Foto bij Sienna Burke

Eindelijk durf ik mijn ogen weer te openen.
Maar onmiddellijk sluit ik ze weer. Waar is het busje? Ik ben niet meer op straat....
Wat is er gebeurd?
Opnieuw open ik mijn ogen en probeer recht te gaan zitten.
Ik laat me terug vallen op het kussen. Mijn hoofd voelt alsof ik avonden veel te veel gedronken heb.

'Sienna, kun je me horen?' Vraagt Simon zacht.
Ik knik bevestigend. Volgens mij kan ik nu geen woord zeggen. In mijn hoofd bereidt ik mezelf voor op de preek die ik ongetwijfeld verdiend heb.
'Gaat het een beetje?' Vraagt hij lief.
Verbaasd open ik mijn ogen. Geen preek? Geen straf? Er moet echt veel gebeurd zijn...
'Het gaat wel.' Fluister ik.
'Ik ga even de dokter halen zodat hij je kan controleren. Je bent hard op je hoofd gevallen Sienna.'
Simon is nog maar net de kamer uit of de herinneringen komen terug.
Louis! Wat is er met hem gebeurd? Is Simon daarom zo lief? Zijn we hem kwijt?
Tegen dat Simon met de dokter binnenkomt zit ik te huilen.
'Sienna?' Vraagt Simon bezorgd.
'Waar is Louis?'
'Je weet het dus terug.' Zegt Simon blij, verbaasd kijk ik hem aan. Is dat nu iets om blij voor te zijn?
'Je mag straks naar hem toe. Alles komt in orde.' 'Hij is niet dood?' Vraag ik door mijn tranen heen.
'Oh Sienna, nee. Dat is waarom je ingestort bent. Je was bang voor het verleden.' Zegt Simon meer tegen zichzelf dan tegen mij.
'Ik ga je even nakijken.' Meldt de dokter voor hij met lampjes in mijn ogen schijnt.
'Je lijkt in orde, enkel nog wat rusten.' Zegt hij.
'Mag ik naar Louis?'
De dokter knikt, ik wil uit mijn bed springen maar Simon houdt me tegen.
'Rustig aan meid.' Hij neemt de rolstoel in de kamer, brengt hem naar mij en wijst ernaar.
'Kom op, ik breng je wel.'
Een beetje onwennig laat ik me in de rolstoel zakken. Rustig loopt Simon met mij naar Louis.

Wanneer we de kamer binnenkomen merken we dat Louis nog slaapt. Simon wil weer weg rijden maar dat is buiten mij gerekend.
Voorzichtig stap ik uit de rolstoel, het tollen in mijn hoofd is weg, ideaal.
Daar sta ik dan, naast Louis. Voorzichtig streel ik wat haren uit zijn gezicht.
Waarom moet hij toch altijd de held uithangen?
Uiteindelijk draai ik me om enkel om te zien dat Simon ons alleen heeft gelaten.
Ik zet me naast het bed en neem Louis' hand vast.
Al snel voel ik hoe ik in slaap dommel.

'Hi beauty.' Fluistert iemand in mijn oor. Geschrokken open ik mijn ogen en kijk in Louis' blauwe kijkers.
'Hi.' Antwoord ik zacht.
'Ben je hier speciaal voor mij komen zitten?' Vraagt hij.
'Ik... Ik was gewoon een beetje ongerust.' Geef ik toe.
'Je bent nog mooier als je zo bloost.' Zegt hij waardoor ik nog meer bloos, dat lokt natuurlijk een schaterlach bij hem uit.
'Sorry dat ik jullie kom storen maar ik heb niet zo'n goed nieuws.' Zegt Niall die in de deuropening staat.
'Hoe bedoel je?' Vraag ik angstig.
'De missie is nog niet voorbij. Zayn is nog steeds verdwenen en het laatste wat we van Lizzie en Harry hebben gehoord zijn schoten en pijnkreten.'
Ik trek lijkbleek weg. Louis wilt me troosten maar ik sta koppig recht. Dit keer zal ik niet instorten.
'Sienna, ik had al gehoopt op deze reactie. Als je er klaar voor bent, het busje staat buiten samen met je uitrusting.' Ik knik naar Simon die me beter kent dan wie dan ook. Ik neem de sleutels aan en vertrek naar het busje.
'Sienna, je oortje!' Roept Niall. Ik bekijk mezelf en merk dat ik mijn micro en mijn oortje inderdaad nog aan heb. Ik schakel ze in en stel de jongens gerust.
'Het is oké Niall. Louis, kom je aub zo snel mogelijk naar het busje. Ik zal je hulp nodig hebben. Niall, verwittig jij Liam dat ik terug ben? Zoek het laatst opgepikte signaal van hun oortje op, daar begin ik mijn zoektocht.' Op de achtergrond hoor ik iemand lachen.
'Klik.' Nog een oortje? 'Welkom terug babe.' Zegt Louis vrolijk.
'Niet te vrolijk Louis, er is werk aan de winkel.' 'Maar hij heeft wel gelijk.' Gaat Niall verder.
'Oké, geef me 5 minuten.' 'Waarom?' Vraagt Louis ondeugend. 'Ze wil geen pottenkijkers bij het omkleden.' Spot Niall.
'Je begeeft je op glad ijs Niall! Je hebt een kus gekregen dus gedraag je een beetje.' Zeg ik plagend.
'Yes! Ze is helemaal terug.' Hoor ik Louis zeggen voor de jongens onderling beginnen kibbelen.
In het busje maak ik me snel klaar en wacht op de jongens.
Dit keer ben ik bereid om tot het einde te gaan.
De minister is dan wel in veiligheid we zijn de helft van ons team kwijt, dat laat ik niet zo.
Voor het eerst in jaren voel ik de adrenaline weer door mijn lijf gieren. Ik ben er écht klaar voor!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen