Noa

Louis liep naar Noa en ik en Harry liepen hem achterna. Ik zag dat Noa steeds verder dreef en af en toe onder ging.
'Doe iets!' riep ik in paniek.
Louis deed zijn schoenen uit en sprong in het water.
'Noa!' riep ik toen ik haar niet meer zag.
De tranen stroomden over mijn wangen.
'Noa!' riep ik luid.
'Kalm blijven Jess.' zei Harry en knuffelde me langs vanachter.
'Noa.' zei ik nu wat stiller en de tranen bleven komen.
Ik draaide me om en legde mijn hoofd tegen Harry's borstkas
'Wat is er aan de hand?' hoorde ik Yardéna vragen maar ik reageerde niet en bleef op Harry liggen.
'Noa is in het riviertje gevallen.' zei Harry.
'Ik heb ze!' riep Louis plots en onmiddelijk liep ik naar hem.
'Bel de ambulance!' riep ik naar Harry en hij liep onmiddelijk terug naar de anderen.
'Noatje, Noa meisje.' zei ik stil en wreef door haar natte haartjes maar ze reageerde niet.
'De ziekenwagen is onderweg.' zei Harry.
'Danku.' zei ik.
Harry kwam bij ons zitten.
'Ademt ze nog?' vroeg hij.
'Ik weet het niet.' zei ik in paniek.
'Blijf rustig liefje.' zei Louis en nam mijn hand.
'Ik had ze nooit alleen mogen laten.' zei ik.
'Nee, het is niet jouw schuld.' zei Harry.
'Ik had moeten weten dat ze bij het water zouden komen spelen.' zei ik.
'Liefje je had dat niet kunnen weten.' zei Louis en ik zag dat er ook een traan over zijn wang liep.
Ik knuffelde hem en bleef naar Noa kijken die stil op de grond bleef liggen. Ik hoorde de sirene van de ziekenwagen en liet Louis los. De mannen kwamen al snel naar ons en ondertussen waren er al veel mensen rond ons komen staan.
'Wat is er gebeurd?' vroeg een verpleger.
'Ze is in het water gevallen.' zei Louis.
'Hoelang is ze al buiten bewust zijn?' vroeg hij.
'5 minuutjes.' zei ik en bleef stevig haar handje vast houden terwijl de tranen bleven komen.
'Mevrouw gaat u even aan de kant.' vroeg een dokter.
'Nee, ik moet bij haar blijven.' zei ik.
'Mevrouw zou kunnen wij ons werk niet doen.' zei hij.
'Doe iets in plaats van hier tegen mij te staan praten!' riep ik boos.
Opeens werd ik weggetrokken door Louis en ik begon hard op zijn borstkas te slaan.
'Laat me bij haar zijn!' riep ik luid.
Louis nam mijn handen stevig vast.
'Liefje rustig alstublieft.' zei hij.
'Sorry.' zei ik.
'Kom eens hier.' zei hij en trok me in een stevige knuffel.
'We nemen ze mee naar het ziekenhuis, willen jullie mee?' vroeg een man.
'Ja.' zei ik.
'Wij komen achter.' zei Niall.
We stapten mee in de ambulance en reden weg. In het ziekenhuis moesten we in de wachtzaal wachten.
'Weet je al iets?' vroeg Liam.
Ik knikte van nee.
'Hey, alles komt goed.' zei Dena en gaf me een dikke knuffel.
'Meneer en mevrouw Tomlinson?' hoorde ik iemand zeggen.
'Ja.' zei Louis.
'Jullie mogen meekomen.' zei hij.
'Yardéna kneep nog eens stevig in mijn hand en nam toen Louis' hand en liep mee met de dokter. We gingen naar een kamer en daar lag ze.
'Waarom is ze nog niet wakker?' vroeg ik.