ zegt de man een beetje nors.
‘We zijn op zoek naar een plek ja, maar we willen niemand tot last zijn. We willen zelf ook een beetje rust hebben’ zeg ik.
‘Ik snap het, maar we laten niet zo maar vampiers en elfen in ons mini dorpje toe’ bromt hij.
‘Dat snap ik en als u ons niet wilt toelaten zullen we er geen probleem van maken en verder zoeken’ zegt Yuna zachtjes.
‘Waarom blijven jullie anders niet vannacht hier en dan zien we morgen wel verder.’
Reageer (2)
Dat zou een perfect plekje zijn...
1 decennium geledenhopelijk mogen ze blijven
1 decennium geleden